Bouwserie Rc
Rc | |
---|---|
Spoorwegmij's | Green Cargo SJ AB Tågåkeriet i Bergslagen AB (TAGAB) Banverket |
Bedrijfsnummers | |
Fabrikanten | *Nydqvist & Holm AB (NOHAB) *Hägglund & Söner (HS) *Motala Verksta AB (MV) *Vagn Maskinfabriken Falun (VM) *Allmänna Svenska Elektriska Aktiebolaget (ASEA) |
Aantal gebouwd | 360 stuks |
Bouwjaren | 1967 - 1988 |
Asvorm | Bo'Bo' |
Lengte over de buffers | 15470 - 15520 mm |
Max.snelheid | 135 km/h (Rc1,2,3,4,5) 160 km/h (Rc3, Rc6) 180 km/h (Rc7) |
Vermogen | 3600 kW |
Aanvangskracht | 275 kN (Rc1,Rc2) 235 kN (Rc3,Rc6) 290 kN (Rc4,Rc5) |
Dienstgewicht | 80 t (Rc1) 76,8 t (2,3) 78 t (Rc4,6,7) |
Stroomsysteem | ~ 15.000 volt 16 2/3 Hz |
Remmen | mechanisch, elektrisch (recuperatie) |
Uit dienst | - |
Bouwserie Rc
De locomotieven van de bouwserie Rc zijn elektrische locomotieven van de Zweedse spoorwegen Statens Järnvägar (SJ) en is de bouwserie waarvan de meeste electrische locomotieven zijn geproduceerd. Het is dan ook het meest voorkomende loctype in Zweden. De bouwserie Rc is gebaseerd op het prototype van de bouwserie Rb uit 1962. De locomotieven van de bouwserie Rc worden ingezet voor zowel personentreinen als het goederentransport. De locomotieven werden vervaardigd tussen 1967 en 1988.
Ontwikkeling en bedrijf
Er zijn meerdere varianten van de bouwserie Rc gebouwd (Rc1 t/m Rc7), waarbij er bij elke variant aanpassingen werden doorgevoerd. De locomotieven werden ontwikkeld en gebouwd door Nydqvist & Holm AB (NOHAB), Motala Verksta AB (MV), Hägglund & Söner (HS) Örnsköldsvik en Falun, Vagn Maskinfabriken Falun (VM) en Allmänna Svenska Elektriska Aktiebolaget (ASEA) waarbij de elektrische installatie werd gebouwd door ASEA. Aangepaste versies van Rc locomotief werden tevens geëxporteerd naar onder andere, Noorwegen (NSB), Oostenrijk (ÖBB), Iran (RAI) en de VS (operators Amtrak, New Jersey Transit, MARC en SEPTA). De locomotieven hebben een stalen frame en staan op twee draaistellen met twee assen met op iedere as een motor.
Rc 1
Na de bouw van een aantal proeflocomotieven als serie Rb werd in 1967 een nieuw serie van 20 locomotieven als bouwserie Rc gebouwd. Deze locomotieven werden door Motala en Nohab gebouwd. De elektrische installatie werd door Allmänna Svenska Elektriska Aktiebolaget (ASEA) verzorgd. Het kleurenschema van de serie Rb locomotieven werd ook bij deze locomotieven voortgezet. Toen de 2e serie Rc2 werd besteld, werd van de eerste serie Rc locomotieven de reeks aangepast van Rc naar Rc1. Rc-locomotieven werden aanvankelijk vooral gebruikt voor sneltreinen, maar werden later tevens als tractie voor alle soorten treinen ingezet. Begin jaren 90 stond de SJ voor de keuze om de locomotieven te laten slopen of te moderniseren. De SJ koos ervoor de loc's te moderniseren, waarbij o.a. de ventilatieopeningen werden aangepast, de loc's een nieuwe luchtinlaat kregen en met een nieuw radiocontrolesysteem werden uitgerust. Daarnaast werd de behuizing blauw geschilderd. In 2001 werden de locomotieven overgedragen aan Green Cargo, waar ze nog een aantal jaren hebben dienst gedaan. In 2014 werden de locomotieven van de bouwserie Rc1 buiten dienst gesteld en gesloopt.
Rc 2
De 2e bouwserie Rc locomotieven (Rc2) werden geleverd in de 1969 - 1975 en betrof in totaal 100 stuks.
Begin 2000, werden enkele Rc2 locomotieven ingehuurd door Tågkompaniet voor hun diensten op het Ore Line. Deze werden echter al snel vervangen door de RC6 nadat de Staatsspoorwegen de Rc2 onderbracht bij Green Cargo, waarna de Rc2 voornamelijk nog ten zuiden van Sundsvall in Zweden werd ingezet. In 2001 werden 9 locomotieven werden verkocht aan Tagab en worden nu gebruikt door Tagab en Banverket. Drie locomotieven zijn een periode ingehuurd door TGOJ, welke ze weer verhuurde aan de NSB waar ze als Bouwserie El 16 bij Tågkompaniet werden ingedeeld.
Green Cargo besloot in 2007 tot de modernisering van locomotieven van de bouwserie Rc 2. Voor de modernisering werden 42 locomotieven door de firma Bombardier uit Västerås omgebouwd. In 2009 kwamen deze gemoderniseerde Rc2 locomotieven weer in dienst als bouwserie Rd.
Im 1970 werden een aantal locomotieven van de bouwserie Rc2 uitgeleend aan de Oostenrijkse spoorwegen (ÖBB) om te testen voor bergachtige trajecten. De testen verliepen naar wens waardoor Oostenrijk een aantal van deze locomotieven besteld als Bouwserie 1043, de eerste thyristorgestuurde locomotieven in Oostenrijk. Deze Oostenrijkse locomotieven wijken af van de Zweedse Rc2 en heeft andere stroomafnemers en drie lampen in plaats van vier.
Rc 3
In de periode 1970 t/m 1971 werden 10 stuks van de bouwserie Rc3 gebouwd. In de '90 er jearen werd de maximumsnelheid van deze locomotieven verhoogd van 135 km/h naar 160 km/h. De Rc3 wordt gebruikt door de SJ, Green Cargo, SSRT, Tagab en Hector Rail. Naast de 10 nieuw geproduceerde locomotieven van deze bouwserie, zijn tevens een aantal locomotieven van de bouwserie Rc2 omgebouwd tot Rc3. Green Cargo kocht een aantal van deze Rc3 locomotieven van de SJ welke werden ingezet als posttreinen. De locomotieven werden vervolgens aangepast zodat ze verder als Bouwserie Rd dienst deden. Van de bouwserie Rc3 zijn dan ook geen locomotieven meer in dienst bij Green Cargo, aangezien deze nu als bouwserie Rd dienst doen. Nadat eind 2014 de Rc3 locomotieven van de SJ geveild en verkocht werden aan Beacon Rail, heeft de SJ geen locomotieven van de bouwserie Rc3 meer in dienst.
Rc 4
Van de bouwserie Rc4 zijn in de periode 1975 t/m 1982 in totaal 130 stuks gebouwd en afgeleverd aan de SJ. Daarmee was het de meest voorkomende locomotief op de Zweedse spoortrajecten. De locomotieven hadden aanvankelijk een maximumsnelheid van 135 km/h. Bij de SJ zijn de locomotieven inmiddels niet meer in gebruik, maar zijn ze allen overgegaan naar Green Cargo, welke ze gebruikt voor het goederentransport in Zweden en Noorwegen. In 2005 werden enkele locomotieven verbouwd en werd onder meer de snelheid verhoogd van 135 km/h tot 160 km/h en het type veranderd in Rc 4-P.
In de periode 1976-1977 werden een aantal Rc4 locomotieven uitgeleend aan het amerikaanse Amtrak die daar als bouwserie X995 in gebruik was. De Amerikanen bestelde vervolgens een aantal van deze locomotieven welke ingedeeld werden als bouwserie AEM-7.
Ook de Noorse spoorwegmaatschappij NSB bestelde 17 stuks Rc4 locomotieven welke als El16 werden ingedeeld. De bouwserie El16 verschilt met name met de Zweedse Rc4 in een ander front, verder zijn de El16's uitgerust met een elektrische weerstandsrem en zijn voorzien van krachtiger motoren.
Rc 5
De 50 locomotieven van de bouwserie Rc5 zijn in de periode 1982 t/m 1986 gebouwd. De Rc5 is een verdere ontwikkeling van de Rc4, waarbij het frame werd versterkt en kreeg dikkere ramen met aluminium. De zuilen tussen de ramen waren ruimer uitgevoerd. Ook kreeg de Rc5 aan andere luchtinlaat en werd modernere apparatuur gebruikt. Het aantal thyristoren per converter lag aanzienlijk lager dan in het voorgaande Rc4, wat resulteerde in een betrouwbaarder systeem. De Rc5 werd de eerste locomotief in de RC-serie die werd geleverd met statische omvormers in plaats van een roterende. Tevens werd de Rc5 met een electronisch computergestuurd bewakingssysteem "FIS" uitgevoerd wat leidde tot minder storingen aangezien tijdig gedetecteerd werd wanneer een component niet goed functioneerde of wanneer de loc een onderhoudsbeurt nodig had.
De locomotieven werden tussen 1992 en 1995 aangepast. Daarbij werden de tandwielen in de versnellingsbak vervangen. Hierbij werd onder meer de maximum snelheid verhoogd van 135 km/h tot 160 km/h en werden daarmee veranderd in Rc 6 locomotieven.
Rc 6
In de periode 1985 t/m 1988 werden 40 stuks van de bouwserie Rc6 gebouwd. Daarnaast zijn 60 locomotieven van de serie Rc5 tussen 1992 en 1995 omgebouwd en toegevoegd aan de Rc5 reeks. De locomotieven hebben een maximumsnelheid van 160 km/h en worden voor zowel personentreinen als voor het goederentransport ingezet. De locomotieven zijn in gebruik bij de SJ en bij de SJ AB. Daarnaast verhuurd de SJ deze locomotieven regelmatig aan exploitanten. De locomotieven zijn ook uitgerust met het SMS systeem voor meertreinenbesturing en werden ingedeeld als Rc6-U. Deze apparatuur maakt het mogelijk om via een UIC-kabel, 3 locs in tractie te rijden. Bij de SJ AB werden begin 2012 zeven locomotieven uitgerust met ECTS-apparatuur, welke communciceert met de oudere ATC-systemen maar ook met de nieuwe ERTMS-systemen.
Rc 7
De locomotieven van de serie Rc 7 ontstond in 2001 door ombouw van twee locomotieven van de bouwserie Rc6. Hierbij werd onder meer de snelheid van 160 km/h verhoogd tot 180 km/h. Doordat deze snelheidsverhoging in de praktijk verder geen effect had werden deze locomotieven in 2002 en 2004 weer als Rc 6 ingedeeld.
Bronnen:[1]
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
De locomotieven van de bouwserie Rc zijn nog in gebruik bij Green Cargo en bij diverse exploitanten. Ze zijn nog regelmatig op de Zwitserse trajecten te zien bij het goederentransport.
Bijzonderheden/Opmerkingen
Oorspronkelijk werden alle Rc locomotieven geleverd in een oranje kleurenschema met witte lijnen. Tegen het einde van de jaren 1980, besloot de SJ om een nieuw kleurenschema in te voeren en werden de locomotieven in het blauw geschilderd. Onlangs heeft de SJ gekozen de Rc locomotieven in een zwarte kleurstelling te schilderen. De locomotieven bij Green Cargo waren in 2001 nog in de oorspronkelijke oranje kleuren. In 2006 waren alle locomotieven bij Green Cargo, op 1 na in de groene kleuren van Green Cargo geschilderd.
Na de gedeeltelijke liberalisering werden een aantal Rc locomotieven door de SJ verhuurd aan diverse exploitanten. Er ontstond daarbij een verscheidenheid aan kleurschema's. In het voorjaar van 2006 werden twee Rc6 locomotieven in een grijze kleurstelling geschilderd. In de herfst van 2006 werd besloten om alle locomotieven van de SJ AB in het zwart te schilderen. De twee grijze locomotieven kregen in 2010 tevens het zwarte kleurenschema.
Externe Verwijzingen
Diverse E-locs Bouwserie Rc
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|
|
|