Bouwserie BB 25200
Serie BB 25200 | |
---|---|
Spoorwegmij's | SNCF, TER, FRET |
Bedrijfsnummers | 25201 - 25259 |
Fabrikanten | MTE |
Aantal gebouwd | 51 stuks |
Bouwjaren | 1965-1979 |
Asvorm | Bo'Bo' |
Lengte over de buffers | 16.200 mm |
Max.snelheid | 160 km/h |
Vermogen | DC: 3400 kW AC: 3140 kW |
Dienstgewicht | 84,8 - 88 t |
Aanvangskracht | - kN |
Stroomsysteem | = 1.500 volt ~ 25.000 volt / 50 Hz |
Remmen | - |
Uit dienst | ? |
Elektrische locomotief Serie BB 25200
De locomotieven van de bouwserie BB 25200 zijn elektrische meersysteem locomotieven van de Franse spoorwegen Société Nationale des Chemins de Fer français (SNCF). De locomotieven zijn ontworpen en gebouwd door Matériel de traction électrique (MTE). De locomotieven kunnen op zowel het 1,5 kV gelijkstroom als op 25 kV wisselstroom trajecten rijden. De BB 25200 wordt ingezet voor het trekken van personentreinen. De locomotief heeft de bijnaam "BB Jacquemin" net als de aanverwante locomotieven van de Bouwserie BB 9200, Bouwserie BB 9300, Bouwserie BB 16000, Bouwserie BB 25100 en Bouwserie BB 25150. De naam is afkomstig van het toegepaste type draaistel gemaakt door ingenieur André Jacquemin.
Ontwikkeling en Bedrijf
De locomotieven werden ontworpen en gebouwd door MTE en in de periode 1965 t/m 1979 werden 51 stuks afgeleverd aan de SNCF. De BB 25200 is afgeleid van de BB 9200 en BB 16000 locomotieven. De locomotieven hebben op het 1.5 kV gelijkstroomtraject een vermogen van 3400 kW. Op het 25kV wisselstroom traject hebben ze een vermogen van 3140 kW. De locomotieven zijn toegelaten voor een maximumsnelheid van 160 km/h. Daarmee is de BB 25200 een stuk sneller dan zijn uit dezelfde familie afkomstige Bouwserie BB 25100 en Bouwserie BB 25150. De BB 25200 bestaat uit 2 deelseries, waarbij de 1e serie (25201 t/m 25246, 25252, 25253, 25257) een lengte heeft van 16,2 meter en een gewicht van 84,8 ton terwijl de 2e deelserie (25247 t/m 25251, 25254 t/m 25256, 25258, 25259) een lengte heeft van 16,68 meter en een gewicht van 88 ton. De locomotieven werden gestationeerd in de depots Marseille en Rennes. Later werden ze ook ingezet op het traject tussen Parijs, Rouen en Le Havre. Bij de inzet van deze locomotieven in het bergachtige Alpengebied, (Regio Rhône-Alpes), blijken de locomotieven onderhevig te zijn aan slijtage, waardoor er soms brand uitbreekt. Om deze schade tegen te gaan, wordt brand-detectie apparatuur ingebouwd.
Enkele locomotieven werden in 1987 uitgerust voor het keertrein bedrijf. Dit waren de locomotieven BB 25236, BB 25245 (depot Rennes) en de BB 25248 en BB 25250 (depot Montrouge). Ook werden 5 locomotieven van de bouwserie BB 25150 later toegvoegd aan de bouwserie BB 25200. Dit betrof de locomotieven BB 25180, 25183, 25184, 25194 en 25195.
De BB 25236 werd geleverd met draaistellen die in staat waren om 250 km/h te rijden. Deze nam deel aan testritten op de Elzas. Enkele locomotieven werden verkocht aan het Roemeense Grup Feroviar Roman (GFR). Dit betrof de BB 25204, BB 25215, BB 25217 en BB 25224.
Bronnen:
- wikipedia :BB_25200 [1]
Kleurvarianten
- Vanaf fabriek werden de locomotieven in een groene kleur afgeleverd.
- Later werden de locomotieven in het betongrijs met oranje sierlijn geschilderd.
- Ook werden locomotieven in "Multiservice" kleuren Grijs/Lichtgrijs/Rood geschilderd.
- In 2009 werden enkele locomtieven in de grijs/paars/blauwe "En voyage" kleuren geschilderd.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- De BB 25236 is bewaard gebleven en in zijn oorspronkelijke groene kleurstelling gebracht. Deze bevindt zich in het musée français du chemin de fer in Mulhouse
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse E-locs Serie BB 25200
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|