Bouwserie Reihe 16
ÖBB Reihe 16 kkStB 310 BBÖ 310 | |
---|---|
Spoorwegmij's | kkStB, BBÖ, DR, ÖBB |
Bedrijfsnummers | kkStB: 310.01 – 310.90 BBÖ: 310.05 – 310 90 DR: 16 001 – 16 041, 16 045-16 050, 16 061–16 064 ÖBB: 16.04, 16.05, 16.08, 16.20, 16.35 |
Fabrikanten | Floridsdorf BMMF StEG Breitfeld & Daněk |
Aantal gebouwd | 90 stuks |
Bouwjaren | 1911 – 1916 |
Asvorm | 1'C2' h4v |
Wiel diameters | Drijfwielen:Ø 214 cm Voorloop:Ø 103,4 cm |
Lengte loc incl. tender | 21.404 mm |
Keteldruk | 15-16 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | - m2 |
Dienstgewicht | 86/138,6 t |
Max.snelheid | 110/120 km/h |
Vermogen | - kW |
Remmen | - |
Uitdienst | 1957 |
Stoomlocomotief kkStB 310 / BBÖ Reihe 310 / ÖBB Reihe 16
De locomotieven van de bouwserie kkStB 310 zijn oorspronkelijk stoomlocomotieven van de Oostenrijkse Staatsspoorwegen (kkStB) en werden ingezet als sneltrein stoomlocomotieven.
Ontwikkeling en Bedrijf
De stoomlocomotieven van de bouwserie kkStB 310 zijn ontworpen door Karl Gölsdorf. In de periode 1911 t/m 1916 werden door de Oostenrijkse Staatsspoorwegen (kkStB) 90 stuks aangeschaft. De locomotieven werden gebouwd door de lokomotivfabrik Floridsdorf, de Wiener Neustadt locomotief fabriek, de Tsjechisch-Moravische machinefabriek en de locomotief fabriek Steg en Bohemian Breitfield & Daněk. De locomotieven waren 4-cylinder locomotieven met een vermogen van 1800 pk. Vanwege de stijve constructie van de locomotieven werd ze ingezet op de vlakke trajecten. Na de 1e wereldoorlog vond een reorganisatie in Centraal-Europa plaats waarbij in 1919 het grondgebied van Oostenrijk nog maar 1/8 besloeg van het oorsponkelijke Keizerrijk. Van de 90 gebouwde locomotieven werden er nog maar 43 ingedeeld bij de Oostenrijkse spoorwegen, de Bundesbahnen Österreich (BBÖ). De overige gingen naar Tsjecho-Slowakije (CSD), die 35 locomotieven indeelde als bouwserie 375 en Polen (PKP), die 12 locomotieven indeelde als PKP PN12.
Na de annexatie van Oostenrijk in 1938 door Duisland, werden de locomotieven bij de Deutsche Reichsbahn ingedeeld als bouwserie 16. Na de bezetting van Polen, werden 11 PKP PN12 locomotieven tevens toegevoegd aan de bouwserie 16. Bij de Deutsche Reichsbahn kregen de locomotieven de bedrijfsnummers 16 041, 160 45 t/m 16 050 en 16 061 t/m 16 064 toebedeeld. Na de 2e wereldoorlog werden bij de Oostenrijkse Bundesbahnen (ÖBB) 5 stuks ingedeeld als Reihe 16, waar ze als sneltrein werden ingezet. Naast dat het onderhoud van deze locomotieven duur was, waren er modernere locomotieven beschikbaar, waardoor de inzet van de Rh 16 afnam. In 1957 werd de laatste locomotief van deze bouwserie bij de ÖBB ter zijde gesteld.
In 1915 werden nog 10 locomotieven besteld, maar omdat er vanwege de 1e wereldoorlog een schaarste was aan koper, werden deze locomotieven voorzien van een Brotanketel. De locomotieven werden in de lokomotivfabrik Floridsdorf gebouwd en werden in 1918 geleverd als bouwserie kkStB 310.3. De kkStB nam 7 locomotieven af, welke de bedrijfsnummers 310 300 t/m 310 306 kregen toebedeeld. Kort hieropvolgend werd de 1e wereldoorlog beëindigd. Hierdoor werd Floridsdorf genoodzaakt om de locomotieven weer te koop aan te bieden. In 1919 en 1920 werden 7 stuks verkocht aan de Pruisische staatsspoorwegen waar ze als Pruisische S11 werden ingedeeld en waar ze de bedrijfsnummers S11 1301 t/m 1307 kregen toegekend. De overige 3 locomotieven werden door de PKP gekocht welke ze toevoegde aan de PKP N12 reeks.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Loc 310.15 is bewaard gebleven en staat in het Technische Museum in Praag.
- Loc 310.23 is bewaard gebleven en is in het bezit van Eisenbahnmuseum Strasshof.
Bronnen:[1]
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse Stoomlocomotieven kkStB 310 / Reihe 16
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|
|