Bouwserie Rh 5042
Rh 5042 BBÖ VT 42 | |
---|---|
Type | Rh 5042 |
Aantal | 14 |
Bedrijfsnrs. | BBÖ: VT 42.01 - VT42.14 ÖBB: 5142.01 - 5142.15 |
Fabrikant | SGP |
Bouwjaar | 1935–1936 |
Asvorm | (1A)'(A1)' |
Lengte | 22.440 mm. |
Gewicht | 59,12 t. |
Max. snelheid | 110 km/h |
Vermogen | 154 kW |
Bouwwijze motor | R8/W8 |
Overdracht vermogen | Diesel-elektrisch |
Brandstof-tankinhoud | - liter |
Remmen | Luchtdruk rem direkte handrem |
Uit dienst | 1989 |
Bouwserie Rh 5042
De treinstellen van de bouwserie Rh 5042 zijn diesel-elektrische motorwagens van de Oostenrijkse spoorwegen, de Österreichischen Bundesbahnen (ÖBB). De treinstellen werden vooral ingezet als sneltreinen, later als regionale treinen rond Wenen.
Ontwikkeling en Bedrijf
Na de goede ervaringen met de diesel-elektrische treinstellen van de bouwserie VT 41 besloot de Bundesbahnen Österreich (BBÖ) in 1934 om deze te laten doorontwikkelen en bestelde bij Simmering 2 nieuwe treinstellen van de bouwser VT 42. In 1935 werden deze geleverd en werden ingedeeld bij de BBÖ als VT42 met de bedrijfsnummers VT 42.01 en VT 42.02. Ook deze treinstellen bevielen goed en in 1935 besloot de BBÖ dan ook om nog eens 12 stuks te bestellen. Deze treinstellen werden in 1935 en 1936 geleverd en kregen de bedrijfsnummers VT 42.03 t/m VT 42.14. De treinstellen waren uitgerust met een 8-cylinder dieselmotor met een inhoud van 26,86 Liter met een vermogen van 154 kW (210 Pk). De VT 42 was de eerste Oostenrijkse dieselmotorwagen die een snelheid van meer dan 100 km/h kon halen. De treinstellen hadden aanvankelijk 64 zitplaatsen (3e klas) en werden ingezet op de Südbahn en als sneltrein in de omgeving van Linz.
In 1938 kwamen de treinstellen in het bezit van de Deutsche Reichsbahn welke ze indeelde als bouwserie C4ivT met de bedrijfsnummers 890 t/m 903. Ze werden ingezet op het traject Graz-Salzburg.
Na de 2e wereldoorlog werden 9 motorwagens weer bij de ÖBB ondergebracht, welke ze indeelde als bouwserie Rh 5042. (Het betrof de motorwagens VT 42.01, 42.03, 42.04, 42.07, 42.08, 42.09, 42.10, 42.12 en 42.14). De motorwagens VT 42.05 en VT 42.06 bleven achter in Tsjechoslowakije en de VT 42.02, 42.11 en 42.12 werden ter zijde gesteld. In 1953 werden uit de Rh 5043.01 en de beschadigde Rh 5042.07 een nieuw treinstel samengesteld welke het nummer 5052.15 kreeg toebedeeld. De Rh 5042 motorwagens werden ingezet op de Westbahn, totdat dit traject werd geëlectrificeerd. Hierna werden ze in Villach, Linz en Graz gestationeerd. Vanaf 1966 werden alle Rh 5042 motorwagens naar Wenen verplaatst en werden ze ingezet op de Westbahn voor het regionale verkeer. In 1956 werden 7 bijwagens gebouwd door Simmering–Graz–Pauker AG (SGP) welke in combinatie met de motorwagens van de bouwserie Rh 5041 en Rh 5042 konden worden ingezet. Deze bijwagens werden in 1957 geleverd en bij de ÖBB ingedeeld als bouwserie Rh 7140. Deze 2-assige bijwagens boden plek aan 57 zitplaatsen. De bijwagens konden zowel in combinatie met de Rh 5041 als met de Rh 5042 worden gebruikt. In 1983 werden deze bijwagens ter zijde gesteld.
In 1989 werden de treinstellen van de bouwserie Rh 5042 ter zijde gesteld.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Het treinstel Rh 5042.14 is bewaard gebleven en bevindt zich in het Eisenbahnmuseum Strasshof.
Bronnen:
- wikipedia : BBÖ_VT_42[1]
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse Treinstellen Bouwserie Rh 5042 / VT 42
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|