Bouwserie Rh 38
SB Reihe 109 BBÖ Reihe 209 ÖBB Reihe 38 FS 653 JDŽ 03 MÁV 302 | |
---|---|
Spoorwegmij's | SB, BBÖ, ÖBB, FS, JDŽ, MAV |
Bedrijfsnummers | SB: 109.01 - 109.44 SB: 109.101 - 109.109 MAV: 302.601 - 302.610 MAV: 302.501 - 302.504 BBÖ: 209.01 – 209.17 ÖBB: 38.4101 - 38.4114 |
Fabrikanten | Lokomotivfabrik Floridsdorf StEG Wr. Neustadt Budapest |
Aantal gebouwd | 53 stuks |
Bouwjaren | 1910, 1913, 1927–1930 |
Asvorm | 2'C h2 |
Wiel-diameters: | Drijfwielen:Ø 174 cm Voorloop:Ø 103,4 cm |
Lengte loc.inclusiefl. tender | 17.526 mm |
Keteldruk | 13 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | 173,80 m² |
Dienstgewicht | 66,9 t |
Vermogen: | 1.140 kW |
Max.snelheid | 90 km/h |
Uitdienst | 1967 (ÖBB) |
Stoomlocomotief SB 109 / ÖBB Reihe 38
De locomtieven van de SB Reihe 198 zijn stoomlocomotieven van de Oostenrijkse Südbahngesellschaft (SB) die na de 1e wereldoorlog bij de BBÖ werden ingedeeld als Reihe 209 en na de 2e wereldoorlog bij de Oostenrijkse Bundesbahn (ÖBB) ingedeeld werden als Reihe 38. De locomotieven waren bestemd voor sneltrein personenvervoer in Oostenrijk.
Ontwikkeling en Bedrijf
In 1910 had de Südbahngesellschaft (SB) behoefte aan nieuwe sterke stoomlocomotieven om de verouderde locomotieven van de Reihe 32f te vervangen. Er werd een nieuwe locomotief ontworpen door Ernst Prossy en Hans Steffan van de Lokomotivfabrik StEG. Deze nieuwe locomotieven werden ingedeeld bij de SB als Reihe 109. Met de Reihe 109 werd de reistijd tussen Wenen en Triëst van 13,5 teruggebracht tot 10,5 uur. Naast de Lokomotivfabrik StEG, werden deze locomotieven ook gebouwd door de Lokomotivfabrik Floridsdorf en de Wiener Neustädter Lokomotivfabrik. Tot aan 1914 werden in totaal 44 stuks geleverd aan de Südbahngesellschaft. De locomtieven werden gestationeerd in Wenen, Innsbruck, Marburg en Triëst. In 1913 werden door de Südbahngesellschaft nog 7 locomotieven als Reihe 109.1 besteld voor de Hongaarse trajecten bij de MÁVAG Lokomotivfabrik in Budapest. In 1917 volgde nog een bestelling van 2 stuks van deze Reihe 109.1 bij de Lokomotivfabrik Floridsdorf in Wenen.
Na de 1e wereldoorlog waren er nog 17 stuks in Oostenrijk, welke in 1923 bij de Bundesbahnen Österreich (BBÖ) werden ingedeeld als Reihe 209. Bij de Jugoslavische JDŽ werden voormalige Reihe 109 locomotieven (13 stuks) ingedeeld als Reihe 03 en bij de Italiaanse spoorwegen (FS) werden 13 stuks ingedeeld als Gruppo 653. In 1932 werden 14 locomotieven van deze bouwserie ingedeeld bij de MÁV als Reihe 302.
De 17 Oostenrijkse locomotieven van de BBÖ kwamen in 1938 in het bezit van de Deutsche Reichsbahn en werden ingedeeld als bouwserie 38.41. Tijdens de 2e wereldoorlog werden de 13 Jugoslavische locomotieven ook ingedeeld als bouwserie 38.41 bij de DR. Na de 2e wereldoorlog verbleven nog 11 exemplaren in Oostenrijk, welke bij de ÖBB werden ingedeeld als Reihe 38. Van deze locomotien werden er nog 8 voorzien van een Giesl-Ejector.
De laatste locomotief werd bij de ÖBB in 1967 ter zijde gesteld. Bij de Jugoslavische JDŽ werd de laatste locomotief van de Reihe 03 in 1968 ter zijde gesteld. In Hongarije werden de Reihe 302 locomotieven tussen 1962 en 1968 ter zijde gesteld.
Bronnen:
- wikipedia SB 109:[1]
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Loc 109.13 is bewaard gebleven en staat in het Eisenbahnmuseum Strasshof
- Loc 109.38 is bewaard gebleven en staat in het Slowenisches Eisenbahnmuseum in Ljubljana
- Loc 109.109 is bwaard gebleven en staat in het Lokopark Budapest
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse Stoomlocs Rh 38 / BBÖ 209 / SB 109
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
|
|
|
|
|