Bouwserie Ae 6/8: verschil tussen versies
k (→Modellen) |
|||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 43: | Regel 43: | ||
De aanvankelijk als bouwserie Be 6/8 bestempelde locomotieven, haalden een maximumsnelheid van 75 km/h. Na de ombouw van het drijfwerk in 1939, haalden deze locomotieven een maximumsnelheid van 90 km/h. | De aanvankelijk als bouwserie Be 6/8 bestempelde locomotieven, haalden een maximumsnelheid van 75 km/h. Na de ombouw van het drijfwerk in 1939, haalden deze locomotieven een maximumsnelheid van 90 km/h. | ||
− | In de periode 1939-1943 werden aanvullend 4 locomotieven gebouwd door SLM en SAAS. Deze serie werd afgeleverd met | + | In de periode 1939-1943 werden aanvullend 4 locomotieven gebouwd door SLM en SAAS. Deze serie werd afgeleverd met rond bestuurdershuis en haalden door een aanpassing in het drijfwerk een maximumsnelheid van 90 km/h. De locomotieven werden ingedeeld als bouwserie Ae 6/8. Deze 2e serie was uitgerust met het nieuwe treinbeveiligingssysteem Signum wat onlangs door de SBB was geïntroduceert. Verder waren de locomotieven voor het eerst voorzien van een stoel voor de machinist, zodat deze zittend in plaats van staand de locomtief kon besturen. De Ae 6/8 was dan ook de 1e locomotief in Zwitserland waar de machinist zittend de trein kon besturen. |
− | Na het afleveren van deze 2e reeks, | + | Na het afleveren van deze 2e reeks, werden de vier locomotieven van de eerste reeks omgebouwd in Spiez, waarbij het drijfwerk werd aangepast en tevens werden voorzien van het treinbeveiligingssysteem Signum. De behuizing bleef daarbij nog ongewijzigd. In 1951 werden de remweerstanden verplaatst naar het dak, welke voorheen nog in de machineruimte zaten en waardoor de maximumsnelheid verhoogd werd naar 100 km/h. Tevens werd de transformator aangepast. Ook werden 2 luchtroosters verwijdert bij de aanpassingen. In 1968 werd de reminstallatie aangepast waardoor de prestaties van de locomotief sterk toenamen. |
De eerste twee locomotieven van de Ae 6/8 werden ingezet voor het zware kolentransport op de Lötschberg en trokken individueel een kolentrein van 550 ton. Het was daarmee de sterkste locomotief van de wereld tot aan de introductie van de Zwitserse bouwserie Ae 8/14 van de SBB. | De eerste twee locomotieven van de Ae 6/8 werden ingezet voor het zware kolentransport op de Lötschberg en trokken individueel een kolentrein van 550 ton. Het was daarmee de sterkste locomotief van de wereld tot aan de introductie van de Zwitserse bouwserie Ae 8/14 van de SBB. | ||
Regel 93: | Regel 93: | ||
== Modellen == | == Modellen == | ||
+ | === Roco H0 modellen === | ||
{{Roco-ae68-modellen}} | {{Roco-ae68-modellen}} | ||
{{Navigatie-grootspoor-sbb}} | {{Navigatie-grootspoor-sbb}} | ||
[[Categorie:E-locs]][[Categorie:E-locs Zwitserland]] | [[Categorie:E-locs]][[Categorie:E-locs Zwitserland]] |
Huidige versie van 14 apr 2023 om 08:06
Ae 6/8 | |
---|---|
Spoorwegmij's | BLS |
Bedrijfsnummers | 201 - 207 205 - 208 |
Fabrikanten | 201 - 207 :Breda, SAAS 205 - 208 :SLM, SAAS |
Aantal gebouwd | 8 stuks |
Bouwjaren | 201 - 207:1926–1931 205 - 208:1939–1943 |
Asvorm | (1’Co)(Co1’) |
Lengte over de buffers | 20.260 mm |
Max.snelheid | 100 km/h |
Vermogen | 4.410 kW |
Dienstgewicht | 140 t |
Trekkracht | 650 t bij 27 ‰ |
Stroomsysteem | 15 kV 16.7 Hz |
Remmen | |
Uit dienst | 1976 |
Bouwserie Ae 6/8
De bouwserie Ae 6/8 is in opdracht van de Zwitserse Berner Alpenbahngesellschaft Bern–Lötschberg–Simplon (BLS) gebouwd in de periode 1926-1943. De locomotief was de vervanger van de bouwserie Be 5/7 die niet sterk genoeg meer was om het groeiende zware goederentransport aan te kunnen.
Ontwikkeling en bedrijf
De eerste vier exemplaren van de bouwserie Ae 6/8 werden gebouwd in 1926 en 1931 door de fabrikant Breda in Italië en SAAS en kregen de bedrijfsnummers 201 t/m 203. Deze locomotieven haddden oorsponkelijk een recht machinistenhuis met een kleine voorbouw. Deze werd in de periode 1955-1956 aangepast naar de huidige vorm. De draaistellen waren met elkaar gekoppeld en waren voorzien van de trek- en stoot- inrichtingen.
De motoren waren op de draaistellen ondergebracht en zorgden via de Sécheron-veeraandrijving voor het aandrijven van de assen. De aanvankelijk als bouwserie Be 6/8 bestempelde locomotieven, haalden een maximumsnelheid van 75 km/h. Na de ombouw van het drijfwerk in 1939, haalden deze locomotieven een maximumsnelheid van 90 km/h.
In de periode 1939-1943 werden aanvullend 4 locomotieven gebouwd door SLM en SAAS. Deze serie werd afgeleverd met rond bestuurdershuis en haalden door een aanpassing in het drijfwerk een maximumsnelheid van 90 km/h. De locomotieven werden ingedeeld als bouwserie Ae 6/8. Deze 2e serie was uitgerust met het nieuwe treinbeveiligingssysteem Signum wat onlangs door de SBB was geïntroduceert. Verder waren de locomotieven voor het eerst voorzien van een stoel voor de machinist, zodat deze zittend in plaats van staand de locomtief kon besturen. De Ae 6/8 was dan ook de 1e locomotief in Zwitserland waar de machinist zittend de trein kon besturen.
Na het afleveren van deze 2e reeks, werden de vier locomotieven van de eerste reeks omgebouwd in Spiez, waarbij het drijfwerk werd aangepast en tevens werden voorzien van het treinbeveiligingssysteem Signum. De behuizing bleef daarbij nog ongewijzigd. In 1951 werden de remweerstanden verplaatst naar het dak, welke voorheen nog in de machineruimte zaten en waardoor de maximumsnelheid verhoogd werd naar 100 km/h. Tevens werd de transformator aangepast. Ook werden 2 luchtroosters verwijdert bij de aanpassingen. In 1968 werd de reminstallatie aangepast waardoor de prestaties van de locomotief sterk toenamen.
De eerste twee locomotieven van de Ae 6/8 werden ingezet voor het zware kolentransport op de Lötschberg en trokken individueel een kolentrein van 550 ton. Het was daarmee de sterkste locomotief van de wereld tot aan de introductie van de Zwitserse bouwserie Ae 8/14 van de SBB. De Ae 6/8 werd voornamelijk ingezet voor het zware goederentransport welke te zwaar was voor de Be 5/7. Enkele machines zijn een periode verhuurd aan de SBB voor inzet op de Gotthardbahn.
Bron:[1]
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Er zijn 3 locomotieven van deze bouwserie bewaard gebleven. De locomotieven zijn niet voor het publiek toegankelijk, maar worden alleen bij evenementen getoond.
- Ae 6/8 - 201 (015 201-7) - In 1977 buiten diens gesteld en verschroot.
- Ae 6/8 - 202 (015 202-5) - In 1984 buiten diens gesteld en verschroot.
- Ae 6/8 - 203 (015 203-3) - In 1989 buiten diens gesteld en verschroot.
- Ae 6/8 - 204 (015 204-1) - In 1985 buiten diens gesteld en verschroot.
- Ae 6/8 - 205 (015 205-8) - Historische locomotief van de BLS, depot Spiez.
- Ae 6/8 - 206 (015 206-6) - Eigendom van Swiss Classic Train
- Ae 6/8 - 207 (015 207-4) - In 1995 buiten diens gesteld en verschroot.
- Ae 6/8 - 208 (015 208-2) - Eigendom van Swisstrain
Bijzonderheden/Opmerkingen
Literatuur
Externe Verwijzingen
Diverse E-locs Bouwserie Ae 6/8
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
Roco H0 modellen
|