Bouwserie Re 6/6: verschil tussen versies
k (→Modellen) |
k (→Modellen) |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 103: | Regel 103: | ||
== Modellen == | == Modellen == | ||
+ | === Märklin H0 modellen === | ||
{{Märklin-re66-modellen}} | {{Märklin-re66-modellen}} | ||
+ | === Märklin Z modellen === | ||
+ | {{Märklin-z-re66-modellen}} | ||
+ | === Roco H0 modellen === | ||
{{Roco-re66-modellen}} | {{Roco-re66-modellen}} | ||
+ | |||
{{Navigatie-grootspoor-sbb}} | {{Navigatie-grootspoor-sbb}} | ||
[[Categorie:E-locs]][[Categorie:E-locs Zwitserland]] | [[Categorie:E-locs]][[Categorie:E-locs Zwitserland]] |
Huidige versie van 16 apr 2023 om 15:26
Re 6/6 Re 620 | |
---|---|
Spoorwegmij. | SBB Cargo |
Bedrijfsnummers |
11601-11689 |
Fabrikanten | SLM/BBC/SAAS |
Aantal gebouwd | 89 stuks |
Bouwjaren | 1972, 1975-1980 |
Asvorm | Bo'Bo'Bo' |
Lengte over de buffers | 19.310 mm |
Max.snelheid | 140 km/h |
Vermogen | 7.850 kW bij 100km/h |
Dienstgewicht | 120 t |
Aanvangskracht | 267 kN |
Stroomsysteem | ~ 15.000 volt 16 2/3 Hz |
Remmen | mechanisch, elektrisch |
Uit dienst | - |
Elektrische locomotief Re 6/6
Begin jaren 1970 tekende het einde van de legendarische serie Ae 6/6 op de Gotthardlijn zich af. De Schweizerische Bundesbahnen (SBB) lieten daarom door de firma’s SLM Winterthur, BBC Baden en SAAS Genève een serie opvolgers ontwikkelen: de serie Re 6/6. De UIC-aanduiding van de serie Re 6/6 is de serie 620, die steeds vaker op de machines te zien is.
De zware omstandigheden op de Gotthard verlangden een locomotief met 6 aangedreven assen. Om de slijtage laag te houden,besloot men voor een locomotief met drie draaistellen, waarbij het middelste draaistel een sterke zijdelingse verschuiving toont. De draaistellen zijn onderling met elastische dwarskoppelingen verbonden, om een optimale loop door bogen te garanderen. De cabines van de Re 6/6 leunen sterk op het design van de Re 4/4 II, evenals de elektrische uitrusting van de transformatoren, waarvan de Re 6/6 er twee bezit. De 19.310 mm lange, 120 t zware en 140 km/h snelle locomotieven hebben een vermogen van 7850 kW.
De Re 6/6 heeft in de loop der tijd meerdere kleurvarianten gekend. 30 locomotieven werden vanaf het jaar 2000 met radio-afstandsregeling uitgerust, deze machines lopen onder de aanduiding Ref 6/6.
Ontwikkeling en Bedrijf
De SBB stelde zware eisen aan de locomotief: Deze moest in staat zijn een trein van 800 ton met een constante snelheid 80 km/h helling op (26 ‰) te vervoeren en een trein van 400 ton met een constante snelheid van 80 km/h helling af (26 ‰) te vervoeren. Verder werden beperkingen vereist aan de dwarskrachten op het spoor in de Gotthard-bogen (radius: 300m) waarbij in deze bogen met 80 km/h gereden moest kunnen worden. De locomotief moest 6 assen hebben.
De constructie van deze nieuw ontwikkelde Re 6/6 werd een locomotief met een vermogen van 10.300 pk (7.600 kW) en kreeg drie twee-assige draaistellen met per as één tractiemotor. Elk draaistel rust door middel van schroefveren (’primaire vering’) op twee wielassen. De vering tussen locomotiefbak en draaistel (secundaire vering) bestaat uit laag aan de bak bevestigde schroefveren (flexicoil-veren) op een dwars geplaatste wiegbalk. De draaistellen hebben geen vast maar een theoretisch draaipunt.
In 1972 werden de eerste 4 prototypen (11601-11604) geleverd aan de SBB. De eerste 2 locomotieven van de serie Re 6/6 kwamen nog met een gedeelde lockast op de baan. Bij de serie aflevering was de lockast 1 geheel. De 4 prototypen weken onderling van elkaar af.
- 11601 en 11602 kregen een verticaal gedeelde bak met een scharnierverbinding in het midden, die een verticale knikbeweging van de locomotief mogelijk maakt. Deze knikbeweging dient de gelijkmatige belasting van de draaistellen bij het berijden van promillage-overgangen in de baan (verticale ‘knikken’ in het spoor).
- 11603 kreeg een ongedeelde bak en soepeler secundaire vering (oorspronkelijk: luchtvering) van het middendraaistel
- 11604 kreeg een ongedeelde bak en elektropneumatisch geregelde asdruk-compensatie tussen midden- en einddraaistellen
Voor de seriebouw werd de constructie van de 11603 gekozen omdat deze het meest simpel en de goedkoopste was. De constructie voldeed voldoende aan de gestelde eisen. De eerste bestelling omvatte 45 machines (11605 - 11649) welke snel gevolgd werden door een 2e bestelling van 40 exemplaren (111650 - 11689).
Bronnen:
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
De 88 nog in dienst staande locomotieven behoren allen tot de SBB Cargo en komen met zware goederentreinen in alle uithoeken van Zwitserland, over de Gotthard, ook wel met een Re 4/4 II of Re 4/4 III in tandemverkeer voor. In het zware personenverkeer waren de locs van de serie Re 6/6 zelfs een alternatief voor een Re 4/4 II dubbeltractie en nadat de moderne serie 460 hoofdzakelijk aan het personenverkeer toegewezen werd, domineren de indrukwekkende Re 6/6en met hun drie draaistellen weer het goederenverkeer op de Gotthard.
Bijzonderheden/Opmerkingen
- Op 16 Februari 1990 botste locomotief 11638 in het stationsgebied van Saxon tegen een goederentrein.
- Op 8 Augustus 2011 botste locomotief 11666 in het station van Döttingen op een pendeltrein. De locomotief raakte zwaar beschadigd.
Literatuur
Verwijzingen
Interne
Externe
Diverse E-locs Serie Re 6/6
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
Märklin H0 modellen
|
Märklin Z modellen
|
Roco H0 modellen
|