Bouwserie Re 4/4 I: verschil tussen versies
Regel 90: | Regel 90: | ||
Bestand:Re 4-4 I 10001 werd ook naar buiten gestuurd.jpg|<center>Re 4/4 I komt uit de loods</center> | Bestand:Re 4-4 I 10001 werd ook naar buiten gestuurd.jpg|<center>Re 4/4 I komt uit de loods</center> | ||
Bestand:Re 4-4 I 10001 klaar om weggebracht te worden.jpg|<center>Re 4/4 I op draaischijf</center> | Bestand:Re 4-4 I 10001 klaar om weggebracht te worden.jpg|<center>Re 4/4 I op draaischijf</center> | ||
+ | Bestand:Re 4-4 10019 en 10008 Centralbahn Emmerich.jpg|<center>Re 4/4 I - 10019 en 10008 Centralbahn Emmerich</center> | ||
</gallery> | </gallery> | ||
Versie van 30 mei 2015 10:20
Bouwserie Re 4/4 I – SBB | |
---|---|
Spoorweg Mij. | SBB |
Nummering | 401 - 426 427 - 450 |
Fabrikant | SLM/BBC/MFO/SAAS |
Aantal gebouwd | 50 |
Bouwjaren | 1948 - 1951 |
Asvorm | Bo’ Bo’ |
Lengte over de buffers | 1e serie: 14.700 mm 2e serie: 14.900 mm |
Dienstgewicht | 57 t |
Max.snelheid | 125 km/h |
Vermogen | 1e serie: 1850 kW 2e serie: 1900 kW |
Trekkracht | 134 kN |
Aandrijving | Electrisch |
Remmen | Automatische remmen (Oerlikon) |
Uit dienst | 1996 - 1998 |
Elektrische locomotief Bouwserie Re 4/4 I
De SBB Re 4/4 I is een electrische locomotief van de Schweizerische Bundesbahnen (SBB) welke vanaf 1946 tot 1999 dienst deed.
Ontwikkeling en Bedrijf
Tegen het einde van de 2e wereldoorlog waren er bij de SBB concrete plannen voor de bouw van een lichte en snelle locomotief, die met name met bochten kon nemen met een hoge snelheid. Als voorbeeld diende de locomotief van de bouwserie Ae 4/4 251 van de BLS. De Zwitserse spoorwegen (SBB) schaften in 1946 de eerste locomotieven van de serie Re 4/4 I aan. De machines leverden met een vermogen van 1855 kWh en een gewicht van slechts 56 t en een maximumsnelheid van 125 km/h uitstekende prestaties. De Re 4/4 werden vooral gebruikt voor lichte sneltreinen (samengesteld uit lichtstalen rijtuigen), pendeltreinen en regionale treinen.
Het mechanische deel van de locomotief werd gebouwd door de SLM, terwijl MFO het electrische deel bouwde, samen met BBC en SAAS. In de periode van 1946-1951 werden de locomotieven in 2 series gebouwd en geleverd. De eerste serie van 26 stuks kregen de bedrijfsnummers 401-426. De 2e serie kreeg de bedrijfsnummers 427-450.
Eerste serie (401-426)
De eerste serie kreeg electrische remmen en kreeg een deur aan het front en aan de achterkant zodat personeel en reizigers door de locomotief naar de rijtuigen konden lopen indien deze tussen 2 rijtuigen in geschakeld was. De locomotieven van de eerste serie hebben aan de rechterzijde van de locomotief een open gangpad waaruit de apparatuur vrij toegankelijk is. Deze zijde had vier grote ruiten en daaronder vier jaloezieën voor de koeling. Aan de linkerzijde van de locomotief is tevens een gangpad met 4 ramen, welke van de machineruimte is gescheiden middels een wand. De vier jaloezieën onder de ramen, hadden als nadeel dat stuifsneeuw naar binnen kon komen, wat regelmatig tot storingen leidde.
Tweede serie (427-450)
De 2e serie werd gebouwd zonder electrische remmen en de deuren aan de voor- en achterkant van de locomotief kwamen te vervallen. Bij deze 2e serie waren beide gangpaden open en was de apparatuur vrij toegankelijk. Voor de ventilatie van de tractiemotoren waren in beide zijwanden twee roosters aangebracht. Ook werden twee grote ruiten tussen de roosters geplaatst.
Vanaf 1957 werden aan de Re 4/4 I een aantal wijzigingen aangebracht. De locomotieven werden omgenummerd en kregen in plaats van het drie-cijferige nummer in de 400 serie, een vijf-cijferige nummer 10001 - 10026. De in de rijrichting links aangebrachte deuren werden dichtgemaakt. Voor een betere ventilatie werden aan de zijde van de machineruimte de vier ruiten en de zich daaronder bevindende jaloezieën vervangen door acht roosters. In 1991 werden de vouwbalgen gedemonteerd en de frontdeuren, dichtgemaakt.
Kleurvarianten
De Re 4/4 I kende een aantal kleurvarianten. Vanaf de fabriek was deze dennengroen geschilderd met een zilverkleurig dak. De loc 10009 was van 1957 tot 1959 donkerblauw geschilderd, terwijl de loc 419 van 1955 tot 1958 lindengroen geschilderd was. Voor belangrijke inzetten kregen in 1972 vier loks de TEE-belijning ("Rheingold" Basel-Genève en "Bavaria" Zürich-Lindau). Vanaf 1984 kreeg de Re 4/4 I het rode kleurschema van de SBB.
Bronnen: wikipedia [1]SBB historic[2]Märklin[3]
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Vanaf 1998 werden de Re 4/4 I door de SBB buiten dienst gesteld. Er bleven nog een aantal behouden:
- Loc 10001 - bevindt zich bij de SBB historic in Olten.
- Loc 10044 - bevindt zich bij de SBB historic in Olten.
- Loc 10006 - in bezit van Centralbahn AG te Basel
- Lok 10008 - in bezit van Centralbahn AG te Basel
- Loc 10019 - in bezit van Centralbahn AG te Basel
- Loc 10032 - in prive bezit Trans-Europ-Eisenbahn AG
- Loc 10034 - in bezit van Swiss Classic Train (in TEE kleuren)
- Loc 10042 - in bezit van SwissTrain
- Loc 10046 - in bezit van Locorama
- Re 416 625-2 (ex SBB Re 4/4 I 10002) Classic Rail AG
- Re 416 626- (ex SBB Re 4/4 I 10009) Classic Rail AG
- Re 416 627-8 (ex SBB Re 4/4 I 10016) Classic Rail AG
- Re 416 628-6 (ex SBB Re 4/4 I 10039) Classic Rail AG Swiss Classic Train in Winterthur
Bijzonderheden/Opmerkingen
Literatuur
Externe Verwijzingen
Diverse E-locs Bouwserie Re 4/4 I
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|