Bouwserie Ae 4/6
Ae 4/6 | |
---|---|
Spoorwegmij's | SBB |
Bedrijfsnummers | 10801 - 10812 |
Fabrikanten | SLM Wintherthur, BBC, MFO, SAAS |
Aantal gebouwd | 12 stuks |
Bouwjaren | 1941-1944 |
Asvorm | (1A) Bo (A1) |
Lengte over de buffers | 17260 mm |
Max.snelheid | 125 km/h 10807 - 10812: 100 km/h (na ombouw 1961-1966) |
Vermogen | 4080 kW |
Aanvangskracht | 218 kN |
Dienstgewicht | 105 t 10807 - 10812: 111 t (na ombouw 1961-1966) |
Stroomsysteem | ~ 15.000 volt 16 2/3 Hz |
Remmen | Elektrische recuperatie remmen |
Uit dienst | 1981-1983 |
Bouwserie Ae 4/6
De locomotieven van de bouwserie Ae 4/6 werden voornamelijk ingezet als sneltreinlocomotief op de Gotthardbahn. De locomotieven zijn gebouwd in de 2e wereldoorlog en hebben tot aan de begin jaren 80 dienst gedaan bij de SBB.
Ontwikkeling en bedrijf
De SBB was op zoek naar nieuwe locomotieven voor de Gotthardtroute welke inmiddels geëlectrificeerd was. Men zocht een krachtige locomotief die sterker was dan de Ae 4/7 en kleiner dan de Bouwserie Ae 8/14. Aangezien de Bouwserie Ae 6/8 van de BLS geen meertreinenbesturing had, besloot men om een nieuwe locomotief te laten bouwen. De loc zou een halve Ae 8/14 moeten worden en de SBB besloot dan ook om de Ae 4/6 te laten bouwen. In 1939 werden vier machines van de bouwserie Ae 4/6 besteld bij de SLM, BBC, MFO en SAAS, welke in 1941 werden afgeleverd. Hierna volgde een 2e bestelling van 8 locomotieven welke tijdens de 2e wereldoorlog werden afgeleverd. De basiskleur van de locomotief was donkergroen. De felle kleuren zoals van de Ae 8/14 11852 werden niet meer geaccepteerd door de SBB.
De testritten met de eerste exemplaren verliepen goed. De problemen met de meertreinenbesturing kwamen pas na verloop van tijd aan het licht. Op elke aandrijfas is een SLM universele aandrijving gemonteerd. Elke as kent twee, geregelde tractiemotoren met een dubbele transmissie tussen de twee tractiemotoren. De elektrische uitrusting bestaat uit twee stroomafnemers, een hoofdschakelaar, een transformator en hoogspanningswisselaars. De locomotieven zijn uitgerust met recuperatie remmen. Op alle onderdelen werd getracht gewicht te besparen.
De locomotieven maakten veel lawaai waardoor deze bouwserie niet erg geliefd was bij het treinpersoneel. De locomotieven kregen van het cabinepersoneel dan ook de bijnaam „Luftheuler“ omdat de loc een gillend geluid maakte. De meertreinenbesturing leverde inmiddels meer storingen op dan de bedoeling was en resulteerde erin dat de Ae 4/6 nauwelijks nog in tractie werden gebruikt. De problemen met de meertreinenbesturing zat hem veelal in het verkeerd aansluiten van de kabels, wat tot gevolg had dat de locomotieven weigerden dienst te doen.
In de periode 1961-1966 werden een aantal locomotieven aangepast door de BBC. De toelating voor de maximumsnelheid van 125 km/h werd echter een fiasco wat tot gevolg had dat deze niet sneller mochten dan 110 km/h.
Met de komst van de krachtiger Bouwserie Ae 6/6 locomotieven, werden de locomotieven van de bouwserie Ae 4/6 uit de sneltreindienst genomen. De Ae 4/6 werd nog niet ter zijde gesteld, maar werd nog vaak ingezet op andere lijnen en in sneeuwruimdiensten, waar deze loc uitermate geschikt voor bleek. Daarbij kwam het geluidsprobleem van de loc ook tot een acceptabel nivo, aangezien het sneeuwruimen bij lage snelheden plaatsvondt en het huilende geluid vooral bij hogere snelheden toenam.
Doordat de Ae 6/6 en Re 6/6 op steeds meer trajecten werden ingezet en deze veel betere prestaties hadden dan de Ae 4/6, werden de locomotieven begin jaren 80 uit bedrijf genomen. De eerste loc werd buiten dienst gesteld in 1965 na een brand. De anderen volgden in de periode tot aan 1983 waarin de laatste Ae 4/6 buiten dienst werd gesteld. Aangezien de SBB het niet voor elkaar kreeg de locomotieven te verkopen, werden ze gesloopt.
Bedrijfsnummer | In dienst | Uit dienst |
---|---|---|
10801 | 26 april 1941 | 15 juli 1965 |
10802 | 14 juni 1941 | 28 februari 1977 |
10803 | 26 mei 1941 | 31 oktober 1980 |
10804 | 25 juli 1941 | 31 oktober 1980 |
10805 | 12 september 1942 | 31 mei 1983 |
10806 | 31 december 1942 | 31 oktober 1982 |
10807 | 31 augustus 1944 | 28 februari 1977 |
10808 | 01 november 1944 | 31 maart 1981 |
10809 | 05 april 1945 | 31 maart 1981 |
10810 | 31 mei 1945 | 30 april 1982 |
10811 | 27 maart 1945 | 31 mei 1983 |
10812 | 05 februari 1945 | 31 december 1982 |
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Alle locomotieven van de bouwserie Ae 4/6 eindigden op de sloperij in Biasca. Alleen een bestuurderscabine van een Ae 4/6 is bewaard gebleven en is te zien in het Museum van Transport in Luzern.
Bijzonderheden/Opmerkingen
- Op 27 mei 1950 kwam een Ae 4/6 (10807) frontaal in botsing met een Ce 6/8 III waarbij de machinist omkwam en de loc zwaar beschadigd raakte. De loc werd hersteld in de werkplaats in Bellinzona.
- Op 30 mei 1954 botste de Ae 4/6 (10802) die een personentrein trok frontaal op een tegemoetkomende Be 4/6 (12339) welke een goederentrein trok. Dit ongeluk vond plaats tussen Claro en Castione-Arbedo. De locomotief raakte daarbij zwaar beschadigd, maar werd in de werkplaats van Bellinzona weer hersteld.
- Op 8 augustus 1958 vondt een aanrijding op een overweg plaats, waarbij de Ae 4/6 (10805) op een voertuig botste en ontspoorde en omviel. Er ontstond een enorme ravage aangezien de wagons erachter met 70 km/h op de gekantelde locomotief knalden. De locomotief werd desondanks toch weer hersteld en heeft nog enige jaren dienst gedaan.
- Op 9 juli 1965 ontstond brand in de Ae 4/6 (10801) ter hoogte van Maroggia-Melano en waarbij de loc volledig uitbrandde. De locomotief werd verschroot.
Literatuur
Externe Verwijzingen
Diverse E-locs Bouwserie Ae 4/6
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|