Bouwserie Ae 3/6 III
Ae 3/6 III | |
---|---|
Spoorwegmij's | SBB |
Bedrijfsnummers | 10261 – 10271 |
Fabrikanten | SLM Wintherthur, SAAS |
Aantal gebouwd | 11 stuks |
Bouwjaren | 1925–1926 |
Asvorm | 2'Co1' |
Lengte over de buffers | 13760 mm |
Max.snelheid | 90 km/h |
Vermogen | 1150 kW |
Aanvangskracht | 137 kN |
Dienstgewicht | 89 t |
Stroomsysteem | ~ 15.000 volt 16 2/3 Hz |
Remmen | Automatische, Westinghouse |
Uit dienst | 1970–1980 |
Bouwserie Ae 3/6 III
De locomotieven van de bouwserie Ae 3/6 III zijn electrische locomotieven welke een doorontwikkeling waren van de Bouwserie Ae 3/5. Ze werden voornamelijk ingezet op de Regionale diensten in het westen van Zwitserland. In de jaren 60 en 70 waren ze vooral toegewezen aan het depot Bern.
Ontwikkeling en bedrijf
Hoewel de Bouwserie Ae 3/5 in de periode 1922-1925 gebouwd werd, hadden deze geen goede rijeigenschappen in de bochten. Dit was te wijten aan het feit dat de locomotief extreem kort was uitgevallen. Om dit te verhelpen, werd een uitgebreide variant geleverd als Ae 3/6 III welke twee weken na de laatste Ae 3/5 werd geleverd. In plaats van nog meer locomotieven van de bouwserie Ae 3/5 te bestellen, werden nog tien locomotieven van de bouwserie Ae 3/6 III aangeschaft.
Het mechanische gedeelte komt van SLM, de elektrische uitrusting van SAAS. De locomotieven komen in grote lijnen overeen met de eerder geleverde locomotieven van de bouwserie Ae 3/5. De bouwserie Ae 3/6 III werd een stuk langer dan de Ae 3/5 en kreeg een gesynchroniseerd as-type. Ook werden de transformatoren verplaatst waardoor in de machineruimte de ruimtecondities verbeterden. Door inbouw van een draaistel verwachtte men dat de aandrijving beter zou zijn dan die van de Ae 3/5. Door aanpassingen aan de loopas in 1935, kon de maximumsnelheid van de locomotief verhoogd worden van max. 90 km/h naar 100 km/h.
Tegen het einde van de tweede wereldoorlog werd de maximumsnelheid verlaagd naar 75 km/h. vanwege de slechte staat van de aandrijfvering. Nadat herstelwerkzaamheden hadden plaatsgevonden werd de maximumsnelheid weer opgehoogd naar 90 km/h. De locomotieven kenden geen meertreinenbesturing en waren nog niet uitgerust met elektrische remmen.
Bij aflevering waren de locomotieven Bruin. Later kregen ze de SBB-groene kleur.
De eerste locomotief, de 10261 werd na een ongeval, afgedankt in november 1968. Tussen 1970 en 1972 werd de volgende gesloopt. In 1976 gevolgd door nog drie locomotieven. De laatste machine werd gesloopt in 1980.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Er is nog 1 Museum locomotief van de Ae3/6 III bewaard gebleven. | |||||
---|---|---|---|---|---|
Bedrijfsnummer | Eigenaar | Standplaats | Toestand | Kleur | Opmerking |
10264 | SBB Historic | Depot Lausanne (Zwitserland) | - | Bruin | website SBB Historic |
Bijzonderheden/Opmerkingen
Externe Verwijzingen
Diverse E-locs Bouwserie Ae 3/6 III
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
- Geen modellen bekend van de Ae 3/6 III