Type 5: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '<small> {| class="wikitable" style="float:right; width:24%;border color#4682B4" ! colspan="2" style= "background:#b24c4c; color:white" |'''HLV 5 - Type 5''' |- | co...') |
k (→Modellen) |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 78: | Regel 78: | ||
== Modellen == | == Modellen == | ||
− | + | {{Jocadis-type5-modellen}} | |
+ | {{Olaerts-type5-modellen}} | ||
---- | ---- |
Huidige versie van 15 mrt 2019 om 22:45
HLV 5 - Type 5 | |
---|---|
Spoorwegmij's | NMBS/SNCB |
Bedrijfsnummers | 5501-5504 1931: 500-503 1946: 5.001 - 5.004 |
Fabrikanten | Ateliers de Tubize |
Aantal gebouwd | 4 stuks |
Bouwjaren | 1929-1930 |
Asvorm | 1D1 (2-8-2 "Mikado") |
Wiel diameters | Drijfwielen:Ø 170 cm Voorloop:Ø 90 cm |
Lengte loc | 145.400 mm (zonder tender) |
Keteldruk | 14 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | ? m2 |
Dienstgewicht | 213 t |
Vermogen | 1785 kW |
Max.snelheid | 100 km/h |
Remmen | - |
Uitdienst | 1953 |
Stoomlocomotief Type 5 / HLV 5
De Type 5 locomotieven van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen waren stoomlocomotieven die werden ingezet voor de sneltrein diensten.
Ontwikkeling en Bedrijf
In 1928 werden door de NMBS/SNCB een aantal prototype stoomlocommotieven besteld waar men het gedrag wilde bestuderen bij het trekken van zware treinen, met name op het traject naar Luxemburg. Er werden 4 stuks 2-8-2 “Mikado” locomotieven besteld bij Ateliers Métallurgiques de Tubize, welke in 1929 werden geleverd. Deze locomotieven werden bij de NMBS/SNCB ingedeeld als Type 5 en werden in 1930 in dienst gesteld. De Type 5 kon een sneltrein van 500 ton op een helling van 16 promille nog met 40 km/h trekken. De Type 5 behaalden 100 km/h en hadden een vermogen van 2.950 pk. Ze werden gestationeerd in Jemelle. Na de 2e wereldoorlog werden ze net als de locomotieven van het Type 35, gestationeerd in Stockem.
De Type 5 waren samen met de locomotieven van het Type 35 destijds de zwaarste locomotieven die van hun categorie, die in Europa gebouwd werden. De locomotieven hadden een enkelvoudige uitzetting met twee cilinders, voorzien van een oververhitting, een A.C.F.I.-uitrusting en een dubbele uitlaat van Legein. Bij de constructie van het type 5, had Legein de Amerikaanse werkwijze gevolgd. De Type 5 had dan ook veel overeenkomsten met het Type 38. Het stavenframe, gebouwd bij Krupp, was samengesteld uit langsliggers van ongeveer 100 mm breed, die een grotere dwarse weerstand boden. Langs openingen welke in die langsliggers aangebracht waren, kon men met inwendig mechanisme bereiken. In een gewoon, niet uitgesneden frame, had de plaat een gemiddelde dikte van 25 mm. De achterste bissel was van het Amerikaanse stelsel van Cole & Scoville, en de gekoppelde wielen hadden een middenlijn van 1,70 m. De type 5 locomotieven waren voorzien van een 4-assige tender met draaistellen en met een inhoud van 38 m³
In 1953 werden de Type 5 locomotieven ter zijde gesteld en gesloopt.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Helaas is er geen enkele locomotief van het type 5 bewaard gebleven.
Bronnen:[1]
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse Stoomlocomotieven HLV 5 / Type 5
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|
|