Type 38: verschil tussen versies
Regel 45: | Regel 45: | ||
De door Alco gebouwde locomotieven kregen de bedrijfsnummers 5201 t/m 5275 en de door Baldwin gebouwde locomotieven kregen de bedrijfsnummers 5276 t/m 5350. | De door Alco gebouwde locomotieven kregen de bedrijfsnummers 5201 t/m 5275 en de door Baldwin gebouwde locomotieven kregen de bedrijfsnummers 5276 t/m 5350. | ||
Deze 2-cylinder locomotieven met oververhitting waren uitgevoerd met een 3-assige tender met een inhoudt van 24 m³. | Deze 2-cylinder locomotieven met oververhitting waren uitgevoerd met een 3-assige tender met een inhoudt van 24 m³. | ||
+ | |||
In 1926 werden de locomotieven bij de NMBS/SNCB ingedeeld als Type 38 en kregen ze in 1931 de bedrijfsnummers 3801 t/m 3950. In 1946 werden de locomotieven hernummerd naar 38.001 t/m 38.146. Vanaf 1930 kregen ze de NMBS kleur groen/zwart. | In 1926 werden de locomotieven bij de NMBS/SNCB ingedeeld als Type 38 en kregen ze in 1931 de bedrijfsnummers 3801 t/m 3950. In 1946 werden de locomotieven hernummerd naar 38.001 t/m 38.146. Vanaf 1930 kregen ze de NMBS kleur groen/zwart. | ||
De Type 38 locomotieven werden in heel België ingezet. In 1957 werden ze definitief ter zijde gesteld. | De Type 38 locomotieven werden in heel België ingezet. In 1957 werden ze definitief ter zijde gesteld. |
Huidige versie van 10 mrt 2019 om 10:41
HLV 38 - Type 38 | |
---|---|
Spoorwegmij's | NMBS/SNCB |
Bedrijfsnummers | Alco: 5201-5275 Baldwin: 5276-5350 1931: 3801 t/m 3950 1946: 38.001 - 38.149 |
Fabrikanten | Alco, Baldwin |
Aantal gebouwd | 150 stuks |
Bouwjaren | 1920 |
Asvorm | 1’D (2-8-0 "Consolidation") |
Wiel diameters | Drijfwielen:Ø 152 cm Voorloop:Ø ? cm |
Lengte loc | mm. |
Keteldruk | 14 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | ? m2 |
Dienstgewicht | 85 t |
Vermogen | 1650 pk |
Max.snelheid | 70 km/h |
Remmen | - |
Uitdienst | 1957 |
Stoomlocomotief Type 38 / HLV 38
De Type 38 locomotieven van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen waren stoomlocomotieven die werden ingezet voor het goederentransport.
Ontwikkeling en Bedrijf
In 1919 werden door de Belgische Staatsspoorwegen, Amerikaanse locomotieven van het type 2-8-0 "Consolidation" besteld, om het aantal locomotieven dat tijdens de 1e wereldoorlog verloren was gegaan, weer aan te vullen. Omdat de Belgische fabrieken nog niet voldoende locomotieven konden produceren, werden bij de American Locomotive Company in Schenectady en bij Baldwin Locomotive Works in Philadelphia, 150 exemplaren besteld, welke in 1920 werden geleverd. De door Alco gebouwde locomotieven kregen de bedrijfsnummers 5201 t/m 5275 en de door Baldwin gebouwde locomotieven kregen de bedrijfsnummers 5276 t/m 5350. Deze 2-cylinder locomotieven met oververhitting waren uitgevoerd met een 3-assige tender met een inhoudt van 24 m³.
In 1926 werden de locomotieven bij de NMBS/SNCB ingedeeld als Type 38 en kregen ze in 1931 de bedrijfsnummers 3801 t/m 3950. In 1946 werden de locomotieven hernummerd naar 38.001 t/m 38.146. Vanaf 1930 kregen ze de NMBS kleur groen/zwart. De Type 38 locomotieven werden in heel België ingezet. In 1957 werden ze definitief ter zijde gesteld.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Helaas zijn alle locomotieven van het type 38 verschroot.
Bronnen:[1]
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse Stoomlocomotieven HLV 38 / Type 38
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|