Type 8: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '<small> {| class="wikitable" style="float:right; width:24%;border color#4682B4" ! colspan="2" style= "background:#b24c4c; color:white" |'''HLV 8 - Type 8''' |- | co...') |
k |
||
Regel 19: | Regel 19: | ||
| Wiel diameters || Drijfwielen:Ø 180 cm<br/>Voorloop:Ø 90 cm | | Wiel diameters || Drijfwielen:Ø 180 cm<br/>Voorloop:Ø 90 cm | ||
|- | |- | ||
− | | Lengte loc || . | + | | Lengte loc || 12.067 mm. |
|- | |- | ||
| Keteldruk || 16 kg/cm2 | | Keteldruk || 16 kg/cm2 |
Huidige versie van 16 mrt 2019 om 21:55
HLV 8 - Type 8 | |
---|---|
Spoorwegmij's | Chemin de fer de l'Etât Belge NMBS/SNCB |
Bedrijfsnummers | 3313-3369 1931: 800 t/m 849 1946: 8.001 - 8.049 |
Fabrikanten | Franco-Belge Saint-Léonard Couillet FUF Haine-Saint-Pierre La Meuse Tubize |
Aantal gebouwd | 57 stuks |
Bouwjaren | 1905-1907 |
Asvorm | 2C (4-6-0 "Ten Wheel") |
Wiel diameters | Drijfwielen:Ø 180 cm Voorloop:Ø 90 cm |
Lengte loc | 12.067 mm. |
Keteldruk | 16 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | ? m2 |
Dienstgewicht | 75,5 t |
Vermogen | 1350 pk |
Max.snelheid | 100 km/h |
Remmen | - |
Uitdienst | 1948 |
Stoomlocomotief Type 8 / HLV 8
De Type 8 stooomlocomotieven van de Chemin de fer de l'Etât Belge / Belgische Staatsspoorwegen, waren stoomlocomotieven die werden ingezet voor passagierstreinen en sneltreinen. Deze locomotieven met een 4-6-0 "Ten Wheel" as-indeling werden in de periode 1905 tot 1907 gebouwd. Een verbeterde versie met oververhitting werd in de periode 1921 tot 1924 in gebruik genomen als Type 7.
Ontwikkeling en Bedrijf
Vanwege het groeiende verkeer over het spoor en de behoefte aan snellere treinen, werd in 1904 door de Belgische Staatsspoorwegen besloten om samengestelde locomotieven te bestellen voor passagierstreinen, die het systeem van de Glehn gebruikten. Na testen met een aantal Franse locomotieven, werd besloten om 2 nieuwe reeksen locomotieven te laten bouwen:
- Type 6: een "Atlantic" voor sneltreinen, geschikt voor maximaal 120 km/h.
- Type 8: een "Ten Wheel" voor passagierstreinen, beperkt tot 100 km/h.
Beide typen werden tegelijkertijd gebouwd en in gebruik genomen en deelden veel gemeenschappelijke elementen. Het Type 8 was voornamelijk voor de middelgrote of zware heuvelachtige trajecten of op zware en snelle treinen ontwikkeld. De door Jean-Baptiste Flamme ontwikkelde 4-cylinder locomotieven werden in 1905-1906 geleverd aan de Belgische Staatsspoorwegen en kregen de bedrijfsnummers 3313 t/m 3369. In 1904 werd een eerste serie van 37 locomotieven gebouwd en geleverd. In 1905 volgde een 2e bestelling van 20 exemplaren.
SNCB/NMBS Type 27 | ||||
---|---|---|---|---|
Aantal. | Bedrijfsnrs. | Bouwjaar | Fabrikant | |
10 stuks | 3313 - 3325 | 1904 | Tubize | |
4 stuks | 3326 - 3330 | 1904 | Couillet | |
4 stuks | 3331 - 3334 | 1904 | Saint-Léonard | |
6 stuks | 3335 - 3340 | 1904 | Haine-Saint-Pierre | |
10 stuks | 3341 - 3350 | 1904 | Franco-Belge (la Croyère) | |
4 stuks | 3351 - 3354 | 1904 | La Meuse | |
5 stuks | 3355 - 3359 | 1905 | Tubize | |
5 stuks | 3360 - 3364 | 1905 | Couillet | |
5 stuks | 3365 - 3369 | 1905 | Franco-Belge (la Croyère) |
Nadat de Type 8 locomotieven bijzonder goede prestaties hadden geleverd op de lijn naar Luxemburg, werden de meeste ervan bij de depots Jemelle en Aarlen ingedeeld. De locomotieven met de nummers 3325 en 3334 hebben deelgenomen aan de Wereldtentoonstelling van Milaan in 1906.
Door de Type 10 locomotieven in 1910, werden de locomotieven van het Type 8 van de belangrijkste treinen afgehaald. In 1914, wordt besloten de oververhitting op de compoundlocomotieven Type 8 te installeren. Wegens het uitbreken van de oorlog werd het bouwen van die nieuwe locomotieven (Type 8 bis) tot 1921 uitgesteld. Tijdens de eerste wereldoorlog gingen 10 locomotieven van het Type 8 verloren (nummers 3329, 3336-3338, 3342, 3343, 3345, 3353, 3358, 3359). Na de 1e wereldoorlog verbleven 3 locomotieven (3321, 3333, 3347) in Duitsland. Deze werden in 1926 weer aan het inventaris toegevoegd. De meeste locomotieven werden herplaatst en werden gestationeerd in de depots Stockem, Jemelle en Ronet. Vanaf 1923 worden er een aantal opnieuw toegewezen aan Doornik en gebruikt op sneltreinen naar Namen en Luik.
De locomotieven (3319, 3346, 3363 en 3367) waren de eerste locomotieven van het Type 8 die tussen 1927 en 1928 ter zijde werden gesteld. De resterende locomotieven werden in 1931 hernummerd en kregen de bedrijfsnummers 800 t/m 849. Tijdens de jaren 1930, werd een aantal van hen overgedragen aan Aerschot, Antwerpen Zuid, Kortrijk, St. Nicolaas en Tamines en een paar bleven achter in Stockem. De exemplaren van Antwerpen-Zuid werden al snel vervangen door locomotieven van het Type 9 en werden elders ingezet. De Type 8's in Kortrijk werden in 1935 tevens vervangen door Type 9 locomotieven.
In 1939 en 1940 werden 6 locomotieven ter zijde gesteld. Het betrof de locomotieven met de bedrijfsnummers 816, 821, 824, 827, 831 en 839. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de resterende machines overgebracht naar Jemelle en Tamines. Ze werden gebruikt op lijn 150 richting Dinant en werden kort toegewezen aan Ronet in 1944. Acht anderen raakten tijdens de oorlog zwaar beschadigd en verschillende werden buiten dienst gesteld na sabotage of bombardementen, inclusief de exemplaren die beschadigd raakten bij het bombarderen van de Tamines-loods in 1944.
Na de 2e wereldoorlog werden de overgebleven 29 stuks in 1946 hernummerd en kregen de bedrijfsnummers 8.001 t/m 8.049. Ze werden geleidelijk geparkeerd en na de introductie van de locomotieven van het Type 29 werden ze in 1948 geschrapt.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Helaas zijn alle locomotieven van het Type 8 verschroot.
Bronnen:[1]
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse Stoomlocomotieven HLV 8 / Type 8
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|