Bouwserie HLE 18: verschil tussen versies
k (→Modellen) |
|||
Regel 37: | Regel 37: | ||
== Ontwikkeling en bedrijf == | == Ontwikkeling en bedrijf == | ||
− | In het midden van de jaren 60 was de NMBS van plan nieuwe zesassige locomotieven te bestellen. Omdat de tijdsdruk groot was werd er gekozen voor een bestaand beproefd type om de levertijd zo klein mogelijk te houden. Er werden dan ook locomotieven op basis van de bestaande [[Bouwserie | + | In het midden van de jaren 60 was de NMBS van plan nieuwe zesassige locomotieven te bestellen. Omdat de tijdsdruk groot was werd er gekozen voor een bestaand beproefd type om de levertijd zo klein mogelijk te houden. Er werden dan ook locomotieven op basis van de bestaande [[Bouwserie CC 40100]] van de SNCF besteld. |
De locomotieven van de reeks 18 zijn meersysteem locomotieven (= 1500 V / = 3000 V/ ~15000 V/16 2/3 Hz / ~ 25000 V/50 Hz).De locomotieven werden in 1973 gebouwd om de Trans-Europ-Express (TEE) verbindingen te rijden omdat de locomotieven van de reeks 15 en 16 niet krachtig genoeg meer bleken om de steeds langer en zwaarder wordende TEE-treinen te trekken. De HLE 18 locomotieven waren, met uitzondering van enkele andere technische uitrustingen en een hoger vermogen, verder gelijk aan de bouwserie CC40100 van de SNCF. Het remsysteem is volledig anders dan dat van de SNCF CC40100. De SNCF-locs waren voorzien van het Franse Westinghouse PBL2-systeem, de reeks 18 werd voorzien van het verbeterde FV4-systeem van Oerlikon uit Zwitserland. De HLE 18 locomotieven hadden 3 pantografen: een voor het Franse en Luxemburgse 25kV-net, een voor het Duitse 15kV-net, en een voor gelijkstroom (zowel 1,5 kV als 3 kV). | De locomotieven van de reeks 18 zijn meersysteem locomotieven (= 1500 V / = 3000 V/ ~15000 V/16 2/3 Hz / ~ 25000 V/50 Hz).De locomotieven werden in 1973 gebouwd om de Trans-Europ-Express (TEE) verbindingen te rijden omdat de locomotieven van de reeks 15 en 16 niet krachtig genoeg meer bleken om de steeds langer en zwaarder wordende TEE-treinen te trekken. De HLE 18 locomotieven waren, met uitzondering van enkele andere technische uitrustingen en een hoger vermogen, verder gelijk aan de bouwserie CC40100 van de SNCF. Het remsysteem is volledig anders dan dat van de SNCF CC40100. De SNCF-locs waren voorzien van het Franse Westinghouse PBL2-systeem, de reeks 18 werd voorzien van het verbeterde FV4-systeem van Oerlikon uit Zwitserland. De HLE 18 locomotieven hadden 3 pantografen: een voor het Franse en Luxemburgse 25kV-net, een voor het Duitse 15kV-net, en een voor gelijkstroom (zowel 1,5 kV als 3 kV). | ||
Huidige versie van 22 feb 2019 om 21:09
Bouwserie HLE 18 (Alsthom) | |
---|---|
Spoorwegmij's | NMBS |
Bedrijfsnummers | 1801-1806 |
Fabrikant | Alsthom La Brugeoise et Nivelles |
Aantal gebouwd | 6 stuks |
Bouwjaren | 1973-1974 |
Asindeling | Co'Co' |
Lengte over de buffers | 22.080 mm |
Maximum snelheid | 180 km/h |
Vermogen | 4320 kW |
Aanvangskracht | 196 kN |
Dienstgewicht | 113 t |
Stroomsysteem | = 1500 volt = 3000 volt ~ 15000 volt / 16 2/3Hz ~ 25000 volt / 50Hz |
Remmen | elektropneumatische rem |
Uit dienst | 1999 |
Elektrische locomotief bouwserie HLE 18 (Alsthom)
De locomotieven van de bouwserie HLE 18 / Reeks 18 zijn elektrische locomotieven welke tussen 1973 en 1999 werden ingezet door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). De locomotieven werden ingezet voor de zwaarste personentreinen naar Parijs en tevens tussen Parijs en Keulen via Luik.
Ontwikkeling en bedrijf
In het midden van de jaren 60 was de NMBS van plan nieuwe zesassige locomotieven te bestellen. Omdat de tijdsdruk groot was werd er gekozen voor een bestaand beproefd type om de levertijd zo klein mogelijk te houden. Er werden dan ook locomotieven op basis van de bestaande Bouwserie CC 40100 van de SNCF besteld. De locomotieven van de reeks 18 zijn meersysteem locomotieven (= 1500 V / = 3000 V/ ~15000 V/16 2/3 Hz / ~ 25000 V/50 Hz).De locomotieven werden in 1973 gebouwd om de Trans-Europ-Express (TEE) verbindingen te rijden omdat de locomotieven van de reeks 15 en 16 niet krachtig genoeg meer bleken om de steeds langer en zwaarder wordende TEE-treinen te trekken. De HLE 18 locomotieven waren, met uitzondering van enkele andere technische uitrustingen en een hoger vermogen, verder gelijk aan de bouwserie CC40100 van de SNCF. Het remsysteem is volledig anders dan dat van de SNCF CC40100. De SNCF-locs waren voorzien van het Franse Westinghouse PBL2-systeem, de reeks 18 werd voorzien van het verbeterde FV4-systeem van Oerlikon uit Zwitserland. De HLE 18 locomotieven hadden 3 pantografen: een voor het Franse en Luxemburgse 25kV-net, een voor het Duitse 15kV-net, en een voor gelijkstroom (zowel 1,5 kV als 3 kV).
De HLE 18 locomotieven werden samen met de series BB30000 en CC40100 van de SNCF en de reeksen 15 en 16 van de NMBS ingezet op de verbinding Parijs-Brussel, en met de reeks 16 op de verbinding Oostende-Brussel-Keulen.
Na de introductie van de Thalys in 1996 werd de HLE 18 niet meer toegelaten op het Franse net wegens het ontbreken van het nieuwere beveiligingssysteem KVB. Wegens het afbouwen van de klassieke internationale treinen en de komst van de Thalys -en Eurostartreinen, werden deze locomotieven werkeloos. In 1999 werden ze definitief buiten dienst gesteld.
Kleurstellingen
Vanaf fabriek hadden de locomotieven een zilvergrijze kleur met een blauwe band. Later werd dit gewijzigd in een gele en blauwe band.
Bronnen:[1]
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Loc HLE 1801 is begin 2008 gesloopt
- Loc HLE 1802 is in juli 2009 gesloopt
- Loc HLE 1804 werd in 1997 buiten dienst gesteld en gebruikt als plukloc. In Juli 2009 werd ze gesloopt.
- LOC HLE 1803 en HLE 1806 werden verkocht aan de firma Rails & Traction om ingezet te worden als werktrein. De benodigde aanpassingen bleken te omvangrijk waarna beide locomotieven werden verkocht aan een Tsjechisch spoorbedrijf.
Er is 1 locommotief van de HLE 18 bewaard gebleven.
- Loc HLE 1805 is in het bezit van het Toerisme en SpoorPatrimonium (TSP).
Bijzonderheden/Opmerkingen
Externe Verwijzingen
Diverse E-loc's Bouwserie HLE 18 (Alsthom)
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|
|
|
|
|