Pruisische G 3

Uit 3rail Wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.

Pruisische G 3 / Bouwserie 53 70-71 (DR)
LBE G 2
HBE XII / HBE – Boernecke
FS 271
PKP Th1
LG P3
LVD Mn
SHS Nr. 40
Pruisische G 3
Spoorwegmij's K.P.St.E.
Bedrijfsnummers K.P.St.E.: 3101 – 3600
DR: 53 7001 – 53 7157
Fabrikanten onbekend
Aantal gebouwd 2068 stuks
Bouwjaren 1877–1896
Uitdienst 1925
Asvorm C n2
Wiel diameters Drijfwielen:Ø 133 cm
Lengte loc 15.176 mm
Keteldruk 10 kg/cm2
Verdampingsoppervlak 124,8 m²
Dienstgewicht 38 t
Max.snelheid 45 km/h
Vermogen - kW

Stoomlocomotief Pruisische G 3

De Pruisische G 3 locomotieven waren stoomlocomotieven van de Koninklijke Pruisische Staatsspoorwegen (K.P.St.E.), welke ingezet werden voor het goederentransport. Onder de Pruisische G 3 locomotieven werden ook 285 locomotieven geschaard die door de Pruisische Staatsspoorwegen waren overgenomen, maar enigszins afweken van de Pruisische G 3 locomotieven die de K.P.St.E. liet bouwen. De G 3 was de standaard goederenlocomotief van de Pruisische Staatsspoorwegen.

Ontwikkeling en Bedrijf

De eerste exemplaren van de Pruisische G 3 werden vanaf 1877 gebouwd voor de "Kanonenbahn", de Berlijnse Wetzlarer-spoorweg. Andere leveringen gingen naar verschillende nationale en particuliere (Pruisische) spoorwegondernemingen evenals naar de Pruisische Staatsspoorwegen en de Koninklijke Pruisische militaire spoorwegen. In totaal werden in de periode van 1877 t/m 1896 ongeveer 2068 locomotieven van het G 3 normale type gebouwd. De G 3 verschilde van de Pruisische G 4.1 door zijn lagere keteldruk van 10 bar in vergelijking met 12 bar in de G 4.1. Vanaf 1886 werd alleen het ontwerp met de hogere keteldruk voortgezet. Sommige locomotieven werden later voorzien van nieuwe ketels met de hogere keteldruk en werden vervolgens geclassificeerd als Pruisische G 4.1. De G 3 locomotieven waren uitgerust met een tender van het Type pr 3 T 10,5. Eén van de Pruisische G 3 locomotieven kwam bij de opdeling van de Berlin-Dresdner Eisenbahn, bij de Saksische Staatsspoorwegen terecht, welke ze indeelde als Saksische V met de naam Tellkoppe.

Ook andere spoorwegmaatschappijen hadden de G 3 in dienst. De Reichseisenbahnen in Elsaß-Lothringen had 37 locomotieven die ingedeeld waren als klasse C 21 t/m C 24 met de aanvankelijk de bedrijfsnummers 1212–1223 (C 21), 1224–1235 (C 22), 1236–1242 (C 23), 1243–1248 (C 24). Deze werden vanaf 1906 heringedeeld als G 3. De Lübeck-Büchener Eisenbahn (LBE) bestelde in 1888 2 exemplaren bij Schwartzkopff welke als nr. 33 Oldenburg en nr. 34 Württemberg werden ingedeeld. In 1903 werden ze ingedeeld G 2 en kregen in 1917 de bedrijfsnummers 61 en 62. De Halberstadt-Blankenburger Eisenbahn (HBE) kocht 1 locomotief van de Maschinenfabrik Esslingen welke als G 3 werd ingedeeld met het nummer XII en de naam Boernecke. De Mecklenburgischen Friedrich-Franz-Eisenbahn (MFFE) schafte in 1892 en 1894 in totaal 4 exemplaren van de G 3 aan, welke gebouwd werden door Schwarzkopff. Ze werden ingedeeld als Mecklenburgische IX en kregen de bedrijfsnummers 78, 85, 86 en 96 toebedeeld. Met de overname van de Bahnstrecke Neustrelitz–Warnemünde, werden nog 2 locomotieven van de G 3 toegevoegd en ingedeeld als Mecklenburgische IX. Deze kregen de bedrijfsnummers 354 en 355. In 1895 werden nog 2 exemplaren gebouwd en geleverd door Egestorff.Vanaf 1895 werden deze 8 locomotieven heringedeeld als G 3 en kregen de bedrijfsnummers 350 t/m 357.

Aan het eind van de 1e wereldoorlog werd als herstelbetaling 3 locomotieven afgestaan aan Italië, waar ze werden ingedeeld als FS 271 met de bedrijfsnummers 271.001 - 271.003. De Poolse PKP kreeg 123 locomotieven welke in 1926 ingedeeld werden als PKP-Th1. De Litouwse Staatsspoorwegen, Lietuvos Geležinkeliai (LG) kreeg 9 locomotieven welke daar als P3 werden ingedeeld met de bedrijfsnummers 251, 601 - 608. De Letse Staatsspoorwegen, Latvijas Valsts Dzelzsceli (LVD) kreeg 5 exemplaren welke als bouwserie Mn werden ingedeeld met de bedrijfsnummers 271 t/m 274. Ze werden nog vóór 1940 ter zijde gesteld. De Staatsspoorwegen van het koninkrijk Servië, Kroatië en Slovenië, de Državne železnice kraljevine Srba, Hrvata i Slovenaca (SHS), kreeg 1 locomotief welke als G 3 werd ingedeeld met het nummer 40.

In 1923 werden van de Pruisische G 3 locomotieven nog 523 exemplaren opgenomen in het bestand van de Deutsche Reichsbahn welke werden ingedeeld als bouwserie 53 70-71. Ze kregen de bedrijfsnummer 53 7001 t/m 53 7522 toegewezen. De G 3 uit Sachesen kreeg het bedrijfsnummer 53 8394. Veel van deze locomotieven werden als snel ter zijde gesteld en in 1925 waren nog slechts 157 locomotieven (bedrijfsnummers 53 7001 t/m 7157) in dienst. De ter zijde stelling van deze locomotieven vond plaats tot in 1930.

Waar zijn deze locomotieven nog te zien?

  • De "Cöln 1100", de latere "Saarbrücken 3143" is bewaard gebleven en staat in het DB Museum in Nürnberg.


Bronnen:Wikipedia Preußische_G_3[1]

Verwijzingen

Intern

Extern

Diverse Stoomlocomotieven Pruisische G 3


Bronnen, Referenties en/of Voetnoten


Modellen

Duitsland.gif
Liliput H0 modellen Pruisische G 3 / Bouwserie 53 70–71

Art.nr. Bouwserie Intro-jr. Uitvoering Besturing Tijdperk Bedrijfsnr. Bedrijf Kleur Bijzonderheden Foto
Liliput L131962 BR 53 70-71 2012- Dig.21pol. DC (2-rail) II 53 7116 DRG Zwart/Rood - -

Duitsland.gif
Model Loco H0 modellen Pruisische G 3 / BR 5370-71 (DR)

Art.nr. Type Intro-jr. Uitvoering Besturing Tijdperk Bedrijfsnr. Bedrijf Kleur Bijzonderheden Foto
Model Loco ML237 G 3 1993 - DC (2-rail) I 3143 Saarbrücken KPEV Groen/Zwart/Rood Bouwpakket -
Model Loco ML237 BR 5370-71 1993 - DC (2-rail) II 53 7002 DRG Zwart/Rood Bouwpakket -



Stoomlocomotieven: G 1 - G 2 - G 3 (BR 53.70–71) - G 41 (BR 53.76) - G 42 (BR 53.0) - G 43 (BR 53.3) - G 51 (BR 54.0) - G 52 (BR 54.2-3) - G 53 (BR 54.6) - G 54 (BR 54.8-10) - G 55 (BR 54.10, 54.12) - G 71 (BR 55.0–6) - G 72 (BR 55.7–14, 55.57) - G 73 (BR 56.0) - G 8 - G 81 (BR 55) - G 82 (BR 56.20–29) - G 83 (BR 56.1) - G 9Mallet - G 9(BR 55.23-24) - G 10 - G 12 (BR 58.10-21) - G 121 (BR 58.0) - P 0 - P 1 - P 2 - P 3 - P 31 - P 32 - P 41 - P 42 - P 6 - P 7 - P 8 (BR 38) - Pruisische P 10 (BR 39) - S 1 - S 2 - S 3 - S 4 - S 5.1 - S 5.2 (BR 13.6-8) - S 6 - S 7 - S 8 - S 9 - S 9 (Altona 561 en 562) - S 10(BR 17.0–1) - S 101 (BR 17.10–11/BR17.11-12) - S 102 (BR 17.2)- S 11 - T 0 - T 1 - T 2 - T 3 - T 4 - T 41 - T 42 - T 43 - T 5 - T 6 - T 7 - T 8 - T 9 - T 91 - T 92 - T 93 - T 10 - T 11 - T 12 - T 13Bauart Hagans - T 13 - T 131 - T 14(experimenteel) - T 14 - T 14.1 - T 15 - T 16(experimenteel) - T 16 - T 161 - T 18 - T 20
Elektrische locomotieven
(15 kV, 16,7 Hz):
ES 1-3 - ES 4 - ES 5 - ES 6 - ES 9-ES 19 - ES 51-ES 57 - EP 202-EP 208 - EP 209/210-EP 211/212 - EP 213-EP 219 - EP 235 - EP 236-EP 246 - EP 247-EP 252 - EG 501 - EG 502-EG 505 - EG 506 - EG 507-EG 508 - EG 509/510 - EG 511-EG 537 - EG 538–EG 549 - EG 551/552-EG 569/570 - EG 571-EG 579 - EG 581-EG 594 - EG 701-EG 725
Elektrische locomotieven
(3 kV, 25 Hz):
EV 1/2 - EV 3/4 - EV 5 - EV 5II - EV 6
Treinstellen (Stoom): DT 1 - DT 2 - DT 3
Treinstellen (Elektrisch): 2481/2482 - 2051/2052 - 501–530 Berlin - 531–532 Berlin - 551/552 Altona + 669/670 Altona - 671/672 Altona + 719/720 Altona - ET 831-ET 842 - ET 1001-ET 1004
Treinstellen (Accu): AT 1 - AT 2 - AT 3 - AT 7
Treinstellen (Benzine/Diesel): VT 1 (VT 151) - VT 2 (VT 152–161 / VT 1–20) - VT 21 - VT 101-VT 103