Bayerische EP 4: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{| class="wikitable" style="float:right; width:24%;border color#4682B4" ! colspan="2" style= "background:#ff9e23" | Bayerische EP 3/6<sup>III</sup> <br/>Bayerische...') |
|||
Regel 39: | Regel 39: | ||
Tussen 1912 en 1914 werd het traject Salzburg–Freilassing–Berchtesgaden geëlektrificeerd en wilde de Staatsspoorwegen in Beieren, de Königlich Bayerischen Staatseisenbahnen (K.Bay.Sts.B.) ervaring opdoen met elektrische locomotieven. Er werden 12 prototype locomotieven besteld, waaronder de locomotieven van de Bayerische [[Bouwserie E 36|EP 3]], EP 4 en [[Bayerische EG 1|EG 1]]. Van elke bouwserie werd de elektrische uitrusting bij een andere firma besteld. Na de [[Pruisische EV 1/2]] kunnen deze locomotieven gezien worden als één van de eerste locomotieven met één-assige aandrijving, waarbij elke aandrijf-as een eigen elektromotor had. De locomotieven werden vanaf 1916 ingezet voor het personenvervoer op het traject Salzburg–Freilassing–Berchtesgaden en waren gestationeerd in Freilassing. | Tussen 1912 en 1914 werd het traject Salzburg–Freilassing–Berchtesgaden geëlektrificeerd en wilde de Staatsspoorwegen in Beieren, de Königlich Bayerischen Staatseisenbahnen (K.Bay.Sts.B.) ervaring opdoen met elektrische locomotieven. Er werden 12 prototype locomotieven besteld, waaronder de locomotieven van de Bayerische [[Bouwserie E 36|EP 3]], EP 4 en [[Bayerische EG 1|EG 1]]. Van elke bouwserie werd de elektrische uitrusting bij een andere firma besteld. Na de [[Pruisische EV 1/2]] kunnen deze locomotieven gezien worden als één van de eerste locomotieven met één-assige aandrijving, waarbij elke aandrijf-as een eigen elektromotor had. De locomotieven werden vanaf 1916 ingezet voor het personenvervoer op het traject Salzburg–Freilassing–Berchtesgaden en waren gestationeerd in Freilassing. | ||
Ze werden bij de K.Bay.Sts.B. ingedeeld als Bayerische EP 3/6<sup>III</sup>. De maximum snelheid werd vastgesteld op 80 km/h. | Ze werden bij de K.Bay.Sts.B. ingedeeld als Bayerische EP 3/6<sup>III</sup>. De maximum snelheid werd vastgesteld op 80 km/h. | ||
− | Na de 1e wereldoorlog werden de locomotieven eigendom van de Deutsche Reichsbahn Gruppenverwaltung Bayern. Vanaf 1923 werden de beide locomotieven ingedeeld als Bayerische EP 4. Bij de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG) werden de locomotieven in 1926 ingedeeld als bouwserie E 36<sup>2</sup>. De locomotieven waren krachtiger als de locomotieven van de [[Bouwserie E 36|E 36]], maar hadden slechtere prestaties. In de periode 1935 - 1937 werden de locomotieven ter zijde gesteld en gesloopt. | + | Na de 1e wereldoorlog werden de locomotieven eigendom van de Deutsche Reichsbahn Gruppenverwaltung Bayern. Vanaf 1923 werden de beide locomotieven ingedeeld als Bayerische EP 4. Bij de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG) werden de locomotieven in 1926 ingedeeld als bouwserie E 36<sup>2</sup>. De locomotieven waren krachtiger als de locomotieven van de [[Bouwserie E 36|bouwserie E 36]], maar hadden slechtere prestaties. In de periode 1935 - 1937 werden de locomotieven ter zijde gesteld en gesloopt. |
''Bronnen:'' | ''Bronnen:'' |
Versie van 15 okt 2017 21:23
Bayerische EP 3/6III Bayerische EP 4 Bouwserie E 362 (DR) | |
---|---|
Spoorwegmij's | K.Bay.Sts.B. DR |
Bedrijfsnummers | 20121 - 20124 E 36 21 - E 36 24 |
Fabrikanten | Krauss & Co., Maffei-Schwartzkopff-Werke (MSW) |
Aantal gebouwd | 4 stuks |
Bouwjaren | 1915 |
Uit dienst | 1935-1937 |
Asvorm | 1'C2' |
Lengte over de buffers | 13.550 mm |
Max.snelheid | 80 km/h |
Vermogen | 960 kW |
Dienstgewicht | 93,7 t |
Aanvangskracht | 161,9 kN |
Stroomsysteem | ~ 15.000 volt 16 2/3 Hz |
Remmen | - |
Bayerische EP 4 / Bouwserie E 362
De locomotieven van het type Bayerische EP 3/6III (Bayerische EP 4) zijn elektrische locomotieven die sinds 1916 werden ingezet door de Königlich Bayerischen Staatseisenbahnen (K.Bay.Sts.E.). De locomotieven zijn gebouwd door de fabrikant Krauss, waarbij de elektrische installatie verzord werd door Maffei-Schwartzkopff-Werke (MSW). In 1926 werden de locomotieven bij de Deutsche Reichsbahn ingedeeld als bouwserie E 362. De locomotieven werden ingezet voor het personenvervoer.
Ontwikkeling en Bedrijf
Tussen 1912 en 1914 werd het traject Salzburg–Freilassing–Berchtesgaden geëlektrificeerd en wilde de Staatsspoorwegen in Beieren, de Königlich Bayerischen Staatseisenbahnen (K.Bay.Sts.B.) ervaring opdoen met elektrische locomotieven. Er werden 12 prototype locomotieven besteld, waaronder de locomotieven van de Bayerische EP 3, EP 4 en EG 1. Van elke bouwserie werd de elektrische uitrusting bij een andere firma besteld. Na de Pruisische EV 1/2 kunnen deze locomotieven gezien worden als één van de eerste locomotieven met één-assige aandrijving, waarbij elke aandrijf-as een eigen elektromotor had. De locomotieven werden vanaf 1916 ingezet voor het personenvervoer op het traject Salzburg–Freilassing–Berchtesgaden en waren gestationeerd in Freilassing. Ze werden bij de K.Bay.Sts.B. ingedeeld als Bayerische EP 3/6III. De maximum snelheid werd vastgesteld op 80 km/h. Na de 1e wereldoorlog werden de locomotieven eigendom van de Deutsche Reichsbahn Gruppenverwaltung Bayern. Vanaf 1923 werden de beide locomotieven ingedeeld als Bayerische EP 4. Bij de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG) werden de locomotieven in 1926 ingedeeld als bouwserie E 362. De locomotieven waren krachtiger als de locomotieven van de bouwserie E 36, maar hadden slechtere prestaties. In de periode 1935 - 1937 werden de locomotieven ter zijde gesteld en gesloopt.
Bronnen:
- wikipedia:Bayerische_EP_4[1]
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Alle locomotieven van deze bouwserie zijn verschroot.
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse E-locs Bouwserie E 362
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
- Er zijn nog geen H0 modellen bekend van de Bayerische EP 4 / E 362