Bouwserie LAG 501–505: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'LAG nr. 501-505 / DR-Bouwserie ET 183 klaar {| class="wikitable" width="24" align="right" ! colspan="2" style= "background:#00b200; color:white" | LAG nr. 501 t/m...') |
k |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | |||
− | |||
{| class="wikitable" width="24" align="right" | {| class="wikitable" width="24" align="right" | ||
! colspan="2" style= "background:#00b200; color:white" | LAG nr. 501 t/m 505<br/>DR-Bouwserie ET 183 | ! colspan="2" style= "background:#00b200; color:white" | LAG nr. 501 t/m 505<br/>DR-Bouwserie ET 183 |
Huidige versie van 29 mrt 2024 om 07:47
LAG nr. 501 t/m 505 DR-Bouwserie ET 183 | |
---|---|
Spoorwegmij's | LAG, DR, DB |
Bedrijfsnummers | LAG: nr. 501 - 505 DR: ET 183 01 - 05 DB: ET 183 01 - 05 |
Fabrikanten | MAN BBC SSW |
Aantal gebouwd | 5 stuks |
Bouwjaren | 1899 |
Uitdienst | 1961 |
Asvorm | (1 A)(A 1) |
Lengte over de buffers | 17.630 mm |
Dienstgewicht | 501-504: 28.800 kg 505: 29.700 kg |
Max.snelheid | 50 km/h |
Vermogen | 501-504: 96 kW 505: 90 kW |
Aanvangskracht | .. kN |
Stroomsysteem | = 750 volt |
Remmen | Kuntze-Knorr |
LAG nr. 501 t/m 505
De LAG-treinstellen nr. 501-505 waren vierassige elektrische treinstellen van de Lokalbahn Aktien-Gesellschaft (LAG) voor verschillende normaalspoorlijnen van het bedrijf. Toen de lijnen werden overgenomen door de Deutsche Reichsbahn, werden ze aangeduid als ET 183 01–05. Door de sluiting of dieselisering van de hoofdroutes veranderden eind jaren vijftig de operationele eisen aan de voertuigen. Eén voertuig is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven en bevindt zich in het Duitse Technologiemuseum in Berlijn.
Ontwikkeling en bedrijf
De LAG exploiteerde verschillende zijlijnen in Zuid-Duitsland, die vóór 1900 werden geëlektrificeerd en bediend met treinwagons. Deze voertuigen werden gebouwd in 1899, hoewel de treinstellen 501–504 slechts in geringe mate verschilden van de 505.
De voertuigen waren voorzien van een trek- en duwinrichting en waren geschikt voor het vervoeren van losse zijspannen. Het waren vierassige exemplaren, de binnenas van een draaistel werd aangedreven door palgelagerde tractiemotoren. Terwijl auto's 501–504 elektrische apparatuur hebben van Brown, Boveri & Cie. (BBC), de 505 beschikte over elektrische apparatuur van BBC en Siemens-Schuckertwerke.
De bodem van de wagenbak kwam overeen met die van de personenrijtuigen van de Koninklijke Beierse Staatsspoorwegen. De entree aan de uiteinden van het voertuig waren ingetrokken en het had ook een niet-gecentreerde, ingetrokken dubbele deur. In 1925 werd wagen 505 specifiek aangepast aan de zijdeuren aan de voorzijde. Voordat wagen 505 aan zijn definitieve inzet op de spoorlijn Meckenbeuren-Tettnang begon, werd hij opnieuw opgebouwd; de ingetrokken middendeuren werden vervangen door grote schuifdeuren die gelijk met de buitenmuur lagen.
De voertuigen werden gebruikt op de Isartalbahn en de lokale spoorlijn Bad Aibling-Feilnbach. Met de herelektrificatie in 1954 en 1959 werden de treinstellen ET 183 01 t/m 183 04 buiten dienst gesteld en werd de ET 183 05 op de spoorlijn Meckenbeuren-Tettnang geplaatst. Dit voertuig werd in 1962 buiten gebruik gesteld. Het bleef echter als museumstuk bewaard en kan worden bezichtigd in het Duitse Technologiemuseum in Berlijn.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- De ET 183 05 is bewaard gebleven en staat in het Duitse Technologiemuseum in Berlijn.
- wikipedia : LAG Nr. 501 bis 505[1]
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse Treinstellen ET 183
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
- Nog geen modellen bekend