Bouwserie E 95: verschil tussen versies
k |
k (→Modellen) |
||
Regel 76: | Regel 76: | ||
== Modellen == | == Modellen == | ||
{{Brawa-e95-modellen}} | {{Brawa-e95-modellen}} | ||
− | {{Navigatie-grootspoor- | + | {{Navigatie-grootspoor-DR(1945-1993)}} |
[[Categorie:E-locs]][[categorie:E-locs Duitsland]] | [[Categorie:E-locs]][[categorie:E-locs Duitsland]] |
Huidige versie van 29 jan 2023 om 10:51
E 95 | |
---|---|
Spoorwegmij's | DR |
Bedrijfsnummers | E 95 01 - E 95 06 |
Fabrikanten | AEG, SSW |
Aantal gebouwd | 6 stuks |
Bouwjaren | 1927 |
Uit dienst | 1969 |
Asvorm | 1’Co+Co1’ |
Lengte over de buffers | 20.900 mm |
Max.snelheid | 70 km/h |
Vermogen | 2778 kW |
Dienstgewicht | 138,5 t |
Aanvangskracht | 353 kN |
Stroomsysteem | ~15000 volt /16,7 Hz |
Remmen | Luchtdruk rem |
Elektrische locomotief E 95
De locomotieven van de bouwserie E 95 zijn zware elektrische locomotieven van de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG) die werden ingezet voor het zware kolentransport in Sleeswijk.
Ontwikkeling en bedrijf
In de jaren '20 waren er plannen gemaakt om het traject Breslau-Brockau–Liegnitz–Arnsdorf–Görlitz te elektrificeren. Dit traject werd gebruikt voor het kolentransport naar de omgeving van Berlijn en Dresden. De Deutsche Reichsbahn Gesellschaft gaf in 1924 opdracht aan AEG voor de bouw van een zware elektrische locomotief die een kolentrein van 2200 ton en een personentrein van 530 ton met een snelheid van 45 km/h door het bergachtige landschap kon trekken. Als maximumsnelheid werd 65 km/h aangegeven. Tevens moesten de locomotieven deelbaar zijn zodat deze ook in de kleinere onderhoudsplaatsen in onderhoud genomen kon worden. AEG ontwierp een locomotief met een 1’Co+Co1’ indeling waarvan de DRG er in 1926 zes van bestelde. De locomotieven werden eind 1927 tot juni 1928 afgeleverd en deze werden ingedeeld als bouwserie E 95 met de bedrijsnummers E 95 01 t/m E 95 06. De locomotief bleek betere prestaties te hebben dan de locomotieven van de bouwserie E 91 en leverde een tijdsbesparing op van 23 tot 30%. De locomotieven trokken de zware kolentreinen op het traject Waldenburg-Dittersbach en Görlitz tot 1930. Toen liep het aantal kolentreinen sterk terug en werden de locomotieven meer ingezet voor het trekken van personentreinen. Tot een aanvullende bestelling van deze bouwserie kwam het echter niet. Alle 6 locomotieven bleven tijdens de 2e wereldoorlog onbeschadigd en bevonden zich aan het einde van de oorlog in de DDR. In 1946 gingen de locomotieven naar de Sovjet Unie als herstelbetaling. In 1952 keerden ze terug naar de DDR en werden in Dessau gestationeerd. Alle 6 locomotieven waren aan onderhoud toe en in 1959 werden 3 locomotieven opgeknapt en weer bedrijfsvaardig gemaakt waarbij de onderdelen van de andere 3 gebruikt werden voor reserve-onderdelen om locomoteven van de E 04, E 44 en E 94 weer in bedrijf te krijgen. In 1960 werden de E 95 01, E 95 02 en E 95 03 in Halle gestationeert waar ze kolentreinen uit het Geiseltal richting Halle, Leipzig en Erfurt trokken.
Eind jaren '60 werden de locomotieven bij de Deutsche Reichsbahn vervangen door nieuwere locomotieven en werden de E 95 locomotieven ter zijde gesteld. In 1969 werden de E 95 02 en E 95 03 ter zijde gesteld en in 1970 de E 95 01.
Bronnen:
- wikipedia : DR-Baureihe_E_95[1]
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Loc E 95 02 is bewaard gebleven en bevindt zich in het DB museum in Halle-Saale.
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse E-locs Bouwserie E 95
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
|