Saksische XVIII H
Saksische XVIII H Bouwserie 18.0 (DR) | |
---|---|
Spoorwegmij's | K.Sächs.Sts.E.B. |
Bedrijfsnummers | 196–205 DR: 18 001 - 18 010 |
Fabrikanten | Saksische Maschinenfabrik Chemnitz |
Aantal gebouwd | 10 stuks |
Bouwjaren | 1917-1918 |
Uitdienst | 1965 |
Asvorm | 2'C1' h3 |
Wiel diameters | Drijfwielen: Ø 190,5 cm Voorloop: Ø 106,5 cm Achterloop: Ø 126 cm |
Lengte loc | 22.222 mm |
Keteldruk | 14 kg/cm² |
Verdampingsoppervlak | 215,76 m² |
Dienstgewicht | 93,6 t met tender: 156.4 t |
Max.snelheid | 120 km/h |
Aantal cilinders | 3 |
Remmen | Westinghouse drukluchtrem |
Stoomlocomotief Saksische XVIII H
De Saksische XVIII H stoomlocomotieven van de Koninklijke Saksische Staatsspoorwegen (K.Sächs.Sts.E.B.) waren stoomlocomotieven die ingezet werden voor de sneltreindiensten. De locomotief werd ontworpen als sneltrein voor de vlakkere trajecten en werd in Dresden gestationeerd. In 1925 werden ze door de Deutsche Reichsbahn overgenomen en ingedeeld als bouwserie 18.0.
Ontwikkeling en Bedrijf
Nadat men bij de Saksische Staatsspoorwegen diverse 4-cilinder locomotieven had aangeschaft, werd besloten om een locomotief naar Pruisisch voorbeeld aan te schaffen. De Saksische XVIII H was vermoedelijk afgeleid van de Bayerische S 3/6. Om het plagiaat echter niet overduidelijk te maken, werd gekozen voor een 3-cilinder aandrijving in plaats van een 4-cilinder aandrijving. Daarnaast werd voor een oververhitte stoom variant gekozen. In de periode 1917-1918 werden 10 exemplaren gebouwd door de Saksische machinefabriek in Chemnitz.
Voor het eerst werd een ketel met een vuurkist boven het frame gebruikt. Deze was gemaakt van drie schotten, het derde schot was enigszins kegelvormig. De keteltoevoer werd bediend door twee stoomstraalpompen en een Knorr-toevoerpomp met oppervlakvoorverwarmer. Een van de bijgevoegde injectoren werd later verwijderd. De locomotief is ontworpen als een driecilinder stoommachine met eenvoudige stoomuitbreiding. Twee cilinders waren extern geplaatst in de gebruikelijke horizontale positie, de derde cilinder was schuin tussen de wanden van het plaatstalen frame gemonteerd. De tweede koppelingsas werd aangedreven door alle drie cilinders. De besturing van de binnencilinder werd via hendels en tussenassen bediend door de Heusinger-bediening. Verder werd een Westinghouse luchtdrukrem toegepast. Het remmen vond eenzijdig plaats op alle loop- en koppelassen. Enkele locomotieven werden later aangepast naar remmen op indusie. De Saksische XVIII H werd uitgerust met een sleeptender van het type sä 2'2 T 31.
De locomotieven werden gestationeerd in Dresden en werden op de trajecten Dresden-Leipzig, Dresden-Berlijn, Dresden-Bodenbach en Dresden-Wroclaw ingezet.
In 1920 nam de Deutsche Reichsbahn alle 10 exemplaren over en deelde ze in als bouwserie 18.0 met de bedrijfsnummers 18 001 t/m 18 010. In de 2e wereldoorlog ging de loc met bedrijfsnummer 18 002 verloren. De overige 9 exemplaren overleefden de oorlog en kwamen bij de Deutsche Reichsbahn in de DDR terecht. De locomotieven bleven in Dresden gestationeerd waar ze vooral werden ingezet op de sneltreindiensten naar Berlijn. Bij de Deutsche Reichsbahn werden de locomotieven tussen 1965 en 1968 ter zijde werden gesteld.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Helaas zijn alle exemplaren van de Saksische XVIII H verschroot.
Bronnen:Wikipedia: Sächsische_XVIII_H[1]
Verwijzingen
Intern
- Königlich Sächsische Staatseisenbahnen (K.Sächs.Sts.E.B.)
- Overzicht Grootspoor Materieel Königlich Sächsischen Staatseisenbahnen
Extern
Diverse Stoomlocomotieven Saksische XVIII H
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
|
|
|