Bouwserie 252/156
Bouwserie 252 (DR) Bouwserie 156 (DB) MEG 801-804 | |
---|---|
Spoorwegmij's | DR, DB, MEG |
Bedrijfsnummers | 252 001 - 252 004 156 001 - 156 004 MEG 801 - 804 |
Fabrikanten | LEW, AEG |
Aantal gebouwd | 4 stuks |
Bouwjaren | 1991 |
Uit dienst | - |
Asvorm | Co’Co’ |
Lengte over de buffers | 19.500 mm |
Max.snelheid | 125 km/h |
Vermogen | 5880 kW |
Dienstgewicht | 120 t |
Aanvangskracht | 361 kN |
Stroomsysteem | ~15000 volt /16,7 Hz |
Remmen | Luchtdruk rem Elektrische weerstandsrem |
Elektrische locomotief BR 252 / BR 156
De locomotieven van de bouwserie 252 zijn elektrische locomotieven van de Deutsche Reichsbahn (DR) welk zijn ontwikkeld voor het goederentransport bedoeld als uitbreiding op de locomotieven van de bouwserie E 250 en met het plan om de locomotieven op de Rübelandbahn in te zetten en op het traject West-Berlin–Hannover via Berlin-Staaken–Oebisfelde als hoge sneldheidstrein. De locomotieven zijn in 1991 in dienst gekomen en zijn met de samenvoeging met de Deutsche Bundesbahn in 1992 heringedeeld als bouwserie 156. De locomotieven werden zowel ingezet voor het goederentransport als voor het personenvervoer.
Ontwikkeling en bedrijf
De Deutsche Reichsbahn wilde nieuwe locomotieven die een maximumsnelheid van 160 km/h konden halen voor de hoge snelheidslijn tussen West-Berlijn en Hanover. Ook zouden de locomotieven ingezet gaan worden op de Rübelandbahn. In 1991 werden vier voorserie locomotieven van de bouwserie 252 geleverd, met de bedoeling om aanvullend een serie-productie van 70 stuks te laten bouwen. Met de samenvoeging met de Deutsche Bundesbahn in 1992 werden de locomotieven ingedeeld als bouwserie 156. Een aanvullende bestelling werd geannuleerd, omdat de DB geen behoefte had aan een normale éénfase wisselstroom locomotief, maar liever koos voor de al bewezen draaistroomlocomotieven van de Bouwserie 120. Daarnaast was de bouwserie 156 een 6-assige locomotief en had de DB een voorkeur voor 4-assige locomotieven. Ook was de geplande inzet op de hogesnelheidslijn tussen West-Berlijn en Hanover niet meer nodig en was het goederentransport afgenomen, waardoor de behoefte aan de locomotieven van de bouwserie 156 achterhaald was. De vier prototype locomotieven werden bij aflevering gestationeerd in Dresden. De locomotieven werden ingezet voor het zware goederenverkeer tussen Dresden en Reichenbach. Daarnaast werden ze regelmatig ingezet als personentreinen tussen Dresden en Nauen. In 1998 gingen de locomotieven over naar DB Cargo en liep de inzet van de treinen sterk terug. In oktober 2002 werden de locomotieven bij DB Cargo ter zijde gesteld en te koop aangeboden. In 2003 kocht de Mitteldeutsche Eisenbahn GmbH (MEG) deze locomotieven en kregen ze de bedrijfsnummer 801 t/m 804 toegewezen.
Bronnen:
- wikipedia : DR-Baureihe_252[1]
Kleurvarianten
Vanaf fabriek werden de locomotieven in een signaalrode kleur afgeleverd, behalve loc 252 003 die in een oriëntrode kleur werd afgeleverd. In 1999 werd loc 156 003 als eerste in een verkeersrode kleur geschilderd met een Railion logo. Een jaar later werd dit logo vervangen door een DB keks logo. De andere 3 locomotieven werden ook van een verkeersrode kleur voorzien. Bij de MEG behielden de locomotieven de verkeersrode kleur en werden maar minieme wijzigingen aangebracht zoals het logo van MEG. In 2008 werd loc MEG 803 voorzien van een afwijkende lak ter ere van het 10-jarig jubileum van de MEG.
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse E-locs Bouwserie 252 (DR) / 156 (DB)
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
Sjabloon:Gützold-br156-modellen
|