Badische IV h: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '<small> {| class="wikitable" style="float:right; width:24%;border color#4682B4" ! colspan="2" style= "background:#b24c4c; color:white" |'''Badische IVh<br/>BR 18.3'...') |
k (→Modellen) |
||
Regel 84: | Regel 84: | ||
== Modellen == | == Modellen == | ||
{{Märklin-Badische IV h-modellen}} | {{Märklin-Badische IV h-modellen}} | ||
+ | {{Trix-badische-ivh-modellen}} | ||
{{Liliput-badische-ivh-modellen}} | {{Liliput-badische-ivh-modellen}} | ||
Versie van 5 okt 2015 20:29
Badische IVh BR 18.3 | |
---|---|
Spoorwegmij's | Großherzoglich Badischen Staatsbahn DR DB |
Bedrijfsnummers | 18 301 – 18 303 18 311 – 18 319 18 321 – 18 328 |
Fabrikanten | Maffei |
Aantal gebouwd | 20 stuks |
Bouwjaren | 1918–1920 |
Asvorm | 2'C1' h4v |
Wiel diameters | Drijfwielen:Ø 210 cm Voorloop:Ø 99 cm Achter:Ø 120 cm |
Lengte loc incl. tender | 23.230 mm |
Keteldruk | 15 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | 205,14 m2 |
Dienstgewicht | 97 t |
Max.snelheid | 140 km/h |
Vermogen | 1.950-2.200 PSi |
Uitdienst | 1948–1974 |
Stoomlocomotief Badische IVh
De locomotieven van het type Badische IVh (DR baureihe 18.3) werden vanaf 1918 ingezet door de Großherzoglich Badischen Staatsbahn. Er werden 20 stuks van deze locomotieven gebouwd door fabrikant Maffei, welke met hun as-indeling 2'C1' werden voornamelijk ingezet als reizigerstreinen.
Ontwikkeling en Bedrijf
De locomotieven van het type Badische IVh moesten de bestaande locomotieven van de Badische IVf vervangen, omdat die niet voldoende tractie hadden voor het traject Basel - Manheim. De Badische Ivh locomotieven werden gebouwd tussen 1918 en 1920 gebouwd en afgeleverd. Ze werden gestationeerd in Bw Offenburg. De Badische IVh bleek een krachtige locomotief die probleemloos een 650 t zware goederentrein kon trekken met een snelheid van 100 km/h en nog een snelheid van 70 km/h behaalde met dezelfde last, op een helling van 5,38 ‰.
In 1920 werd de laatste locomotief afgeleverd. De Großherzoglich Badischen Staatsbahn was toen al opgegaan in de Deutsche Reichsbahn (DR). De Badische IVh locomotieven werden bij de Deutsche Reichsbahn ingedeeld als Baureihe 18.3 en kregen de bedrijfsnummers 18 301 t/m 18 303, 18 311 t/m 18 319 en 18 321 t/m 18 328.
Eind jaren '20 werden de locomotieven naar het noorden verplaatst aangezien de locomotieven van de Bouwserie 01 op de trajecten in het Rijndal de diensten overnamen. In 1933 werden de locomotieven in Koblenz gestationeerd waar ze als reserve voor de Rheingold werden diende en tevens ingezet werden op het traject Saarbrücken-Frankfurt dienst deden. Vanaf 1935 deed de Badische IVh ook dienst in Bremen, waar de locomotieven in het vlakke landschap betere prestaties leverde. Vanaf 1942 waren de locomotieven in Bremen gestationeerd.
In 1944 raakte loc 18 326 onherstelbaar beschadigd. De 19 overgebleven locomotieven werden na de 2e wereldoorlog nog gebruikt, maar vanaf 1948 werden ze geleidelijk ter zijde gesteld.
Inzet bij de Deutsche Bundesbahn (DB)
De Deutsche Bundesbahn besloot om met 3 locomotieven van de Badische IVh weer in dienst te stellen. Het betrof de locomotieven met de bedrijfsnummers 18 316, 18 319 en 18 323, welke gestationeerd werden in Minden.
In 1974 werd de laatste locomotief van de Badische IVh (Baureihe 18.3) ter zijde gesteld.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Loc 18 314 is eigendom van het Auto-und Technikmuseum Sinsheim
- Loc 18 316 staat sinds 2007 in het "Landesmuseum für technik in arbeit", in Mannheim.
- Loc 18 323 staat als monument opgesteld bij de Fachhochschule Offenburg.
Bronnen:[1]
Externe Verwijzingen
Diverse Stoomlocomotieven Badische IVh
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|
|
|