Bouwserie 230: verschil tussen versies
k |
k (→Modellen) |
||
Regel 71: | Regel 71: | ||
== Modellen == | == Modellen == | ||
− | + | {{Piko-br230-modellen}} | |
{{Navigatie-grootspoor-db}} | {{Navigatie-grootspoor-db}} | ||
[[Categorie:E-locs]][[Categorie:E-locs Duitsland]] | [[Categorie:E-locs]][[Categorie:E-locs Duitsland]] |
Versie van 8 okt 2015 21:20
DR: Bouwserie 230 DB: Bouwserie 180 CSD: Bouwserie 371, 372 | |
---|---|
Spoorwegmij's | DR DB CSD |
Bedrijfsnummers | DR: 230 001 – 230 020 DB: 180 001 – 180 020 CSD/CD: 372 001 – 372 015 |
Fabrikant | Škoda Plzen LEW Hennigsdorf |
Aantal gebouwd | DR: 20 stuks CSD: 15 stuks |
Bouwjaren | 1988, 1991 |
Asindeling | Bo’Bo’ |
Lengte over de buffers | 16.800 mm |
Maximum snelheid | DB: 120 km/h CD 372: 120 km/h CD 371: 160 km/h |
Vermogen | 3.080 kW |
Aanvangskracht | 280 kN |
Dienstgewicht | 84,8 t |
Stroomsysteem | ~ 15000 volt 16 2/3 Hz = 3000 volt |
Remmen | Klotz-rem, Elektrische weerstandsrem |
Uit dienst | 2014 |
Elektrische locomotief bouwserie 230
De locomotieven van de bouwserie 230 (vanaf 1992 bij de DB als bouwserie 180), zijn elektrische meersysteem-locomotieven die vanaf 1991 werden ingezet door de Deutsche Reichsbahn (DR), voor het grensoverschrijdende verkeer tussen Duitsland, Polen en Tsjechië. De locomotieven hadden de bijnaam "Knödelpresse" omdat ze in Tsjechië gebouwd zijn.
Ontwikkeling en bedrijf
In de jaren tachtig ontstond er ook bij de Deutsche Reichsbahn (DR) behoefte aan een meersysteemlocomotief. Deze was vooral noodzakelijk om het toenemende, grensoverschrijdende verkeer tussen de DDR en Tsjechoslowakije sneller te kunnen laten verlopen. In de DDR had men echter geen ervaring met het bouwen van tweesysteemlocomotieven en bovendien had LEW Henningsdorf - de 'huisleverancier' van de DR - het midden jaren tachtig al veel te druk met de bouw van de Bouwserie 243. Daarom werd gekozen voor de Tsjechische treinfabrikant Skoda uit Pilsen. Skoda had namelijk al in de jaren zestig voor de verschillende stroomsystemen in Tsjechoslowakije tweesysteemlocomotieven ontworpen. Het Duitse wisselstroomsysteem van 15 kV /16 2/3 Hz was echter ook voor Skoda nieuw. De nieuwe locomotief moest geschikt zijn voor zowel zware sneltreinen (top 100 tot 120 km/h) als goederentreinen. Op 25 februari 1988 werd de voorserieloc 230 001 aan de DR overgedragen. Na bijna drie jaar testen werd eind 1990 gestart met de serieproductie en tussen februari en april 1991 (na de hereniging van West- en Oost-Duitsland), werden de locomotieven met de bedrijfsnummers 230 002 tot en met 230 020 afgeleverd. Oorspronkelijk zouden er veertig exemplaren besteld worden, maar het bleef bij twintig stuks omdat de CSD (de Tsjechische Staatsspoorwegen) ook vijftien, vrijwel identieke exemplaren kregen (Serie 372) die eveneens tussen de DDR en Tschechië moesten gaan rijden.
De locomotieven van de bouwserie 230 kregen een heel herkenbaar uiterlijk door de markante kopvorm, de grote ventilatieroosters op het dak en de asymmetrische zijkanten: de linkerzijde heeft vier vensters, terwijl aan de rechterzijde nog meer ventilatieroosters zitten. Ze werden in de karakteristieke bordeauxrode kleur van de DR en met een rondom lopende, witte bies afgeleverd. Op 1 juni 1991 begonnen de locs uit de serie 230 en 372 via de Elberoute te rijden tussen Praag en Dresden en later ook verder naar Leipzig en Berlijn. Vanwege de beperkte topsnelheid werden de Duitse locomotieven al in 1993 - intussen omgedoopt tot Baureihe 180 - niet meer ingezet voor de luxe reizigerstreinen tussen Dresden en Berlijn, maar vervangen door de snellere BR 112 (ex-DR 212). Daarvoor in de plaats mochten ze nu de EC-treinen tussen Berlijn en Warschau gaan trekken, aangezien in Polen hetzelfde gelijkstroomsysteem van 3kV gehanteerd werd. In het goederenverkeer bleven de locomotieven echter tussen Tsjechië, Polen en Duitsland pendelen. De reizigerstreinen tussen Dresden en Praag werden geheel overgenomen door de CSD Serie 372, die nu - na tot 160 km/h omgebouwd te zijn - officieel als Serie 371 te boek stond. Ook de DB had plannen om de locomotieven van de bouwserie 180 allemaal om te bouwen tot 160 km/h. De voorserieloc 001 werd daarvoor in 1993 naar Skoda gestuurd en kwam in juni 1994 terug. Er werd een omvangrijk testprogramma gestart maar de andere locomotieven werden nooit meer aangepast. De locomotief 001 werd zelfs aan de CD (de opvolger van de CSD) gegeven, als vervanging voor de 372 006 die in Dresden verongelukt was. De locomotief gaat sindsdien als 371 201 door het leven. De overgebleven negentien locomotieven zijn momenteel in handen van DB Schenker Rail. Ook nu nog kun je deze voor goederentreinen overal in Duitsland aantreffen, waarbij een paar locomotieven zelfs nog in de originele bordeauxrode kleur rondrijden.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Bijzonderheden/Opmerkingen
Externe Verwijzingen
Diverse E-loc's Bouwserie 230 / 180
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|
|