Bouwserie 02
Bouwserie 02 | |
---|---|
Spoorwegmij's |
DRG: |
Bedrijfsnummers | 02 001 t/m 02 010 |
Fabrikanten |
Henschel |
Aantal gebouwd | Totaal 10 st.
BR 02 001/02 008 (Henschel) |
Bouwjaren | 1925 - 1926 |
Asvorm | 2'C1' h4v + 2' 3' |
Wiel-diameters: |
Drijfwielen:∅ 200 cm. |
Lengte loc.excl tender |
23 750mm |
Keteldruk | 16 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak |
237,56 m2 |
Dienstgewicht | 113,5 t |
Vermogen: | 2300 pk |
Max.snelheid | 130 km/h |
Uitdienst | 1937-1942 |
Stoomlocomotief Baureihe 02
Ontwikkeling en Bedrijf
Omdat er na de eerste wereld oorlog een groot tekort was aan locomotieven en er een groot deel aan de omringende landen was afgestaan als “wieder gut machung” , besloot de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG) om nieuwe locomotieven te ontwikkelen. Om van de enorme hoeveelheid verschillende bouwseries van locomotieven en typen af te komen, besloot men om “Einheits lokomotiven” te bouwen, dit was makkelijker met onderdelen en spaarde geld uit met onderhoud.
Henschel,Borsig en Maffei kregen de opdracht om de bouwserie 01 en 02 te ontwikkelen, en leverden de tekeningen in bij het Eisenbahn-Zentral-Amt.
Hier werd er naar de ontwerpen gekeken en werden de voor en nadelen bestudeert.
Naast het principe van aandrijving, op 1 as (bij de 4 cilinder compound), of aandrijving op 2 assen, keek men ook naar de oppervlakte van de vuurkist en naar het verdampingsvlak van de ketel. Ook het ontwerp van het frame (dat gelijk moest zijn voor 2 en 4 cilinders) evenals de totale lengte van locomotief met tender werd bekeken. Dit omdat er in Duitsland vele draaischijven lagen van maar 20 meter lengte. De totale as afmeting mocht daarom niet langer zijn dan 19,3 meter. Zo kon de locomotief nog redelijk op de draaischijf.
In grote lijnen kwam het ontwerp van Henschel als beste naar voren, maar kreeg de tender van Maffei de voorkeur, zodat de lok en tender binnen de maximale afmeting bleef.
Ook de kleur kwam ter sprake. De Pruisen wilden graag hun oude groen/zwart/donkerrood kleuren terug. Toch werd er gekozen voor de gebruikelijke zwart/rood combinatie, mede doordat dit goedkoper was in onderhoud.
Henschel kreeg de opdracht om 8 stuks van de Bouwserie 02 te leveren (02-001 t/m 02-008), Maffei mocht er 2 leveren (02-009,-010).
De locomotieven van de bouwserie 01 werden door Borsig (01-001, 01-008) en AEG (01-009,-010)gebouwd.
Fabrikant Maffei protesteerde eerst nog, en wilde deze locomotieven aanvankelijk niet gaan bouwen omdat de buis van de hoge naar de lage drukcilinder in hun ogen te klein van diameter was en de stoomschuiven te klein zouden zijn. Dit zou de vulling van de lage druk cilinder nadelig beïnvloeden en de locomotief tot een mislukking maken. Ze hadden inmiddels meer ervaring met 4 cilinder compound locomotieven en zelfs de Badische 4F (Br 18.3) had grotere kanalen en schuiven.
De DRG gaf te kennen dat ze de loc konden gaan bouwen zoals hij op de tekening stond, zo niet, dan zou de opdracht aan een andere locomotieffabriek worden uitbesteed. Met dat vooruitzicht besloot Maffei de opdracht toch maar te accepteren.
De 02-001 was de eerste “Einheits Dampflokomotive” die er op de rails kwam en wel in Oktober 1925. De eerste locomotief van de bouwserie 01 kwam er in December 1925.
De locomotieven van de bouwserie 02 werden bij diverse “Bahnwerken” ondergebracht.
- Bw Erfurt :3 stuks (02-001, 02-003, 02-004)
- Bw Hamm : 3 stuks (02-005 t/m 02-007)
- Bw Hof :3 stuks (02-008 t/m 02-010)
- Bw Grünewald : 1 stuks (02-002)
Vanuit Hamm reden de diverse locomotieven van de bouwserie 02 met gelijke last naar Hannover en Berlijn, wat een vlakke rit is. Vanuit Hof gingen de locomotieven naar Regensburg en dan terug over Hof naar Leipzig, welk traject een gemiddelde bergrit betrof. Vanuit Erfurt reden ze het traject Leipzig- Erfurt-Frankfurt am Main door een stuk heuvellandschap. Daarmee werden de locs op uiteenlopende trajecten ingezet om hun stoom, water en kolenverbruik te kunnen beoordelen. Daarnaast werd er natuurlijk gekeken naar het onderhoud van de locomotieven.
Helaas bleek al snel dat de bouwserie 02 het niet ging winnen van de bouwserie 01. Door constructiefouten was het kolen en water verbruik niet veel minder dan die van de bouwserie 01. Ook het onderhoud aan een 4 cilinder was duurder als dat van een 2 cilinder machine.
Ondanks deze bevindingen heeft de DRG de locomotieven van de bouwserie 02 in gebruik gehad tot 1937 voordat men ze besloot om te laten bouwen naar locomotieven van de bouwserie 01. De ombouw naar bouwserie 01 vond plaats in Meiningen en kregen de volgende bedrijfsnummers:
Gegevens van de ombouw naar bouwserie 01 | ||
---|---|---|
Nieuw Bedrijfsnr. | Voormalig Bedrijfsnr. | Ombouw jaar |
01-011 | 02-001 | 09-1937 |
01-233 | 02-005 | 1938 |
01-234 | 02-003 | 09-1938 |
01-235 | 02-010 | 11-1938 |
01-236 | 02-007 | 09-1938 |
01-237 | 02-002 | 11-1939 |
01-238 | 02-009 | 07-1942 |
01-239 | 02-006 | 07-1941 |
01-240 | 02-008 | 10-1942 |
01-241 | 02-004 | 11-1942 |
Waar zijn deze locomotieven nog te zien
Alle locomotieven van de bouwserie 02 zijn in de periode 1937-1942 omgebouwd naar locomotieven van de bouwserie 01. Daarmee is er geen enkele locomotief van de oorspronkelijke bouwserie 02 bewaard gebleven.
Bijzonderheden/Opmerkingen
Literatuur
Externe Verwijzingen
Grootspoor Afbeeldingen
Modellen
Märklin H0 modellen
|
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|}