Bouwserie E 41/141
Baureihe E 41 / 141 | |
---|---|
Spoorwegmij's | DB |
Bedrijfsnummers | E 41 001 – E 41 435 vanaf 1968: 141 001 – 141 451 |
Fabrikanten | Henschel-Werke Krauss-Maffei Krupp elektrisch deel : |
Aantal gebouwd | 451 stuks |
Bouwjaren | 1956-1971 |
Asvorm | Bo'Bo' |
Lengte over de buffers | 15620 mm |
Max.snelheid | 120 km/h |
Vermogen | 2310 kW |
Dienstgewicht | 66,4 t (141 001 – 141 226) 72,5 t (141 227 – 141 451) |
Aanvangskracht | 216 kN |
Stroomsysteem | ~ 15.000 volt 16 2/3 Hz |
Remmen | Druklucht |
Uit dienst | 1998-2006 |
Elektrische locomotief Baureihe E 41 / 141
De Bouwserie E 41 is een universele loc, die zowel reizigerstreinen als lichte goederentreinen moest kunnen trekken. Na aanvankelijk ook sneltreinen gereden te hebben, werd de loc steeds meer ingezet op nevenlijnen en voor keertreinen naar en rondom de grote steden in Duitsland.
Ontwikkeling en Bedrijf
In de jaren vijftig van de vorige eeuw besloot de Deutsche Bundesbahn om een tweetal standaard-locs te laten ontwikkelen: een zes-assige goederenloc en een vier-assige multifunctionele loc. Nadat bleek dat men aan twee loctypes toch niet genoeg had, werden het er tenslotte vier: de E 10 als sneltreinloc, de E 40 als goederenloc, de E 50 als zware goederenloc en de E 41 als lichte en goedkope multifunctionele loc. Omdat de E 41 ook ingezet moest kunnen worden op geëlektrificeerde zijlijnen was het van belang dat de aslast niet boven de vijfiten ton zou komen. Ook de aanschafkosten waren voor dit type belangrijk waardoor de E 41 zich ondermeer onderscheidt van de andere eenheidslocs met betrekking tot het elektrische gedeelte. De Baureihe E 41 werd in de beginjaren - geheel volgens plan - vooral gebruikt voor stop- en lichte goederentreinen. Maar je kon de locs toen ook nog tegenkomen voor sneltreinen. Daarom hadden enkele locs uit de eerste serie de blauwe, sneltrein kleur van de DB gekregen. Aan het eind van de 50er jaren eindigde de inzet voor D-treinen omdat de snelheid voor deze treinen verhoogd werd naar 140 km/h. De E 41 kon dat met zijn topsnelheid van 120 km/h niet meer bijbenen. Alle locs hadden een zogenaamde „Wendezugsteuerung” gekregen bij aflevering waardoor ze als keertrein ingezet konden worden. Enkele locs kregen daarnaast nog extra voorzieningen om in het S-Bahn verkeer gebruikt te worden. Opvallend zijn in dat opzicht de kiezelgrijs/oranje-locs (141 436 t/m 442) die vanaf 1987 bij de S-Bahn Nürnberg ingezet werden en de zogenaamde “Karlsruher Zug”. Deze trein bestond uit loc 141 248 en speciaal aangepaste „Silberlinge”, die in een aparte, asymmetrische kleurstelling (ivoorwit/blauw) voor de S-Bahn in het Rhein-Ruhr-gebied bij wijze van proef aan de slag moest. De locs van de Baureihe 141 zijn makkelijk te herkennen aan het feit dat ze - in tegenstelling tot de E 10/40 en E 50 - geen ramen tussen of naast de ventilatieroosters hebben zitten. Alleen bij de allereerste locs die werden afgeleverd waren aan de linkerzijde twee vensters te zien (links en rechts naast de drie roosters) en aan de rechterzijde eentje precies in het midden. Vanwege koelingsproblemen werden deze ramen echter al snel vervangen door extra ventilatieroosters. Een ander karakteristiek kenmerk van de Baureihe E 41/141 is het typische geluid dat de lastschakelaar produceert: een reeks knallen die je vooral hoorde als de loc acceleerde. Het zorgde ervoor dat de locs de bijnaam „Knallfrosch” kregen: “voetzoeker” (en dus niet „Brulkikker” zoals in menige catalogus van Märklin nog valt te lezen…) In december 2006 werden de laatste 141-locs uit dienst genomen.
Bronnen:
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
De E 41 001 en de 141 366 staan beide in het DB Museum Koblenz.
Bijzonderheden/Opmerkingen
Literatuur
- Spoorwegen; diverse jaargangen. Gerrit Nieuwenhuis, Richard Latten. Uitgeverij de Alk BV, Alkmaar.
Externe Verwijzingen
- Wikipedia (Duitstalig)
- Website 'Die Bundesbahnzeit' - E 41 (Duitstalig)
- Website IG Einheitsloks - E 41 (Duitstalig)
Diverse E-locs Baureihe E 41 / BR 141
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|