Bouwserie E 94/194
Baureihe E 94 / 194 / BR 254 / Öbb: Rh 1020 | |
---|---|
Spoorwegmij's | DB |
Bedrijfsnummers | E 94 001 – E 94 142 E 94 145 E 94 151 – E 94 161 E 94 178 – E 94 196 E 94 262 – E 94 285 ÖBB 1020.45–1020.47 |
Fabrikanten | AEG SSW Krauss Maffei Krupp Henschel WLF |
Aantal gebouwd | E 94: 197 stuks Rh 1020 : 3 stuks |
Bouwjaren | 1940–1945 1954–1956 |
Asvorm | Co’Co’ |
Lengte over de buffers | 18.600 mm |
Max.snelheid | 90 km/h |
Vermogen | 3000 kW |
Dienstgewicht | 118,7 t / 121 t |
Aanvangskracht | 363 kN |
Stroomsysteem | ~ 15.000 volt 16 2/3 Hz |
Remmen | Druklucht |
Uit dienst | bij de DB: 1988 bij de DR: 1991 bij de ÖBB: 1995 |
Elektrische locomotief Baureihe E 94
E 94 van de Deutsche Reichsbahn (DRB), ontworpen door AEG en in de bedrijfstoestand van begin jaren 40. De E 94, door zijn vorm ook wel „Krokodil” of „Eisenschwein” genoemd, verscheen in 1940 en was bedoeld voor zware goederentreinen en personenvervoer. Na de oorlog zijn er nog een aantal bij gebouwd, die samen met de oudere E 94's tot in de jaren 90 werden gebruikt in Oost- en West-Duitsland en Oostenrijk.
Geschiedenis
De BR194/E94, ook wel “Duitse krokodil” genoemd werd in de periode 1940-1945 gebouwd door de firma’s AEG, SSW en Kraus-Maffei. De BR194/E94,s werden speciaal voor het zware goederenvervoer gebouwd maar werden echter ook regelmatig ingezet voor passagierstreinen. Tot 1945 werden er 146 van deze locomotieven uitgeleverd . De locomotieven haalden een topsnelheid van ongeveer 90 tot 100 km/h. (Bij het voorttrekken van 2.000 ton haalde de locomotief nog een snelheid van zo’n 85km/h). Na de 2e wereldoorlog volgde aflevering van nog enkele loc’s en werden de locomotieven van de E94 opgedeeld tussen oost en west Duitsland en Oostenrijk. De meeste locomotieven gingen naar de DB. Bij de DR waren 30 stuks in het bestand en bij de Oostenrijkse ÖBB 44 stuks. In de periode 1954-1956 werd nog een serie van 43 stuks E94 locomotieven gebouwd en afgeleverd. In de 60’er jaren werden de daken verlengd en werden de aangepaste locomotieven als E194 verder. De reden om deze te verlengen lag in het feit dat de machinisten veel hinder van de zon ondervonden. In 1988 werd de laatste BR 194/E94 bij de DB buiten dienst genomen, in 1991 de laatste in de DDR, en in 1995 de laatste bij de ÖBB (Rh 1020).
Deutsche Bundesbahn (DB)
(volgt)
Deutsche Reichsbahn (DR)
(volgt)
Österreichische Bundesbahnen (ÖBB)
Oostenrijk was vanaf het begin betrokken bij de ontwikkeling en planning van deze locomotief. Bedoeling was deze in te zetten op de op de verschillende hellingbanen in de Alpen, waarbij te denken aan, Arlbergbahn, Brennerbahn, enz. Na de oorlog, bevonden zich 44 locomotieven in Oostenrijk. In 1952 bestelde ÖBB nog drie locomotieven erbij. De serie naam werd in 1954 gewijzigd in Reihe 1020. De Reihe 1020 werd voor tientallen jaren in gezet in de vracht-en oprit service en was in alle belangrijke depots gestationeerd. De locomotieven en treinen onderhielden ook diensten naar de buurlanden, zoals naar München (Duitsland) Tarvisio (Italië) en Jesenice (Slovenië). Vanaf 1967 werden de locomotieven gemoderniseerd. Zij kregen twee bredere rubberen voorruiten (oorspronkelijk waren het drie smalle), koplamp en achterlicht en een nieuwe kleur-combinatie (rood in plaats van donker groen) en een ventilatorgrill lik op de voorzijden.
In 1995 werden de laatste grote reeks van locomotieven uit dienst.
(bron: deels Wikipedia DE)
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Bijzonderheden/Opmerkingen
Literatuur
Externe Verwijzingen
Bronnen:
Overigen:
Diverse E-locs Baureihe E 94/ BR 194 / BR 254 / Rh 1020
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
|
|