Bouwserie E 19/119: verschil tussen versies
(categorie gewijzigd) |
k (→Modellen) |
||
(6 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | {| class="wikitable" style="float:right; width: | + | {| class="wikitable" style="float:right; width:24%;border color#4682B4" |
− | ! colspan="2" style= "background: | + | ! colspan="2" style= "background:#ff9e23" | Baureihe E 19 / 119 |
|- | |- | ||
− | | colspan="2" | [[Bestand: E19 12 DB museum Nürnberg.jpg|thumb|center| | + | | colspan="2" | [[Bestand: E19 12 DB museum Nürnberg.jpg|thumb|center|280px|<center>Baureihe E 19 </center>]] |
|- | |- | ||
| Spoorwegmij's || DR<br/> DB<br/> | | Spoorwegmij's || DR<br/> DB<br/> | ||
Regel 45: | Regel 45: | ||
''Bronnen:'' | ''Bronnen:'' | ||
− | * [http://de.wikipedia.org/wiki/DRB-Baureihe_E_19 wikipedia (Duitstalig)] | + | * wikipedia (Duitstalig) DRB-Baureihe_E_19<ref>[http://de.wikipedia.org/wiki/DRB-Baureihe_E_19 wikipedia (Duitstalig)]</ref> |
== Waar zijn deze locomotieven nog te zien? == | == Waar zijn deze locomotieven nog te zien? == | ||
− | De E 19 01 is tegenwoordig nog te zien in het Deutsches Technikmuseum in Berlijn | + | De E 19 01 is tegenwoordig nog te zien in het [[Deutsches Technikmuseum|Deutsches Technikmuseum in Berlijn]] De E 19 12 (waarop het Märklinmodel is gebaseerd) is voor het 150-jarig jubileum van de Duitse spoorwegen in 1985 volledig gerestaureerd en in blauwe kleurstelling gespoten. Later is de oorspronkelijke wijnrode kleur weer teruggebracht. De loc is te zien bij het DB-Museum in Nürnberg. De E 19 02 en de E 19 11 zijn in de jaren '80 gesloopt. |
== Bijzonderheden/Opmerkingen == | == Bijzonderheden/Opmerkingen == | ||
== Literatuur == | == Literatuur == | ||
+ | * Walter Abriel, Manfred Traube, Horst Troche et. al.: Deutsche Altbauellok 1. Teil. In: Eisenbahn-Kurier Special 28. EK-Verlag, Freiburg 1993 | ||
+ | * Dieter Bäzold, Horst J. Obermayer: Die E 18 und E 19. In: Eisenbahn-Journal Sonderausgabe IV/92. Hermann Merker Verlag, ISBN 3-922404-38-3. | ||
== Externe Verwijzingen == | == Externe Verwijzingen == | ||
Regel 66: | Regel 68: | ||
</gallery> | </gallery> | ||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | == | + | {| class="toccolours" style="font-size:85%; margin-top:1em; margin-bottom:-0.5em; border: 1px solid #aaa; padding: 5px; clear: both; width:100%;" |
+ | | | ||
+ | == <sup>Bronnen, Referenties en/of Voetnoten</sup> == | ||
+ | <sup><references></references></sup> | ||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
|} | |} | ||
− | ---- | + | |
− | [[Categorie:E-locs]] | + | |
+ | == Modellen == | ||
+ | === Märklin H0 modellen === | ||
+ | {{Märklin-e19-modellen}} | ||
+ | === Märklin Z modellen === | ||
+ | {{Märklin-z-e19-modellen}} | ||
+ | {{Navigatie-grootspoor-db}} | ||
+ | |||
+ | [[Categorie:E-locs]][[categorie:E-locs Duitsland]] |
Huidige versie van 30 apr 2020 om 20:26
Baureihe E 19 / 119 | |
---|---|
Spoorwegmij's | DR DB |
Bedrijfsnummers | E 19 001 E 19 002 E 19 011 E 19 012 |
Fabrikanten | AEG SSW Henschel |
Aantal gebouwd | 4 |
Bouwjaren | 1938 |
Asvorm | 1'Do1' |
Lengte over de buffers | 16.920 mm |
Max.snelheid | 180 km/h |
Vermogen | 3.720 kW (E 19.0) 3.460 kW (E 19.1) |
Dienstgewicht | 110,7 t |
Aanvangskracht | - kN |
Stroomsysteem | ~ 15.000 volt 16 2/3 Hz |
Remmen | - |
Uit dienst | 1975–1978 |
Elektrische locomotief E 19/BR 119
In 1938 werd op basis van de E 18 vier wijnrode locomotieven van de serie E 19 gebouwd; 2 bij AEG en 2 bij Siemens/Henschel. De locs van AEG kregen de nummers E 19 01 en E 19 02; de locs van Siemens/Henschel kregen E 19 11 en E 19 12. Met alle vier de locs werden uitvoerige testritten gemaakt en uiteindelijk werden ze in 1939 en 1940 in vaste dienst gesteld.
Ontwikkeling en Bedrijf
In 1937 gaf de Deutsche Reichsbahn opdracht voor de bouw van een nieuwe serie locomotieven voor de lijn Berlin–Halle (Saale)–München, met een maximum snelheid van 180 km/h. Op de hellingen van de Frankenwaldbahn (maximaal 29 ‰ stijging) zouden deze locs minimaal 60 km/h moeten kunnen halen. Bovendien moest de maximum snelheid later opgeschroefd kunnen worden naar 200 km/h. Zowel bij AEG als bij Siemens/Henschel werden 2 locs gebouwd. De locs van AEG kregen de nummers E 19 01 en E 19 02; de locs van Siemens/Henschel kregen E 19 11 en E 19 12. De E 19 was in feite een sterk verbeterde versie van de E 18 (zie E 18 / BR 118), waarbij het onderstel met de asindeling 1'Do1' vrijwel onveranderd werd overgenomen. Voor de E 19 werd o.a. de vering verbeterd en er werden 500kW sterkere motoren ingebouwd. In 1938 werd de wijnrode E 19 01 voor het eerst aan het publiek gepresenteerd. Met alle 4 de locs werden uitvoerige testritten gemaakt en uiteindelijk werden ze in 1939 en 1940 in vaste dienst gesteld. Zoals zoveel locomotieven en treinstellen in die tijd werden ze door het nazi-regime als propagandamiddelen gebruikt. Deze locs waren, net als bijvoorbeeld de stoomlocs van de Baureihe 05, het beste wat Duitsland op spoorweggebied te bieden had. De locs hadden een theoretische topsnelheid van 225 km/h. Tot op heden is dit echter nooit getest, omdat de locs met die snelheid niet binnen de maximum afstand van 1000 meter tot stilstand zouden kunnen komen. Vanwege het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zijn verdere ontwikkelingen aan het remsysteem niet doorgevoerd. Bovendien werden er vanwege de oorlog niet meer E 19's gebouwd. Na WOII nam de Deutsche Bundesbahn alle vier de locs over. De maximum snelheid werd in het begin van de jaren '50 teruggebracht naar 140 km/h. De wijnrode kleur werd verruild voor groen/zwart en later blauw/zwart. Als thuisbasis hadden de locs het Bahnbetriebswerk Nürnberg. Ze werden vooral ingezet op de lijn van Nürnberg over het Frankenwald naar Probstzella in de DDR en tussen Nürnberg en Regensburg. De locs kregen de nummer 119 001, 119 002, 119 011 en 119 012. Tussen 1975 en 1978 werden de locs buiten dienst gesteld. De E 19 01 is tegenwoordig nog te zien in het Deutsches Technikmuseum in Berlijn. De E 19 12 is voor het 150-jarig jubileum van de Duitse spoorwegen in 1985 volledig gerestaureerd en in blauwe kleurstelling gespoten. Later is de oorspronkelijke wijnrode kleur weer teruggebracht. De loc is te zien bij het DB-Museum in Nürnberg. De E 19 02 en de E 19 11 zijn in de jaren '80 gesloopt.
Bronnen:
- wikipedia (Duitstalig) DRB-Baureihe_E_19[1]
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
De E 19 01 is tegenwoordig nog te zien in het Deutsches Technikmuseum in Berlijn De E 19 12 (waarop het Märklinmodel is gebaseerd) is voor het 150-jarig jubileum van de Duitse spoorwegen in 1985 volledig gerestaureerd en in blauwe kleurstelling gespoten. Later is de oorspronkelijke wijnrode kleur weer teruggebracht. De loc is te zien bij het DB-Museum in Nürnberg. De E 19 02 en de E 19 11 zijn in de jaren '80 gesloopt.
Bijzonderheden/Opmerkingen
Literatuur
- Walter Abriel, Manfred Traube, Horst Troche et. al.: Deutsche Altbauellok 1. Teil. In: Eisenbahn-Kurier Special 28. EK-Verlag, Freiburg 1993
- Dieter Bäzold, Horst J. Obermayer: Die E 18 und E 19. In: Eisenbahn-Journal Sonderausgabe IV/92. Hermann Merker Verlag, ISBN 3-922404-38-3.
Externe Verwijzingen
Diverse E-locs Baureihe E 19
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
Märklin H0 modellen
|
Märklin Z modellen
|