Bouwserie DW/CiDT
Württembergse DW | |
---|---|
Type | DW |
Aantal | 17 stuks |
Spoorwegmij's | K.W.Sts.E. DRG |
Bedrijfsnrs. | DW 1 – DW 17 DR 9 – DR 14 |
Fabrikant | Société Serpollet Esslingen |
Bouwjaar | 1893–1909 |
Asvorm | A1 n2, A1 h2 |
Lengte | 11.000 mm. / 11.400 mm. |
Gewicht | 17,3 – 23 t. |
Max. snelheid | 60 km/h |
Vermogen | 59 kW |
Keteldruk | 16 bar |
Verdampings oppervlak | 25,51 m² |
Remmen | Westinghouse |
Uit dienst | 1953 |
Württembergse DW
Der Württembergische DW (Dampf Wagen) is een treinstel met een stoomketel welke werd gebouwd in opdracht van de Königlich-Württembergischen Staatseisenbahnen (K.W.St.E.) en was bedoeld voor inzet op de zijlijnen. In totaal werden 17 stuks gebouwd, waarvan de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG) er 5 stuks van de K.W.S.T.E. overnam. Het treinstel biedt plaats aan 40 zitplaatsen.
Ontwikkeling en Bedrijf
In November 1895 bestelde de Württembergse Staatsspoorwegen (K.W.St.E.) een eerste stoomaangedreven treinstel bij de Societé Serpollet in Parijs. Deze bouwde de DW 1, een 2-assig stoom aangedreven treinstel welke voorzien was van een Serpollet boiler. Dit treinstel, waarbij de stoomketel voorin het rijtuig werd geplaatst, was geschikt voor eenmans-bedrijf, zodat de machinist tevens de taak als stoker op zich kon nemen. De ketel bestaat uit een buissysteem welke geïnstalleerd werd in een brandwerende kast.
In de periode 1899-1903 leverde de Machinenfabrik Esslingen nog 6 stuks van deze stoomaangedreven voertuigen met Serpollet ketels (DW 2 - DW 7) welke in licentie werden gebouwd. De prestaties vielen echter tegen omdat de stoomketels te weinig vermogen leverde. In 1904 ontwikkelde ingenieur Eugen Kittel voor de Maschinenfabrik Esslingen een staande ketel met vuurhaard voor deze voertuigen. Boven de ketel was er een grote oververhitter, die voor voldoende vermogen zorgde. In de periode 1905 - 1909 leverde de Machinenfabrik Esslingen 9 stoom aangedreven treinstellen (DW 8 - DW 14, DW 16 en DW 17) met deze "Kittel" ketels. aan de K.W.St.E. Van de andere voeruigen (DW 1 - DW 7) welke nog voorzien waren van een Serpollet boiler werden spoedig aangepast. Hier werd de Serpollet boiler tevens vervangen door een "Kittel" ketel. De DW 1 werd daarbij hernummerd naar de DW 15.
In de periode 1914-1915 schafte de Badische Staatsspoorwegen 8 soortgelijke voertuigen aan met de nummers 1000 - 1007. Deze waren uitgevoerd met een symmetrische boiler en hadden een grotere wielbasis van 5,5 meter. Deze 8 voertuigen van de Badische Staatsspoorwegen evenals 6 stuks van de Württembergische DW's werden overgenomen door de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG) en werden daar in 1930 ingedeeld met de bedrijfsnummers DT 1 - DT 14.
Na de 2e wereldoorlog verbleven 9 stuks in West-Duitsland. Hiervan werden in de loop van 1949 er 7 van ter zijde gesteld. In 1950 waren er bij de Deutsche Bundesbahn (DB) nog 2 in actieve dienst. Dit waren de DT 1 (ex 1000) en DT 8 (ex 1007). De DT 8 reed nog tot eind 1953 op de route Müllheim - Neuenburg in de deelstaat Baden-Württemburg en werd op 3 Maart 1954 ter zijde gesteld.
De DT 6 (ex 1005) kwam in 1949 na de nationalisatie van de Oderbruch Railway als DT 151 in het bestand van de DR. Deze werd gesloopt in november 1957 in Frankfurt / Oder.
Bij de Franse SNCF
Het treinstel Nr. 9 (ex DW 15) verbleef na 1945 bij de SNCF en werd daar ingezet als XDR 10109.
Bij de SBB en UeBB
Een variant van de "Kittel" werd als CZm 1/2 aan de SBB geleverd, welke later werd overgedragen aan de UeBB.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- De CZm 1/2 met nummer 31 van de Uerikon-Bauma-Bahn (UeBB) is het enige bewaard gebleven exemplaar en bevindt zich in Zürich.
Externe Verwijzingen
Diverse Treinstellen Bouwserie DW
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|