Bouwserie 52
BR 52 | |
---|---|
Spoorwegmij's | DR DB |
Bedrijfsnummers | DB: 52 001 - 52 7794 |
Fabrikanten | Meerdere |
Aantal gebouwd | 7792 stuks |
Bouwjaren | 1942-1950 |
Asvorm | 1'E h2 |
Wiel diameters | Drijfwielen:Ø 140 cm Voorloop:Ø 85 cm |
Lengte loc incl. tender | 22.975 mm met Kondens-tender:27.532 mm |
Keteldruk | 16 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | 177,83 m2 |
Dienstgewicht | 102,7 t |
Max.snelheid | 80 km/h |
Vermogen | 1.192 kW |
Remmen | - |
Uitdienst | CSD: 1976 DB: 1962 DR: 1988 ÖBB: 1976 |
Stoomlocomotief BR 52
De Baureihe 52 is een stoomlocomotief ontworpen door de Deutsche Reichsbahn, die in 1942-1943 als Kriegslokomotive (oorlogslocomotief) is ontworpen om te voorzien in de logistieke behoeften van de Wehrmacht gedurende Tweede Wereldoorlog. Deze serie moet niet worden verward met de DB-serie 052 - de in 1968 met computernummer omgenummerde exemplaren van de serie 050. In totaal werden er 7792 stuks van de bouwserie 52 gebouwd.
Ontwikkeling en Bedrijf
De locomotieven zijn ontworpen met de serie DRB Baureihe 50 als voorbeeld. Ze waren bedoeld om zware goederentreinen tot 1.200 ton op diverse trajecten in Duitsland en de bezette gebieden, dus ook op nevenlijnen met slecht aangelegd spoor, met 65 km/uur te kunnen trekken. Om zo snel mogelijk aan de wensen van de Wehrmacht te kunnen voldoen werd zoveel mogelijk bezuinigd en vereenvoudigd ten opzichte van de serie 50. Koperen en messing onderdelen werden zo weinig mogelijk toegepast; in plaats daarvan werd staal gebruikt. Dit proces begon al bij de bouw van de serie 50, die men dan ook wel Übergangskriegslokomotive of BR 50 ÜK noemde.
Doordat de locomotief zo eenvoudig mogelijk opgebouwd werd, kon er in korte tijd een grote serie van gemaakt worden. De eerste locomotieven van deze serie werden gebouwd in 1942. Ze waren drie ton lichter dan de serie 50, dus de asdruk van 15 ton verminderde nauwelijks. Het frame bestond uit gewalste staalplaten. De ketels werden compleet van staal gemaakt, dit in tegenstelling van de Bouwserie 50 die koperen vuurkisten hadden. Ook werden de latere ketels compleet gelast i.p.v geklonken. De drijfstangen waren twee gesmeede koppen met een ertussen gelast I profiel.
Het lager werk werd vervangen door witmetalen strips in stalen houders wat het koper verving. Het lagerwerk van de assen werd ook vervangen door staal. De windleiplaten vervielen, de fluit was gemaakt van staal. Ook de veiligheidskleppen vervielen op de cilinders en werd een stalen plaatje die kapot ging bij een waterslag. De bouwserie 52 had 1 grote zandkist in tegenstelling tot bouwserie 50 die er 2 heeft. Het voorverwarmen van het water, gebeurt niet meer in een voorverwarmer, maar door 2 in elkaar gezetten buizen. Door de binnenste buis loopt het koude tenderwater, door de buitenste buis de stoom die het koude water eerst op temperatuur brengt en hierna de ketel in drukt.
Het maschinistenhuis was geheel dicht en met een sok aan de tender bevestigt, dit was om koude te weren. Ook was het machinistenhuis voorzien van vloerverwarming en 2 zitplaatsen met kussens. De centrale smering was voorzien van een stoomleiding om de olie warm te houden en de pomp ook onder koude omstandigheden goed te laten functioneren. Zelfs door de tender lopen stoom leidingen om het water vloeibaar te houden. De ketel en de waterkasten van de tender waren d.m.v glaswol geïsoleerd. Ook alle leidingen en pompen kregen dit als isolatie. De olie leidingen lopen tussen de ketel en de buitenbekleding om ze warm te houden.
Na het opgebruiken van de in voorraad aanwezige tenders van de bouwserie 50 (type 2'2'T26), ging men over op de Steifrahmentender (type K4T30) en nog later op de Wannentender. In totaal werd er op er 89 kg koper en 19 kg zink minder gebruikt bij de bouw t.o.v een locomotief van de bouwserie 50. Ook vervielen er een kleine 1000 onderdelen op een locomotief van de bouwserie 52 t.o.v. een bouwserie 50.
De Baureihe 52K locomotieven met condenstender van de DRG met de bedrijfsnummers 52 1850–2027, werden omgebouwd door Henschel voor het Russische breedspoor en uitgevoerd met een condenstender om zodoende ingezet te kunnen worden voor de lange afstanden op het Russische spoor. Met deze condenstender konden de locomotieven een afstand van 1200 km overbruggen zonder water in te hoeven nemen.
Bij de condenstechnologie wordt de stoom uit de cilinders niet in de buitenlucht geblazen, maar komt deze stoom door een olie afscheider in de condenstender terecht. In de condenstender drijft een turbine drie ventilatoren aan, welke de stoom afkoelt waardoor deze condenseert. Dit gecondenseerde water kon vervolgens weer opnieuw worden gebruikt.
Bij de bouwserie 52K werden 2 typen kondenstenders gebruikt, een 4-assige en een 5-assige tender. De locomotieven met een 5-assige tender kregen de bedrijfsnummers 52 1850 t/m 52 1986. De locomotieven met een vier-assige tender kregen de bedrijfsnummers 52 1987 t/m 52 2027.
De locomotieven uit de serie 52 werden doorgaans gebruikt om middelzware goederentreinen te rijden. Indien nodig reden ze ook wel personentreinen door hun maximumsnelheid van 80 km/uur. In dubbeltractie of voorspan konden ook de zwaarste goederentreinen worden vervoerd. Bij de Oost-Duitse spoorwegen hebben ze tot het eind van het stoomtijdperk in de jaren negentig dienstgedaan.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Loc 52 360 is bewaard gebleven en in het bezit van de "Verein zur Förderung des Eisenbahnmuseums" in Verienburg. (bedrijfsvaardig)
- Loc 52 532 is bewaard gebleven en in het bezit van de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (VSM).
- Loc 52 662 is bewaard gebleven en in het bezit van het Eisenbahn Museum Hermeskeil.
- Loc 52 1423 is bewaard gebleven en in het bezit van het Eisenbahn Museum Hermeskeil.
- Loc 52 2093 is bewaard gebleven en in het bezit van het Eisenbahn Museum Hermeskeil.
- Loc 52 2195 is bewaard gebleven en in het bezit van het Bayerische Eisenbahn Museum (BEM) in Nördlingen.
- Loc 52 2751 is bewaard gebleven en staat in het Theater Marl.
- Loc 52 3109 is bewaard gebleven en in het bezit van de Historische Eisenbahn Frankfurt (HEF) en bevindt zich in het Auto und Technik Museum in Sinsheim.
- Loc 52 3548 is bewaard gebleven en in het bezit van het Bayerische Eisenbahn Museum (BEM) in Nördlingen.
- Loc 52 3879 is bewaard gebleven en in het bezit van de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (VSM).
- Loc 52 3915 is bewaard gebleven en in het bezit van het Technik-Museum Speyer.
- Loc 52 4544 is bewaard gebleven en in het bezit van Hessencourier en staat in het Technologiepark Wilhelmshöhe in Kassel. (bedrijfsvaardig)
- Loc 52 4867 is bewaard gebleven en in het bezit van de Historische Eisenbahn Frankfurt (HEF) en bevindt zich in Frankfurter Osthafen. (bedrijfsvaardig)
- Loc 52 4924 is bewaard gebleven en in het bezit van het Säksische Eisenbahn Museum (SEM) en bevindt zich bij de SEM C-Hilbersdorf.
- Loc 52 4966 is bewaard gebleven en in het bezit van het Deutsches Technik Museum Berlin in Berlijn.
- Loc 52 5448 is bewaard gebleven en in het bezit van het Eisenbahnmuseum Bayerischer Bahnhof zu Leipzig (EMBB) in Leipzig.
- Loc 52 5679 is bewaard gebleven en staat als monument opgesteld in Bw Falkenberg.
- Loc 52 5804 is bewaard gebleven en in het bezit van het Deutsches Dampflokomotiv Museum (DDM) in Neuenmarkt.
- Loc 52 6666 is bewaard gebleven en in het bezit van de DB AG en staat in Bw Berlin-Schöneweide.
- Loc 52 6721 is bewaard gebleven en in het bezit van Bahnbetriebswerk Hermeskeil (EM Hermeskeil).
- Loc 52 7409 is bewaard gebleven en in het bezit van het Deutsche Gesellschaft für Eisenbahngeschichte (DGEG) in Würzburg.
- Loc 52 7596 is bewaard gebleven en in het bezit van Eisenbahnfreunde Zollernbahn (EFZ) in Rottweil. (bedrijfsvaardig)
- Loc Loc TE-5933 (52 5933) is bewaard gebleven en in het bezit van de Museumspoorlijn STAR.
Externe Verwijzingen
Diverse Stoomlocomotieven bouwserie 52
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|