Deutsche Reichsbahn (DRG/DR) 1920-1945

Uit 3rail Wiki
Versie door Treinsmurf (overleg | bijdragen) op 29 dec 2017 om 10:35 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{| class="wikitable" style="float:right; width:30%;" ! colspan="2" style="background:White; color:Black"| <center>Deutsche Reichsbahn (1920–1945)</center> |- | co...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Deutsche Reichsbahn (1920–1945)
Commons-Deutsche Reichsbahn Gesellschaft logosvg.png
Land Duitsland.gif: Duitsland
Opgericht 1920
Opgeheven in 1945 overgegaan in de DR (DDR)
Hoofdkantoor Berlijn
Spoor lengte ~ 30.330 km

Deutsche Reichsbahn (DRG/DR) 1920-1945

Na de 1e wereldoorlog viel het Duitse Keizerrijk uiteen en werden de diverse spoorwegbedrijven in Duitsland gefuseerd en ondergebracht in de Deutsche Reichseisenbahnen. In 1921 werd de naam Deutsche Reichsbahn aangenomen, In 1924 werd de naam aangepast in Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG), welke in 1937 weer veranderde in Deutsche Reichsbahn (DR).

Geschiedenis

Voor de 1e wereldoorlog was Duitsland een federatie waarin elke deelstaat zijn eigen spoorwegbedrijf had (de Länderbahnen). Deze spoorwegondernemeningen werden in 1920 samengevoegd tot de Deutsche Reichseisenbahnen en betrof een fusie van de volgende spoorwegondernemingen:

Aanvankelijk aangeduid als "Reichseisenbahnen" of "Deutsche Reichseisenbahnen", werd formeel op 27 juni 1921 door de minister van verkeer Wilhelm Groener de naam "Deutsche Reichsbahn" vastgelegd en in 1922 volgde de naamsverandering van de voormalige spoorwegdirectoraten in "Reichsbahndirektion". In 1924 werden de Deutsche Reichseisenbahnen omgevormd tot de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft (DRG).

In de beginperiode van de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft werd besloten om het locomotievenpark dat door de samenvoeging uit een zeer gevarieerd aantal locomotieftypen bestond, te gaan harmoniseren en vervangen door eenheidslocomotieven. De bouw van deze eenheidslocomotieven kwam echter maar deels tot stand vanwege de hoge kosten en vanwege vertragingen bij het aanpassen van de routes zodat deze geschikt werden voor zwaardere locomotieven met een hogere as-belasting. Tot eind 1930 domineerden dan ook de overgenomen locomotieven van de voormalige Länderbahnen, zoals de Pruisische P 8 (Bouwserie 38.10-40),de Pruisische P 10 (Bouwserie 39), de Pruisische G 12 (Bouwserie 58.10) en Pruisische T 20 (Bouwserie 95.0) en de Bayerische S 3/6 (Bouwserie 18.4-5). Alleen met het aankoopprogramma van "Kriegslokomotiven" werden goederentransport locomotieven in grote aantallen gebouwd, zij het met een ander doel.

Gruppenverwaltung Bayern

Bij de fusie van de Länderbahn waarbij de Deutsche Reichsbahn ontstond, werd de voormalige Beierse Staatsspoorwegen (K.Bay.Sts.B.) een interim-instantie met bepaalde bevoegdheden en was op vele gebieden onafhankelijk van de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft. De Gruppenverwaltung Bayern, had als onderdeel van de Deutsche Reichsbahn, een eigen hoofdkantoor en een eigen groepsadministratie, die formeel handelde als onderdeel van het hoofdkantoor. (De directies van de Gruppenverwaltung Bayern waren dus niet rechtstreeks ondergeschikt aan het hoofdkantoor van de Deutsche Reichsbahn). Ze had echter geen volledige financiële autonomie, maar ontvingen hun eigen budget binnen de Deutsche Reichsbahn. De Gruppenverwaltung Bayern was verantwoordelijk voor elektrificatie van diverse routes, die na de tractie-energieopwekking in de Walchensee-centrale van start ging. Ze was verantwoordelijk voor het onafhankelijk testen en aanschaffen van locomotieven en passagiersrijtuigen. De Gruppenverwaltung Bayern liet o.a. de locomotieven van de Bouwserie E 32/132, en treinstellen van de Bouwserie ET 85 ontwikkelen en bouwen. Ook werden nog stoomlocomotieven van de Bouwserie 98.10 (Gtl 4/5) gebouwd in opdracht van de Gruppenverwaltung Bayern. In 1933 werd de groepsadministratie ontbonden. Vanaf dat moment worden de directies van de Beierse Reichsbahn rechtstreeks bestuurd door het hoofdkantoor van de Deutsche Reichsbahn in Berlijn, net als alle andere directoraten.


In 1935 bestond het spoorwegnet van de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft uit ongeveer 68.728 kilometer spoor, bestaande uit zo'n 30.330 kilometer aan hoofspoor, 27.209 kilometer aan zijlijnen en 10.496 kilometer aan smalspoor.

In 1937 werd de Deutsche Reichsbahn Gesellschaft eigendom van de rijksoverheid en werd de naam aangepast naar Deutsche Reichsbahn, welke tevens een belangrijke logistieke rol kreeg voor het verplaatsen van troepen van de Deutsche Wehrmacht. In 1938 vond de aansluiting met Oostenrijk plaats en werden de Oostenrijkse spoorwegen ingelijfd bij de Deutsche Reichsbahn. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde de Deutsche Reichsbahn een grote rol in de Duitse oorlogsvoering. De Reichsbahn werd gebruikt voor de bevoorrading van de troepen, met name aan het Oostfront waar door de Reichsbahn en de Wehrmacht alleen al tussen 22 juni en 8 oktober 1941 16.148 kilometer van de spoorwegen in de Sovjet-Unie van breedspoor naar normaalspoor werd omgebouwd. Tevens werden door de Deutsche Reichsbahn gedurende de oorlog miljoenen Joden in goederenwagons naar de vernietigingskampen vervoerd.

Na de Tweede Wereldoorlog viel Duitsland uiteen in vier bezettingszones. De Reichsbahn werd opgesplitst en verdeeld over deze 4 bezettingszones. In de voormalige gebieden van het Duitse Rijk in het oosten ging het eigendom over op de Poolse spoorwegmaatschappij PKP en de Russische spoorwegen. Ook de Österreichische Bundesbahnen die in 1938 door de Deutsche Reichsbahn waren overgenomen werden weer zelfstandig. Vanaf 1946 werkten de Reichsbahndirecties in de Britse zone en de Amerikaanse zone samen onder de naam Deutsche Reichsbahn im Vereinigten Wirtschaftsgebiet. In 1947 verhuisde het hoofdkantoor naar Offenbach am Main. Na de stichting van de Bondsrepubliek Duitsland in 1949 ging op 7 september 1949 de Reichsbahn in de Franse sector samen met de Reichsbahn van de Britse en Amerikaanse zone en vormden samen de Deutsche Bundesbahn (DB). De spoorwegen in het Saarland werden in 1957 bij de Bundesbahn toegevoegd.

Naamgeving/Indeling groospoormaterieel

Voor een overzicht van afkortingen van Duits spoorwegmaterieel van de Deutsche Reichsbahn in periode 1920-1945, zie: Overzicht Grootspoor Materieel Deutsche Reichsbahn (1920-1945).


Bronnen:wikipedia[1]

Verwijzingen

Intern

Extern

Bronnen, Referenties en/of Voetnoten


Duitsland.gif
Grootspoor rijdend materieel Deutsche Reichsbahn (DRG/DR) 1920-1945 Commons-Deutsche Reichsbahn Gesellschaft logosvg.png
Stoomlocomotieven: 01 - 01.10 - 02 - 03 - 03.10 - 04 - 05 - 06 - 12 - 13 - 14.0 - 14.1 - 14.3 - 15(Bay.S2/6) - 15kkStB 10 - 16Oldenb.S10 - 16kkStB 210 - 16kkStB 310 - 16kkStB 310.3 - 17 - 18 - T 18.10 - 19 - 19.1 - 19.10 - 23 - 24 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38* - 39 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 50 - 51 - 52 - 52.70 - 53 - 54 - 55* - 56* - 57* - 58* - 59 - 60 - 61 - 62 - 64 - 68 - 69 - 69.70 - 70* - 71* - 72* - 73* - 74* - 75* - 76 - 77* - 78 - 79 - 79II - 80 - 81 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88* - 89* - 900-2 - 90.1 - 90.2 - 91* - 92* - 93* - 94* - 95* - 96 - 98* - 99*
Diesel locomotieven: Kö/Kb - V 120 - V 3602 - V 12 901 - V 15 001 - V 15 901–903 - V 6001-V 6003 - V 16 - V 20 001 - V 20 901
Elektrische locomotieven: E 00 - E 01 - E 04 - E 05 - E 06 - E 15 - E 16 - E 165 - E 17 - E 18 - E 19 - E 21 - E 215 - E 22 - E 221 - E 222 - E 30 - E 32 - E 33 - E 36 - E 362 - E 421 - E 422 - E 44 - E 442 - E 445 - E 45 - E 451 - E 452 - E 49 - E 503 - E 504 - E 52 - E 60 - E 601 - E 610 - E 611 - E 612 - E 62 - E 63 - E 69 - E 70* - E 702 - E 71 - E 72 - E 73 - E 731 - E 732 - E 733 - E 75 - E 77 - E 79 - E 80 - E 88 - E 882 - E 883 - E 89 - E 905 - E 91 - E 95 - E 99 - E 244
Treinstellen (Stoom): 1-8 - 9-14 - 15–16 - 17 - 59
Treinstellen (Elektrisch): ET 11 - ET 25- ET 31 - ET 41 - ET 42 - ET 51 - ET 511 - ET 55 - ET 65 - ET 82 - ET 83 - ET 85 - ET 87 - ET 88 - ET 89 - ET 91 - ET 94 - ET 125 - ET 165 - ET 166 - ET 167 - ET 168 - ET 169 - ET 171 - ET 183 - ET 184.0 - ET 184.4 - ET 185 - ET 186.0 - ET 186.1 - ET 187 - ET 187.2 - ET 194.0 - ET 194.1 - ET 194.2 - ET 196.0 - ET 197.0 - ET 197.2 - ET 198.0 - 199.0
Treinstellen (Accu): 201-205 - 206 - 207-210 - 223/224-233/234 - 241/242- 353/354 - Pruisische AT 3 - 569/570–577/578 - 581/582-615/616
Treinstellen (Benzine/Diesel): 701-704 - 705-708 - 709-712 - 713/714–715/716 - 717-719 - 717II - 718+719II - 720-722 - 720II - 721II - 722II - 723 - 724–727 - 728 - 729 - 730-734 - 749 - (meer volgt)