Bouwserie VT 10.5
VT10.5 | |
---|---|
Type | VT10.5 |
Aantal | 2 stuks |
Bedrijfsnrs. | VT10 501 ("Senator") VT10 551 ("Komet") |
Fabrikant | VT10 501: LHB VT10 551: Wegmann |
Bouwjaar | 1953 |
Asvorm | VT10 501: B'1'1'1'1'1'1'B' VT10 551: B'2'2'2'2'2'2'2'B' |
Lengte | VT10 501: 96.700 mm. (7-delig) VT10 551: 108.900 mm. (8-delig) |
Gewicht | VT10 501: 104 t. VT10 551: 122,0 t |
Max. snelheid | 120 km/h (later 160 km/h) |
Vermogen | 4x 120 kW (later 4x 150 kW) |
Bouwwijze motor | 2x MAN (D 1548 G) |
Overdracht vermogen | hydro-mechanisch |
Brandstof-tankinhoud | ? liter |
Remmen | - |
Uit dienst | 1959, 1960 |
Bouwserie VT10.5
De treinstellen van de Bouwserie VT10.5 was een treinstel van de Deutsche Bundesbahn welke werd ontwikkeld voor het lange afstandsverkeer. Er zijn 2 treinstellen van
deze bouwserie gebouwd:
- VT 10 501 („Senator“): Een 7-delig treinstel als dagtrein met 135 zitplaatsen.
- VT 10 551 („Komet“): Een 8-delig treinstel als nachttrein (slaaptrein) met 12 zitplaatsen en 29 ligbedden
Ontwikkeling en Bedrijf
Begin jaren vijftig ontwikkelde de Deutsche Bundesbahn (DB) twee gelede treinstellen voor het langeafstandsverkeer. De constructie ontstond onder leiding van Franz Kruckenberg, die al in de jaren dertig naam had gemaakt met sneltreinvoertuigen. Bij de ontwikkeling van de twee treinstellen kon hij teruggrijpen op waardevolle ervaringen die al met de railzeppelin en met de SVT 135 155 waren opgedaan: het was mogelijk om hoge snelheiden te bereiken door de vergaande en compromisloze toepassing van het lichte aluminium. De twee gelede treinstellen werden voor het eerst gepresenteerd in 1953, en wel op de Deutsche Verkehrsausstellung (DVA) in München: de VT 10 501, die door Linke-Hofmann-Busch als dagtrein ‘Senator’ voor de DB was gebouwd, en de VT 10 551, door Wegmann als nachttrein ‘Komet’ vervaardigd voor de Deutsche Schlafwagen- und Speisewagengesellschaft (DSG).
Naast het inzetdoel en de kleurstelling vertoonden de twee treinen nog andere verschillen. Terwijl de rijtuigen van de ‘Senator’ voorzien waren van eenassige loopwerken, hadden die van de ‘Komet’ Jacobs-draaistellen tussen de eenheden. De eindrijtuigen van beide treinen hadden een tweeassige aandrijving. De motorrijtuigen waren voorzien van MAN-dieselmotoren die oorspronkelijk een vermogen van 118 kW en later van 154 kW hadden. De maximumsnelheid bedroeg 120 km per uur; een geplande verhoging tot 160 km per uur bleef uit. De krachtoverbrenging vond via een hydraulische vierversnellingsbak plaats.
De ‘Senator’ bood plaats aan 135 reizigers in de eerste klas. Vierentwintig zitplaatsen konden worden uitgeschoven tot ligstoel. De treinen begonnen hun reguliere dienst bij de inwerkingtreding van de zomerdienstregeling van 1954. De dagtrein VT 10 501 als Ft 41/42 ‘Senator’ op de lijn Frankfurt am Main – Hamburg, de nachttrein Ft 49/50 ‘Komet’ tussen Hamburg en Basel (vanaf zomer 1955 tot Zürich). De loopeigenschappen van de nachttrein werden positief beoordeeld. Over de dagtrein wordt echter in DB-documenten gezegd: “Alles bijeengenomen lijkt het... niet mogelijk om het voertuig van zijn goederenwageneigenschappen te ontdoen.”
De ‘Senator’ vervoerde tot juni 1956 passagiers, daarna werd hij verschillende keren omgebouwd en in proefritten getest. In 1959 werden de treinstellen buiten dienst gesteld en in 1962 werden ze tot de sloop veroordeeld. Op het middenrijtuig VT 10 551i van de nachttrein "Komet" na, dat door de Nürnberger Eisenbahnfreunden als clubhuis wordt gebruikt, zijn alle voertuigen verschroot.
De ervaringen met de twee Kruckenberg-constructies werden later weer gebruikt bij de ontwikkeling van het TEE-treinstel VT 11.5 van de DB.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Het middenrijtuig VT 10 551i van de nachttrein "Komet", is bewaard gebleven en dient als clubhuis voor de Nürnberger Eisenbahnfreunden.
Externe Verwijzingen
Diverse Treinstellen Bouwserie VT10.5
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|