Badense I g
Badense I g Bouwserie 70.1 (DR) | ||||
---|---|---|---|---|
Spoorwegmij's | Großherzoglich Badischen Staatsbahn Deutsche Reichsbahn (DR) | |||
Bedrijfsnummers | 69…214 70 101 – 70 105 |
1…899 70 111 – 70 125 |
70 126 – 70 133 | |
Fabrikanten | MBG Karlsruhe | |||
Aantal gebouwd | 5 stuks | 15 stuks | 8 stuks | |
Bouwjaren | 1914 | 1916 | 1927 | |
Asvorm | 1B h2t | |||
Wiel diameters | Drijfwielen: Ø 126 cm Voorloop: Ø 85 cm | |||
Lengte loc incl. tender | 9.225 mm | 9.640 mm | ||
Keteldruk | 10 kg/cm2 ? | |||
Verdampingsoppervlak | 58,28 m² | 58,27 m² | ||
Dienstgewicht | 41,2 t | 42,0 t | 45,1 t | |
Max.snelheid | 65 km/h | 70 km/h | ||
Uitdienst | 1936–1952 |
Stoomlocomotief Badense I g
De Badense I g locomotieven van de Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen (Bad.StB.) waren lichte locomotieven voor treinreizigers voor gebruik op zijlijnen.
Bij het reorganisatieplan van de Deutsche Reichsbahn in 1923, werden de locomotieven ingedeeld als bouwserie 70.1 en kregen de bedrijfsnummers 70 101 t/m 70 105 (eerste serie) en 70 111 t/m 70 125 (tweede serie). Daarnaast bestelde de Deutsche Reichsbahn nog 8 stuks van de bouwserie 70.1 welke de bedrijfsnummers 70 126 t/m 70 133 kregen.
Ontwikkeling en Bedrijf
Voor het vervoer van lichte passagierstreinen waren de Badische Staatsbahnen op zoek naar locomotieven. De Badense I d locomotieven waren een eerste poging van dergelijke locomotieven. In 1914 leverde de Maschinenbau-Gesellschaft Karlsruhe, gebaseerd op het model van de Beierse Pt 2/3, vijf exemplaren van het Badense I g. Twee jaar later werden nog eens 15 locomotieven geleverd. De Deutsche Reichsbahn had locomotieven nodig in het Triergebied en in het Münsterland met een vergelijkbaar vereistenprofiel: ze bestelde daarom nog 8 locomotieven bij MBG Karlsruhe en deelde de locomotieven in 1927 en 1928 in als bouwserie 70.1 met de bedrijfsnummers 70 126 t/m 70 133.
Tot de late jaren 1930, waren de locomotieven gestationeerd in Heidelberg, Mannheim, Offenburg en Villingen, evenals in Trier en Münster. In 1936 en 1938 werden de eerste locomotieven, de 70 105 en de 70 116 ter zijde gesteld. De 70 105 werd aangekocht door de Westfälische Landesbahn en samen met de in 1939 gekochte 70 103 omgenummerd naar 21 en 22. De WLE schrapte de locomotieven in 1960. De 70 112 werd in 1941 gesloopt. Met uitzondering van de 70 125 kwamen alle locomotieven in 1949 bij de Deutsche Bundesbahn. De 70 125 bleef bij de Bw Seddin en werd later gebruikt als fabriekslocomotief bij de VEB "Karl Marx" in Babelsberg.
Van de bij de Deutsche Bundesbahn (DB) resterende locomotieven werden de eerste in 1947 ter zijde gesteld. In 1951/52 werden er echter drie gerenoveerd en weer in gebruik genomen. De laatste ontmanteling begon in 1952 met 6 locomotieven en 9 in 1953. In 1955 werd de laatste locomotief met bedrijfsnummer 70 133 ter zijde gesteld en was daarna nog een korte tijd als fabriekslocomotief bij de AW Konstanz in gebruik.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Alle locomotieven van de Badense I g zijn helaas verschroot.
Bronnen:[1]
Verwijzingen
Intern
- Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen (Bad.StB.)
- Overzicht Grootspoor Materieel Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen
Extern
Diverse Stoomlocomotieven Badense I g / Bouwserie 70.1
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|
Grootspoor rijdend materieel Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen (Bad.StB.)
|
Spoorwegmaatschappijen Duitse Keizerrijk
|