Bouwserie Est 241: verschil tussen versies
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 56: | Regel 56: | ||
== Bijzonderheden/Opmerkingen == | == Bijzonderheden/Opmerkingen == | ||
+ | <youtube width="380" height="250">https://youtu.be/Xg9Vw6zE5qo</youtube> | ||
== Verwijzingen == | == Verwijzingen == | ||
Regel 83: | Regel 84: | ||
== Modellen == | == Modellen == | ||
+ | === Märklin H0 modellen === | ||
{{Märklin-sncf241-modellen}} | {{Märklin-sncf241-modellen}} | ||
+ | === Märklin Spoor 1 modellen === | ||
+ | {{Märklin-1-est241-sncf-modellen}} | ||
+ | {{Märklin-1-br08-modellen}} | ||
+ | |||
+ | |||
{{Navigatie-grootspoor-sncf}} | {{Navigatie-grootspoor-sncf}} | ||
{{Navigatie-grootspoor-DR(1945-1993)}} | {{Navigatie-grootspoor-DR(1945-1993)}} | ||
[[Categorie:Stoomlocs]][[Categorie:Stoomlocs Frankrijk]] | [[Categorie:Stoomlocs]][[Categorie:Stoomlocs Frankrijk]] |
Huidige versie van 24 dec 2022 om 09:03
Est 241, État 241 SNCF 1-241 A DR 08 001 | |
---|---|
Spoorwegmij's | SNCF DRG |
Bedrijfsnummers | Est: 241 002 - 241 040 ETAT: 241 001 - 241 049 SNCF: 1-241 A1 - 1-241 A90 DR: 08-1001 |
Fabrikanten | Compagnie Fives-Lille, Cail |
Aantal gebouwd | 90 stuks |
Bouwjaren | 1925, 1930–1934 |
Asvorm | 2'D1' h4v |
Wiel-diameters: | Drijfwielen:∅ 195 cm Voorloop:∅ 92 cmm Achterloop:∅ 108 cm |
Lengte loc.inclusiefl. tender | 26.810 mm |
Keteldruk | 20 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | 223,20 m² |
Dienstgewicht | 197 t |
Vermogen: | 2570 kW |
Max.snelheid | 110 km/h |
Uitdienst | 1960–1965 |
Stoomlocomotief Serie 241 A
De locomotieven van de Serie 241 A zijn stoomlocomotieven van de franse Chemin de Fer de l’Est (Est) en waren de eerste europese "Mountain" locomotieven met een as-indeling 2'D1'. Ze waren in die tijd de grootste en krachtigste stoomlocomotieven in Europa. Na de oprichting van de Société nationale des chemins de fer français (SNCF) in 1938, kregen de locomotieven de type aanduiding 1-241 A.
Ontwikkeling en Bedrijf
In 1925 werd het prototype gebouwd welke aanvankelijk het bedrijfsnummer 41001 kreeg. Na uitvoerige testen in de periode 1930-1934, werden aanvullend 89 locomotieven van deze serie gebouwd, met kleine verschillen ten opzichte van het prototype. 40 exemplaren werden toegewezen aan de Est en 49 exemplaren aan de Chemins de fer de l'État (ETAT). Bij de Est kregen de locomotieven de bedrijfsnummers 241 002 t/m 241 041 toegewezen, bij de ETAT de bedrijfsnummer 241 001 t/m 241 049. De ETAT was niet tevreden met de locomotieven omdat deze zorgden voor een hoge rails-slijtage die veroorzaakt werd door hun gewicht en grote vaste wielbasis. De locomotieven van de ETAT werden daarom verkocht aan de Est.
In 1938 werd de SNCF opgericht en kregen de locomotieven nieuwe bedrijfsnummers toegewezen, waarbij de voormalige ETAT locomotieven de nummers 241 A42 - 241 A90 kregen toebedeeld, terwijl de voormalige Est locomotieven opéénvolgende bedrijfsnummers 241 A1 - 241 A41 kregen.
Bij de SNCF werden de locomotieven hoofdzakelijk ingezet op de routes Parijs-Straatsburg en Parijs-Basel. Tussen 1960 en 1965 werden de locomotieven vervangen door diesellocomotieven en werden ze ter zijde gesteld.
DRG Bouwserie 08
De locmotief met bedrijfsnummer 241 A 4 bleef na de Tweede Wereldoorlog achter in Oost-Duitsland en werd omgebouwd tot een kolenstoflocomotief. Bij de Deutsche Reichsbahn (DR) werd de locomotief ingedeeld als Bouwserie 08 1001. De conversie werd uitgevoerd in de reparatiewerkplaats Zwickau. Naast de nodige installaties voor het stook met kolenstof werden alleen wijzigingen aangebracht om de locomotief aan te passen aan de bedrijfsomstandigheden aan de Deutsche Reichsbahn. Na voltooiing werd het testprogramma gestart in Halle. Uit de eerste tests bleek dat de locomotief niet aan de verwachtingen voldeed. Met name de prestaties en de brandstofbesparing lagen ver onder de verwachtingen. Een belangrijke oorzaak was de verminderde keteldruk als gevolg van wettelijke voorschriften van 20 bar naar 16 bar. Ook was de topsnelheid beperkt tot 110 km / h, omdat gevreesd werd voor ontsporing. Na voltooiing van de experimenten, werd de locomotief in december 1953 in Bw Dresden-Altstadt gestationeerd en ingezet als sneltrein op het traject Dresden-Berlijn. In 1955 werd de locomotief na slechts 34.000 km kilometers uit bedrijf genomen en twee jaar later ter zijde gesteld en gesloopt.
Bronnen:
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Twee locomotieven van deze serie zijn bewaard gebleven, waaronder het prototype 241 A 1, dat zich in het spoorwegmuseum in Mulhouse bevindt.
- De 241 A 65, het voormalige État 241 001, werd door een Zwitser gekocht en stond na een cosmetische restauratie in 1978 in het vervoersmuseum van Luzern. In 1996 werd de locomotief in Meiningen operationeel opgeknapt. In 1997 werd het voor het eerst weer op stoom gezet. Het is vandaag de dag de op één na grootste operationele stoomlocomotief in Europa. Ze heeft een licentie voor Zwitserland en Duitsland en is sinds september 2008 gevestigd in Full-Reuenthal.
Bijzonderheden/Opmerkingen
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse Stoomlocs Serie 241
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
Märklin H0 modellen
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Märklin Spoor 1 modellen
|
|