Bouwserie E 11/211: verschil tussen versies
k |
|||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 76: | Regel 76: | ||
== Modellen == | == Modellen == | ||
+ | {{Brawa-e11-modellen}} | ||
{{Piko-e11-modellen}} | {{Piko-e11-modellen}} | ||
− | {{Navigatie-grootspoor- | + | |
+ | {{Navigatie-grootspoor-DR(1945-1993)}} | ||
+ | |||
+ | {{Navigatie-grootspoor-DB(1994-heden)}} | ||
+ | |||
[[Categorie:E-locs]][[categorie:E-locs Duitsland]] | [[Categorie:E-locs]][[categorie:E-locs Duitsland]] |
Huidige versie van 6 mrt 2020 om 19:47
Bouwserie E 11 (DR) / 211 (DR) Bouwserie 109 (DB) | |
---|---|
Spoorwegmij's | DR, DB |
Bedrijfsnummers | E11 01 - E11 42 211 043 - 211 056 211 057 - 211 096 |
Fabrikanten | LEW |
Aantal gebouwd | 96 stuks |
Bouwjaren | 1961–1963, 1970–1976 |
Asvorm | Bo’Bo’ |
Lengte over de buffers | 16.260 mm |
Max.snelheid | 120 km/h |
Vermogen | 2740 kW |
Dienstgewicht | 82,5 t |
Aanvangskracht | 216 kN |
Stroomsysteem | ~ 15.000 volt 16 2/3 Hz |
Remmen | Druklucht |
Uit dienst | vanaf 1990 |
Bouwserie E11 / 211 (DR)
De locomotieven van de bouwserie E11, later ingedeeld als bouwserie 211 waren elektrische locomotieven van de Deutsche Reichsbahn die werden ingezet voor zowelhet personenvervoer als voor het goederentransport in Oost-Duitsland (voormalige DDR). Vanaf 1992 waren deze locomotieven voor korte tijd ook in dienst bij de Deutsche Bundesbahn (DB AG) en werden daar ingedeeld als bouwserie 109. De locomotieven kregen als bijnaam "Holzroller" vanwege hun slechte rijeigenschappen bij hoge snelheid.
Ontwikkeling en Bedrijf
In 1961 werden 2 prototype locomotieven van de bouwserie E 11 door LEW Henningsdorf gebouwd en aan de Deutsche Reichsbahn in de DDR geleverd. De locomotieven met de bedrijfsnummers E 11 001 en E 11 002 werden getest waarna een serie bestelling volgde in 1962. In totaal werden 96 locomotieven van deze bouwserie geproduceerd. Ze werden bij de Deutsche Reichsbahn gestationeerd in Leipzig, Halle, Weissenfels en Erfurt, later ook voor een korte periode in Bitterfeld en Zwickau. Tijdens de bouw van deze locomotieven, werden regelmatig wijzigingen in het ontwerp toegevoegd, waardoor ook het uiterlijk van sommige locomotieven onderling duidelijke verschillen toonden.
Vanaf 1989 werd een deel van de locomotieven omgebouwd en ingedeeld bij de Bouwserie 242. In 1991 waren nog slechts 69 exemplaren in dienst bij de DR. Enkele exemplaren werden ook bij de Deutsche Bundesbahn ingezet waar ze werden ingedeeld als bouwserie 109. In 1998 werden de laatste 4 exemplaren ter zijde gesteld. In 2010 werden een aantal locomotieven verkocht aan duitse particuliere ondernemingen zoals de GVG en de EGP in Potsdam.
Bronnen:
- wikipedia:DR-Baureihe E 11[1]
Bijzonderheden/Opmerkingen
- Vanaf fabriek werden de locomotieven aanvankelijk in een donkergroene kleur met witte dunne sierstreep, een zwart hoofdframe en rood drijfwerk, afgeleverd. In 1969 werden de locomotieven E11 032, E11 035 en E11 036 in een blauw/gele kleurstelling geschilderd voor de S-Bahn in Leipzig. Vanaf 1970 werden de locomotieven 211 029, 211 054 en 211 055 in een scharlaken-rode met donkergrijze proefkleur geschilderd. Vanaf 1973 werden de locomotieven in een bordeauxrode kleur met creme-witte sierband geschilderd. Vanaf 1992 kregen de locomotieven de DB kleurstelling in het Oriëntrood.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
- Loc E 11 001 (211 001-3) is bewaard gebleven als museum locomotief en staat in het DB museum in Halle (Saale).
- 6 locomotieven zijn in het bezit van de Eisenbahngesellschaft Potsdam (EGP)
- 3 locomotieven zijn in het bezit van de Georg Verkehrsorganisation (GVG)
Externe Verwijzingen
Diverse E-locs Bouwserie E11 / 211
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
|
|
|