Bouwserie VT 08.5
VT 08.5 Baureihe 608.5 | |
---|---|
Type | VT 08.5 (DB) |
Spoorwegmij's | DB |
Aantal | Motorwagens: 20 stuks Tussenrijtuig: 22 stuks Stuurwagens: 13 stuks |
Bedrijfsnummers | VT 08 501 t/m 520 VM 08 501 t/m 522 VS 08 501 t/m 513 na ombouw: VS 12 505 t/m 509 vanaf 1968: 613 601 t/m 613 620 913 501 t/m 913 522 913 601 t/m 913 613 vanaf 1971: 613 601 t/m 613 620 913 001 t/m 913 022 913 601 t/m 913 613 |
Fabrikant | MAN (Motorwagen) Donauwörth, Rathgeber (Midden- en Stuurwagen) |
Bouwjaar | 1952–1954 |
Asvorm | B’2’+2’2’+2’2’ |
Lengte | 79.970 mm (3-delig) |
Dienstgewicht | - kg |
Max. snelheid | 140 km/h |
Vermogen | 735 kW |
Bouwwijze motor | 12 cylinder dieselmotor typen: Maybach MD 650 Daimler-Benz MB 820 Bb MAN L12 V 17,5/21B |
Overdracht vermogen | Hydraulisch |
Brandstof-tankinhoud | - liter |
Remmen | - |
Uit dienst | 1985 |
Bouwserie VT 08.5
De treinstellen van de bouwserie VT 08.5 waren 3-delige en 4-delige hoge snelheids dieseltreinstellen van de Deutsche Bundesbahn welke in 1952 werden gebouwd. De treinstellen werden ontwikkeld voor het sneltreinverkeer op de lange afstanden.
Ontwikkeling en bedrijf
De VT08.5 treinstellen van de Deutsche Bundesbahn werden vanaf 1952 gebouwd en waren dieselhydraulische sneltrein treinstellen welke werden ingezet voor het sneltreinverkeer op de lange trajecten. De treinstellen werden als 3-delig en als 4-delig treinstel ingezet, welke bestond uit een motorwagen, tussenrijtuig(en) en een stuurstandrijtuig. Bij de 4-delige variant werd vaak een stuurstandrijtuig vervangen door een extra motorwagen.
De eerste bestelling omvatte 13 3-delige treinstellen en een motorwagen. In 1954 volgde een bestelling van 6 motorwagens en 9 tussenrijtuigen en werden de treinstellen gerangschikt waardoor ook 4-delige treinstellen ontstonden. In totaal, werden van het bestaande wagenpark 14 treinstellen gevormd, bestaande uit 20 motorvoertuigen, 22 tussenrijtuigen en 13 stuurstandrijtuigen. De treinstellen werden ingezet op het lange afstands sneltreinverkeer (F-Zug).
In de motorkoppen uit de eerste serie, bestaande uit de VT 08 501 t/m VT 08 514, waren een bagage en postafdeling alsmede een keuken en restauratie ondergebracht. De tweede serie, bestaande uit de VT 08 515 t/m VT08 520, kreeg in plaats van de keuken en restauratie, normale zitplaatsen. De tussenrijtuigen hadden 10 coupees en de stuurstandrijtuigen hadden zes coupees en een vergaderruimte met tafel. Nadat in 1956 de derde klasse in Europa was afgeschaft hadden de treinstellen alleen nog eerste klas accommodaties.
De motorwagen had een vermogen van 735 kW en behaalde een topsnelheid van 140 km/h en was voorzien van een Scharfenberg koppeling. De opvallende kop had de bijnaam "Eierkopf" en was afgeleid van de Bouwserie VT 92.
Met de VT 08.5 treinstellen werd in 1957 in Duitsland het TEE-tijdperk gestart. De treinstellen werden echter al snel vervangen door de nieuwere TEE-treinstellen van de Bouwserie VT11.5. Vanaf 1962, werd begonnen met de conversie naar de Bouwserie VT 12.6-serie, waarbij de motorwagens qua uiterlijk werden aangepast naar voorbeeld van de vrijwel identieke Bouwserie VT 12.5. De motorwagens kregen een salonafdeling tweede klas met 44 zitplaatsen. De coupees in de andere rijtuigen werden vrijwel allemaal tot tweede klas omgebouwd hoewel de grootte van de coupees gelijk bleef.
In 1968 kreeg de VT 08.5 het EDP-nummer 608.5 en de reeds tot VT 12.6 omgebouwde rijtuigen het nummer 613. De Bouwserie 608.5 verdween op 10 februari 1971 uit het wagenpark van de DB met de ombouw van de laatste 608.5 tot Bouwserie 613. De treinstellen van de Bouwserie 613 werden vervolgens voornamelijk ingezet in het voorstadsverkeer in de Harz rond Braunschweig.
Aanvankelijk werden de treinstellen ondergebracht in de depots Hamburg-Altona, Frankfurt-Griesheim en Dortmund Bbf. Later kwam Köln-Nippes daar nog bij. Door de elektrificatie daalde de inzet in het hoogwaardige langeafstandsverkeer en in 1969 vervielen deze diensten. De treinstellen werden toen in de depots Hamburg-Altona en Braunschweig geconcentreerd en vanaf 1982 alleen nog in Braunschweig. De laatste van de twintig gebouwde treinstellen werd in 1985 ter zijde gesteld. Een aantal treinstellen werd aan Italië verkocht en deels gerenoveerd, tot inzet in treindiensten kwam het echter niet meer.
De kleurstelling was bij aflevering purper-rood met een grijs dak en een zwarte onderrand die met een gele sierstreep van de purper-rode bovenbouw was gescheiden. De voorruiten kregen een zwarte omlijsting en onder de voorruiten was een geel vleugelwiel met de letters DB aangebracht. In 1955 werd het DB-logo ingevoerd dat ook op de VT 08 het vleugelwiel verving. Hierbij werd ook het zwarte deel rond de ramen wigvormig naar beneden tot om de scharfenbergkoppeling verlengd. De rode kleur behielden de treinen tot ze ter zijde werden gesteld.
Waar zijn deze treinstellen nog te zien?
De VT 085 figureerde ook in de speelfilm Das Wunder von Bern als WK-trein. Voor de speelfilm werd een trein bestaande uit motorkop 613 603, tussenrijtuigen 913 510 en 512 en stuurstand 913 603, voorzien van het historisch correcte opschrift „FUSSBALL-WELTMEISTER 1954“. Deze trein is thans in het bezit van het DB-Museum en wordt door de BSW-Gruppe Braunschweig onderhouden. Intern wordt deze trein door de DB als Baureihe 688 aangemerkt.
Omdat de Deutsche Bahn geen geld wilde steken in groot onderhoud, dat voor augustus 2007 op het programma stond, is in 2008 besloten de trein in bruikleen te geven aan het Lokpark aan de Borsigstraße in Braunschweig waar nu de Braunschweiger Verkehrsfreunden het onderhoud plegen. Het Lokpark is toegankelijk voor het publiek en is onderdeel van het op 13 april 2008 geopende openluchtmuseum Braunschweiger ZeitSchiene. De VT 08 staat nu in de werkplaats Meiningen in de openlucht.
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse Treinstellen VT 08.5 / BR 608.5
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|