Bouwserie V 29
DB-Bouwserie V 29.9 Bouwserie 299 MEG V 29 | |
---|---|
Spoorwegmij's | DB |
Bedrijfsnummers | V 29 951–953 299 951, 299 953 V 29 01 |
Fabrikanten | Jung |
Aantal gebouwd | 3 stuks |
Bouwjaren | 1952 |
Uitdienst | 1969/1980 |
Asvorm | B’B’ |
Lengte over de buffers | 9.140 mm |
Dienstgewicht | 29,2 t |
Max.snelheid | 35 km/h |
Vermogen | 2×107 kW |
Aanvangskracht | 91 kN |
Bouwwijze motor | KHD 8L 614 |
Overdracht vermogen | Hydraulisch |
Brandstof-tankinhoud | 2 × 300 ltr. |
Remmen | Knorr drukluchtrem Handrem |
Diesellocomotief Bouwserie V 29
De drie smalspoor-diesellocomotieven van de DB Bouwserie V 29 werden in 1952 door de Deutsche Bundesbahn (DB) aangekocht voor de lokale Palts spoorlijnen Mundenheim - Meckenheim en Neustadt - Speyer.
Ontwikkeling en Bedrijf
De Deutsche Bundesbahn schafte in 1952 3 dieselhydraulische locomotieven van de bouwserie V 29, bestemd voor de smalspoorlijnen Mundenheim - Meckenheim en Neustadt - Speyer. De locomotieven werden gebouwd door de firma Jung. De motoren van het type A 8 L 614 kwamen van Klöckner-Humboldt-Deutz, De krachtoverbrenging verliep via een Voith-versnelling, een achteruitversnelling en kettingen op de twee assen. Deze aandrijving was identiek aan die van de Köf II. Bovendien was er een hulpdiesel (25 pk) voor de andere voorzieningen (drie generatoren voor locomotief- en treinverlichting, een compressor voor de luchtremmen en een luchtaanzuigapparaat voor de aanzuigluchtrem). Deze werden gemonteerd op een aandrijfeenheid, terwijl de andere eenheid de batterijen en hulpluchttanks droeg voor de remmen. De slingerhandgrepen regelden tegelijkertijd de hoeveelheid brandstof die via de inspuitpompen op beide motoren werd geïnjecteerd. Dit vereiste een precieze instelling zodat de motoren synchroon liepen.
De locomotieven voldeden aan de verwachtingen, zodat in 1953 de snelheid kon worden verhoogd naar 42 km/u door de tandwielen te verwisselen. In het eerste jaar van de exploitatie was er echter sprake van schade en de locomotieven stonden bijna vier maanden in het spoorwegdepot van Ludwigshafen om de zwakke constructie van de hulpmachine te verhelpen. Nadat de Ludwigshafener Bahn was gesloten, werd de V 29 951 eerst naar de lokale spoorlijn Speyer-Neustadt gebracht en na stopzetting in 1956, ging de V 29 953 naar de Walhalla-spoorlijn Regensburg-Wörth. Na hun ter zijde stelling in 1969 werden V 29 951 en V 29 953 gesloopt.
De V 29 952 werd ingezet op de Nagold-Altensteig-lijn na het omzetten van de treinrem in een persluchtrem en de koppeling naar koepelhaken. Rond 1960 kreeg het een waarschuwingslaag op de hoeken van de veranda en de bestuurderscabine, eerst aan één kant en vervolgens aan beide kanten. In 1967 werd de loc verkocht aan de Mittelbadische Eisenbahnen AG (MEG), waar het tot 1980 werd gebruikt als de V 29 01 van Schwarzach. Ook daar moest eerst de koppeling worden afgesteld. De waarschuwingsstrepen werden verwijderd, in plaats daarvan kreeg de locomotief een decoratieve streep op de stelen. In de jaren 1970 kreeg het nieuwe koplampen en een oranje afwerking met een lichtblauwe bekleding die nu rondom de locomotief boven de koplampen liep. Nadat de resterende spooroperatie daar in 1980 was stopgezet, ging deze in 1981 naar de Duitse Vereniging voor Spoorweggeschiedenis (DGEG). Nadat de smalspoorcollectie van DGEG was opgelost, werd deze in 1997 overgenomen en verwerkt door de Duitse spoorwegbond. De loc is sinds 2001 weer operationeel en het oude wijnrode lakwerk gekregen.
Bron: Wikipedia (Duitstalig):DB-Baureihe V 29[1]
Waar is deze locomotief nog te zien?
Bijzonderheden/Opmerkingen
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse Diesellocs V 29 / BR 299
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
- Er zijn nog geen H0-modellen bekend van de V 29 / BR 299.