Bouwserie E 06: verschil tussen versies
k |
k (→Intern) |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 54: | Regel 54: | ||
== Verwijzingen == | == Verwijzingen == | ||
=== Intern === | === Intern === | ||
− | * | + | * [[Königlich Preußische Staatseisenbahnen (K.P.St.E.)]] |
+ | * [[Overzicht Grootspoormaterieel Königlich Preußische Staatseisenbahnen]] | ||
+ | |||
=== Extern === | === Extern === | ||
* | * | ||
Regel 76: | Regel 78: | ||
== Modellen == | == Modellen == | ||
{{Westmodel-e06-modellen}} | {{Westmodel-e06-modellen}} | ||
+ | {{Navigatie-grootspoor-KPStE}} | ||
{{Navigatie-grootspoor-DR(1920-1945)}} | {{Navigatie-grootspoor-DR(1920-1945)}} | ||
[[Categorie:E-locs]][[categorie:E-locs Duitsland]] | [[Categorie:E-locs]][[categorie:E-locs Duitsland]] |
Huidige versie van 13 okt 2019 om 08:43
Pruisische ES 51 - ES 57 Bouwserie E 06 (DR) | |
---|---|
Spoorwegmij's | DR |
Bedrijfsnummers | ES 51 - ES 56 E 06 01 - E 06 -07 E 06 08 - E 06 12 |
Fabrikanten | Schwartzkopff, BEW |
Aantal gebouwd | 12 stuks |
Bouwjaren | 1924/25 E 061: 1928 |
Uit dienst | 1946 - 1956 |
Asvorm | 2'C2' |
Lengte over de buffers | E 06: 15.750 mm E 061: 16.330 mm |
Max.snelheid | 110 km/h |
Vermogen | 2780 kW |
Dienstgewicht | E 06: 111,6 t E 061: 110 t |
Aanvangskracht | 183,4 kN |
Stroomsysteem | ~ 15.000 volt 16 2/3 Hz |
Remmen | Druklucht rem |
Bouwserie E 06
De elektrische locomotieven ES 51 t/m ES 57 werden in 1924 en 1925 in opdracht van de Duitse Reichsbahn-Gesellschaft gebouwd. Hun nummering werd nog steeds uitgevoerd volgens het nummerstelsel van de Pruisische Staatspoorwegen. Na de omzetting naar het nieuwe serieschema van de Duitse Reichsbahn werden de zeven locomotieven vanaf 1926 ingedeeld als bouwserie E 06. In 1928 werden nog een 5 locomotieven met een lichte modificatie gebouwd, welke ingedeeld werden als bouwserie E 061. De locomotieven werden uitsluitend in midden-Duitsland ingezet op de trajecten van de Deutsche Reichsbahn.
Ontwikkeling en Bedrijf
In 1922 besloot de Deutsche Reichsbahn om elektrische locomotieven aan te schaffen voor de overgenomen geëlectrificeerde trajecten in Zuid-Baden, Opper-Beieren, Midden-Duitsland en Silezië. De locomotieven die volgens het Wechmann-plan werden aangeschaft, waren gedeeltelijk nog ontwikkeld door de Pruisiche Staatseisenbahnen en waren bedoeld om de onvoldoende presterende locomotieven van de ES 9 t/m ES 19 te vervangen. De Deutsche Reichsbahn bestelde in 1922 de eerste vijf locomotieven waarvan Schwarzkopff het mechanische deel en BEW de elektrische installatie bouwde. De aandrijving van de locomotieven betrof een stangen-aandrijving. De eerste locomotief (de ES 51) werd in 1924 geleverd en werd na tentoon gesteld te zijn in Sedin, gestationeerd in Bahnbetriebswerk Leipzig West. De andere 4 locomotieven werden in 1925 afgeleverd. In September 1924 was nog een bestelling geplaatst voor 2 aanvullende locomotieven, welke in eind 1925 werden geleverd als ES 56 en ES 57. Deze 2 locomotieven waren uitgerust met andere transformatoren. Tijdens de testritten tussen Leipzig en Halle (Saale) bleek dat de nieuwe locomotieven prima voldeden aan de gestelde eisen. Ze waren in staat om hogesnelheidstreinen te trekken van meer dan 750 ton met een snelheid van 110 km/h op een vlak traject, wat aanzienlijk hoger lag dan de prestaties van de sterkste stoomlocomotief, de Pruisische S 10. De elektrificatie van het beoogde traject van Leipzig via Halle naar Magdeburg stagneerde, de werkzaamheden tussen Halle en Magdeburg moesten vanwege de inflatie in 1924 voorlopig worden geannuleerd. Dit betekende dat de daadwerkelijk geplande inzetroute en de locomotieven van de bouwserie E 06 vanaf 1926 voornamelijk ingezet werden voor het passagiersverkeer op de route via Dessau naar Magdeburg. In 1925 bestelde de Deutsche Reichsbahn nog eens vijf locomotieven, welke in 1928 werden geleverd door Schwartzkopff en BEW. Deze waren iets langer en lichter dan de originele locomotieven en hadden, net als de ES 56 en ES 57 van de eerste serie, luchtgekoelde droge transformatoren. Ook waren ze uitgerust met elektrische verwarming. Het uiterlijk van de locomotieven week ook iets af van de eerste serie. De locomotieven kregen de bedrijfsnummers E 06 08 t/m E 06 12 toegewezen en werden ingedeeld als bouwserie E 061. De locomotieven werden gestationeerd in Leipzig. De E 06 09 werd eerst kort in Magdeburg gestationeerd, maar werd als snel ook in Leipzig gestationeerd. Vanaf 1933 werden 3 locomotieven in Magdeburg-Rothensee gestationeerd. De rest bleef aanwezig in Leipzig. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren sommige E 06's ook in Bitterfeld gevestigd, de meerderheid verbleef echter in Magdeburg. In december 1943 raakten de E 06 02 en E 06 03 zwaar beschadigd door bombardementen tijdens een luchtaanval op Leipzig. De E 06 05 liep in 1944 brandschade op bij een andere luchtaanval en werd aangeboden ter reparatie in de reparatie-faciliteit van Dessau. Vanaf juli 1945 was de Reichsbahn in staat om de routes op de middellijnen te hervatten, en werden vijf E 06's ingezet. In April 1946 moest op bevel van de Sovjet Militaire Administratieve Dienst (SMAD) de inzet van deze locomotieven worden gestaakt. De electrische apparatuur en voertuigen werden in beslag genomen als reparatiegoederen en vervoerd naar de Sovjetunie. Alle locomotieven van de E 06 bouwserie (behalve de E 06 05 die nog gerepareerd werd), werden in beslag genomen en naar de Sovjet Unie getransporteerd. In de Sovjet Unie bleek dat de E 06, net als de meeste elektrische locomotieven die in beslag waren genomen, niet geschikt waren voor de breedsporige trajecten in de Sovjet Unie. Vooral de stangenaandrijving van de locomotieven bleken een technische hindernis voor de Russen. Daarnaast bleken de transformatoren niet geschikt te zijn voor de in de Sovjet Unie gebruikte stroomsystemen. In 1952 stelden de Sovjetunie en de DDR uiteindelijk een overeenkomst op om de electrische locomotieven en installaties te retourneren in ruil voor de levering van 335 personenauto's van VEB Waggonbau Ammendorf. Begin 1953 waren alle E 06's weer terug in Duitsland (DDR), maar de locomotieven waren in een zeer slechte staat, waardoor de Deutsche Reichsbahn besloot deze locomotieven niet meer in dienst te stellen. Ze bleven in opslag tot 1956, waarna ze vervolgens tot aan het begin van de jaren '60 werden gesloopt.
Bronnen:
- wikipedia:Preußische_ES_51_bis_ES_57[1]
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
De locomotieven van de bouwserie E 06 en E 061 zijn allemaal gesloopt.
Verwijzingen
Intern
- Königlich Preußische Staatseisenbahnen (K.P.St.E.)
- Overzicht Grootspoormaterieel Königlich Preußische Staatseisenbahnen
Extern
Diverse E-locs Bouwserie E 06
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
|
|