Pruisische S 3: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '<small> {| class="wikitable" style="float:right; width:24%;border color#4682B4" ! colspan="2" style= "background:#b24c4c; color:white" |'''Pruisische S 3<br/>Bouwse...') |
k (→Intern) |
||
Regel 64: | Regel 64: | ||
== Verwijzingen == | == Verwijzingen == | ||
=== Intern === | === Intern === | ||
− | * | + | * [[Königlich Preußische Staatseisenbahnen (K.P.St.E.)]] |
+ | * [[Overzicht Grootspoormaterieel Königlich Preußische Staatseisenbahnen]] | ||
+ | |||
=== Extern === | === Extern === | ||
* | * |
Huidige versie van 13 okt 2019 om 08:20
Pruisische S 3 Bouwserie 130 (DR) | |
---|---|
Spoorwegmij's | K.P.St.E. DR |
Bedrijfsnummers | K.P.St.E.: 201 - 400< DR: 13 002 - 13 028 |
Fabrikanten | Hanomag, Schichau, Vulcan |
Aantal gebouwd | 1027 stuks |
Bouwjaren | 1893–1904 |
Uitdienst | 1927 |
Asvorm | 2’B n2v |
Wiel diameters | Drijfwielen:Ø 198 cm Voorloop:Ø 100 cm |
Lengte loc incl. tender | 17.561 mm |
Keteldruk | 12 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | 117,70 m² |
Dienstgewicht | 50,5 t |
Max.snelheid | 100 km/h |
Stoomlocomotief Pruisische S 3
De Pruisische S 3 stoomlocomotieven van de Koninklijke Pruisische Staatsspoorwegen (K.P.St.E.) waren stoomlocomotieven die ingezet werden voor de sneltreindiensten. In 1922 werden de locomotieven overgenomen door de Deutsche Reichsbahn waar ze ingedeeld werden als bouwserie 130.
Ontwikkeling en Bedrijf
De Pruisische S 3 was een door Hanomag ontwikkelde locomotief voor de sneltreindiensten van de Pruisische Staatsspoorwegen en werd vanaf 1893 gebouwd. De locomotieven hadden een as-indeling 2’B n2v en waren een doorontwikkeling van de Pruisische S2. De locomotieven werden uitgerust met een sleeptender van het type pr 3 T 15, pr 2’2’ T 16, pr 2’2’ T 20 en pr 2’2’ T 21,5. De S3 kon een 320 ton zware trein (vergelijkbaar met 10 rijtuigen) met een snelheid van 75 km/h trekken. Op een helling met een stijgingspercentage van 10 ptomille kon ze een trein van 150 ton met 50 km/h trekken.
Versterkte S 3
Vanaf 1900 werden verschillende versies van een samengestelde locomotief met vier cilinders als de Pruisische S 5 met as-indeling 2'B n4v gebouwd, wat betere prestaties mogelijk zou moeten opleveren dan de eerder gebouwde S3 en S4. Deze voldeden echter niet aan de verwachtingen. Om aan de vraag te voldoen, werd de beproefde S 3 door Stettiner Maschinenbau AG Vulcan in een versterkte versie gebouwd, waarbij een grotere ketel en grotere stoomcilinder werden gebruikt. Deze locomotieven werden aanvankelijk aangeduid als versterkte S 3, vanaf 1911 als S 5.2. Acht locomotieven werden per ongeluk ook na 1911 nog als S 3 ingedeeld. Tussen 1905 en 1911 werden in totaal 367 machines van dit type geleverd door Vulcan en Schichau aan de Pruisische Staatsspoorwegen
De Pruisische staatsspoorwegen hebben tot 1904 in totaal 1027 locomotieven van dit type aangeschaft, die zich in bijna alle depots bevonden. Het was daarmee de meest gebouwde Duitse sneltreinlocomotief.
Nog eens 40 exemplaren gingen naar de Reichseisenbahnen in Elzas-Lotharingen, aldaar als Elzas-Lotharingse S 3 ingedeeld en zes exemplaren met een aangepaste as naar de Oldenburgse Staatsspoorwegen waar ze als Oldenburgse S 3 werden ingedeeld.
Na de Eerste Wereldoorlog verbleven er meer dan 100 Pruisische S 3 locomotieven bij de Poolse en Litouwse Staatsspoorwegen, waar ze tot de jaren 1940 gedeeltelijk werden gebruikt. Ze werden in de Tweede Wereldoorlog deels ingedeeld als bouwserie 13 met de bedrijfsnummers 13 010, 301, 302, 305-337, 339 en 340 en maakten deel uit van de voorraad van de Deutsche Reichsbahn. Sommige van deze locomotieven waren tot 1955 in de DDR en werden vervolgens teruggebracht naar Polen. De in het Westen achtergebleven 13 021, zat in 1950 nog in de inventaris van de DB, maar werd ter zijde gesteld en gesloopt gesloopt.
Na het hernummeringsplan voor stoomlocomotieven uit 1923 werden 451 exemplaren van de Pruisische S 3 door de Deutsche Reichsbahn ingetekend. Hiervan bleven er slechts 27 over die als bouwserie 13.0 in 1925 met de bedrijfsnummers 13 002 t/m 13 028 in het bestand van de Deutsche Reichsbahn werden opgenomen. De loc 13 001 was geen S 3, maar een geconverteerde, samengestelde Pruisisch S 2 type Erfurt. De Pruisische S3 werd bij de Deutsche Reichsbahn in 1927 ter zijde gesteld..
De locomotieven die werden overgenomen door het Oldenburgse Staatsspoorwegen kregen in 1925 de bedrijfsnummers 13 1801 t/m 13 1806, maar werden een jaar later ter zijde gesteld.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Bronnen:Wikipedia: Pruisische S 3[1]
Verwijzingen
Intern
- Königlich Preußische Staatseisenbahnen (K.P.St.E.)
- Overzicht Grootspoormaterieel Königlich Preußische Staatseisenbahnen
Extern
Diverse Stoomlocomotieven Pruisische S 3 - Bouwserie 130 (DR)
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
- Er zijn nog geen H0-modellen bekend van de Pruisische S 3.
|