Pruisische P 6
| Pruisische P 6 Bouwserie 37.0-1 (DR) PKP Oi1 | |
|---|---|
| Spoorwegmij's | K.P.St.E. DR |
| Bedrijfsnummers | K.P.St.E.: 2101 - 2300 101-141 DR:37 001 - 37 163 |
| Fabrikanten | Hohenzollern, Schwartzkopff, Hanomag, Henschel, Karlsruhe |
| Aantal gebouwd | 275 stuks |
| Bouwjaren | 1902-1910 |
| Uitdienst | 1950 |
| Asvorm | 1'C h2 |
| Wiel diameters | Drijfwielen: Ø 160 cm Voorloop: Ø 100 cm |
| Lengte loc incl. tender | 17.608 mm |
| Keteldruk | 12 kg/cm2 |
| Verdampingsoppervlak | 134,93 m² |
| Dienstgewicht | 58,3 t |
| Max.snelheid | 90 km/h |
| Aantal cylinders | 2 |
| Vermogen | 755 kW |
| Remmen | Druklucht rem |
Stoomlocomotief Pruisische P 6
De Pruisische P 6 stoomlocomotieven van de Koninklijke Pruisische Staatsspoorwegen (K.P.St.E.) waren stoomlocomotieven die ingezet werden voor het personenvervoer.
Ontwikkeling en Bedrijf
De P 6 was ontworpen als een zogenaamde universele locomotief. Het eerste exemplaar werd in 1902 in Düsseldorf gebouwd door de firma Hohenzollern. De locomotieven hadden enkele ontwerpkenmerken die werden beschouwd als kenmerkend voor hun ontwerper Robert Garbe, zoals de smalle, ver weg liggende schoorsteen en de specifieke positie van de ketel. Ondanks de 1.600 mm relatief kleine aandrijfwielen (in het prototype was het zelfs maar 1.500 mm), mochten de locs een topsnelheid van 90 km/h halen, maar dit kon in de praktijk niet worden verhoogd vanwege het ongelijkmatig lopen door onvoldoende massabalans. De P 6 locomotieven werden voorzien van een sleeptender van het type pr 2'2 'T 16.
De in de eerste serie toegepaste oververhitter van de rookkamer werd in 1906 vervangen door een oververhitter met een rookbuis. In totaal werden 275 exemplaren van deze locomotief gebouwd in 1910, waarvan 111 door Schwartzkopff, 30 door Hohenzollern, 90 door Hanomag, 37 door Henschel en 4 door de Maschinenbau-Gesellschaft Karlsruhe. Drie exemplaren werden in 1913 door Linke-Hofmann voor de Koninklijke Militaire Spoorweg geleverd. Na de Eerste Wereldoorlog moesten 110 locomotieven als herstelbetaling worden afgestaan. Gedeeltelijk kwamen ze opnieuw onder Duitse heerschappij in de Tweede Wereldoorlog en ontvingen een Reichsbahn-nummer. Hiervan werden er 163 ingedeeld als bouwserie 37.0-1 bij de Deutsche Reichsbahn met de bedrijfssnummers 37 001 t/m 37 163. De locomotieven met de bedrijfsnummers 37 201 t/m 37 206 (vanaf 1937) waren P 6 locomotieven van de Lübeck-Büchener Bahn (LBE), die constructief verschilde van de Pruisische locomotieven.
De paar na de 2e wereldoorlog resterende Pruisische P 6 locomotieven werden noch door de Deutsche Bundesbahn noch door de Deutsche Reichsbahn opnieuw gebruikt, maar werden ter zijde gesteld en gesloopt tot ongeveer 1950.
De door de Poolse Staatsspoorwegen (PKP) overgenomen locomotieven van de Pruisische P 6 werden bij de PKP ingedeeld als PKP Oi1. Een van hen heeft het overleefd en staat in het Spoorwegmuseum van Warschau.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Bronnen:Wikipedia: Pruisische P 6[1]
Verwijzingen
Intern
- Königlich Preußische Staatseisenbahnen (K.P.St.E.)
- Overzicht Grootspoormaterieel Königlich Preußische Staatseisenbahnen
Extern
Diverse Stoomlocomotieven Pruisische P 6 / Bouwserie 37.0-1 (DR)
- Diverse Grootspoor afbeeldingen Stoomlocomotief Pruisische P 6 / Bouwserie 37.0-1 (DR)
Pruisische P 6
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
|
|
|
|
|
|
