Pruisische P 4.1
Pruisische P 4.1 (Erfurt) | |
---|---|
Spoorwegmij's | K.P.St.E. DR |
Bedrijfsnummers | K.P.St.E.: 1801 - 1900 DR: 36 001 |
Fabrikanten | Henschel |
Aantal gebouwd | 57 stuks |
Bouwjaren | 1891-1893 |
Uitdienst | ? |
Asvorm | 2'B |
Wiel diameters | Drijfwielen: Ø 173/175 cm Voorloop: Ø 98/100 cm |
Lengte loc incl. tender | 15.615 mm |
Keteldruk | 12 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | 125,00 m² |
Dienstgewicht | 49,1 t |
Max.snelheid | 90 km/h |
Aantal cylinders | 2 ? |
Remmen | Perslucht rem ? |
Stoomlocomotief Pruisische P 4.1
De Pruisische P 4.1 locomotieven van de Koninklijke Pruisische Staatsspoorwegen (K.P.St.E.) waren stoomlocomotieven die ingezet werden voor passagierstreindiensten. Er zijn twee varianten; De P 4.1 type Erfurt en de P 4.1 type Hannover. In het omnummeringsplan van de Deutsche Reichsbahn in 1923, waren nog 4 locomotieven van de P 4.1 type Erfurt opgenomen. In 1925 was er uiteindelijk nog maar 1 in in het daadwerkelijke bestand van DR welke het bedrijfsnummer 36 001 kreeg toegewezen.
Ontwikkeling en Bedrijf
De eerste twee voorbeelden van de Pruisische P 4.1 van het type Erfurt behoorden tot een testreeks van acht locomotieven. Er waren twee locomotieven met elk een wieldiameter van 1730 mm in dubbel en samengesteld ontwerp (Pruisische P 4.2) en twee locomotieven met elk een wieldiameter van 1600 mm dubbel en samengesteld ontwerp (latere Pruisische S 2) in gebruik genomen. De P 4 moest zowel op passagiers- als sneltreinen kunnen worden ingezet. Na de twee prototypes van 1891 bouwde Henschel in totaal aanvullend 55 locomotieven van dit type. De locomotieven hadden een foutgevoelige loopas draaistel, waardoor verder gekozen werd voor aanschaf van de Pruisische P 4.1 van het type Hannover. Vanaf 1906 werden enkele locomotieven omgebouwd. De P 4.1 type Erfurt waren voorzien van een sleeptender van het type 3 T 15.
Pruisische P 4.1 (Hannover) Bouwserie 36.70 (DR) | |
---|---|
Spoorwegmij's | K.P.St.E. DR |
Bedrijfsnummers | K.P.St.E.: 1801 - 1900 DR: 36 7001 - 36 7009 |
Fabrikanten | Henschel e.a. |
Aantal gebouwd | 428 stuks |
Bouwjaren | 1893-1902 |
Uitdienst | 1927 |
Asvorm | 2'B n2 |
Wiel diameters | Drijfwielen: Ø 175 cm Voorloop: Ø 100 cm |
Lengte loc incl. tender | 16.411 mm |
Keteldruk | 12 kg/cm2 |
Verdampingsoppervlak | 117,9 m² |
Dienstgewicht | 47,6 t |
Max.snelheid | 90 km/h |
Aantal cylinders | 2 ? |
Remmen | Perslucht rem ? |
Pruisische P 4.1 Bauart Hanover
De Pruisische P 4.1 type Hannover locomotieven van de Koninklijke Pruisische Staatsspoorwegen (K.P.St.E.) waren stoomlocomotieven die ingezet werden voor passagierstreindiensten In 1923 werden de locomotieven overgenomen door de Deutsche Reichsbahn waar ze ingedeeld werden als bouwserie 36.70.
De Pruisische P 4.1 locomotieven (type Hannover) van de Pruisische Staatsspoorwegen waren een verdere ontwikkeling van de Pruisische P 4.1 (type Erfurt). Ze werden tussen 1893 en 1902 gebouwd door Henschel, maar ook door andere locomotieffabrikanten. In totaal werden 428 exemplaren gebouwd, waarvan drie voor de Koninklijke Pruisische militaire spoorwegen, welke het verbeterde loopdraaistel van het type Hannover kregen en een externe besturing van het type Heusinger en grotere cilinders. Ze werden aanvankelijk gebruikt in sneltreindiensten, maar werden later verplaatst naar de passagierstreindiensten. In de loop van de tijd zijn er experimenten uitgevoerd met sommige locomotieven van deze bouwserie. Zo hadden enkele loc's een vlampijp-oververhitter of een stoomdroger van het type Pielock. Enkele P 4.1 locomotiven werden herbouwd en samengesteld tot Pruisische P 4.2 locomotieven.
In 1920 werden door de Deutsche Reichsbahn 6 locomotieven overgebracht naar het directoraat Schwerin van de voormalige Mecklenburgse staatsspoorwegen, om het tekort aan locomotieven daar te verhelpen. De aangekomen locomotieven (Cassel 1827, 1831, 1832, 1835, 1830, Elberfeld 1822) ontvingen de Mecklenburgse spoorwegnummers 181 t/m 186. Een andere locomotief werd in 1922 aan de Eutin-Lübeck-Eisenbahn verkocht en daar als nummer 17 gebruikt.
De Deutsche Reichsbahn had in zijn omnummeringsplan nog 157 locomotieven gepland als bouwserie 36.70. In 1925 kregen kregen de resterende locomotieven de bedrijfsnummers 36 7001 t/m 36 7009. De laatste P 4.1 locomotief werd in 1927 ter zijde gesteld.
Andere Duitse spoorwegen hadden ook de P 4.1 type Hannover:
- Königlich Preussische Militär-Eisenbahn: 3 stuks, werden in 1919/1920 van de Preußischen Staatseisenbahnen overgenomen.
- Großherzoglich Oldenburgische Staatseisenbahnen: 19 Stuks, kleiner en zwakker als de Pruisische P 4.1 – zie Oldenburgse P 4.1.
- Lübeck-Büchener Eisenbahn: 2 stuks, met verkorte wielstand.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Bronnen:Wikipedia: Pruisische P 4.1[1]
Verwijzingen
Intern
- Königlich Preußische Staatseisenbahnen (K.P.St.E.)
- Overzicht Grootspoormaterieel Königlich Preußische Staatseisenbahnen
Extern
Diverse Stoomlocomotieven Pruisische P 4.1 - Bouwserie 36.70 (DR))
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten |
Modellen
|
|