Bouwserie 151: verschil tussen versies
k |
k (→Modellen) |
||
| Regel 88: | Regel 88: | ||
== Modellen == | == Modellen == | ||
| + | === Märklin H0 modellen === | ||
{{Märklin-br151-modellen}} | {{Märklin-br151-modellen}} | ||
| + | === Märklin Z modellen === | ||
| + | {{Märklin-z-br151-modellen}} | ||
{{Navigatie-grootspoor-DB(1949-1993)}} | {{Navigatie-grootspoor-DB(1949-1993)}} | ||
Versie van 1 mei 2020 14:36
| Baureihe 151 | |
|---|---|
| Spoorwegmij's | DB |
| Bedrijfsnummers | 151 001–170 |
| Fabrikanten | Henschel Krauss-Maffei Krupp elektr.deel: AEG BBC Siemens |
| Aantal gebouwd | 170 stuks |
| Bouwjaren | 1972–1978 |
| Asvorm | Co'Co' |
| Lengte over de buffers | 19.490 mm |
| Max.snelheid | 120 km/h |
| Vermogen | 5982 kW |
| Dienstgewicht | 118 t |
| Aanvangskracht | 395 kN |
| Stroomsysteem | ~ 15 kV 16 2/3 Hz |
| Remmen | mechansich, electrisch |
| Uit dienst | 2003 |
Elektrische locomotief Baureihe 151
De Baureihe 151 is gebouwd door de firma Krupp en AEG. Het was de opvolger van de Baureihe 150 die niet meer voldeed voor het groeiende goederen vervoer. In november 1972 werden de eerste elf voorserie locomotieven van de Baureihe 151 aan de DB geleverd. Deze werden uitvoerig getest waarna een bestelling van nog eens 158 locomotieven volgde. In totaal zijn er 170 locomotieven van dit type in gebruik genomen. De locomotieven haalden een maximum snelheid van 120 km/h. en werden voornamelijk ingezet voor het vervoer van goederen maar soms ook voor het personen vervoer.
Ontwikkeling en Bedrijf
Eind jaren zestig nam de hoeveelheid goederen die via het spoor vervoerd werd in Duitsland flink toe. Omdat de Deutsche Bundesbahn ook al plannen had om de snelheid van de reizigerstreinen te verhogen, zou het goederenverkeer voor meer opstoppingen op het spoor kunnen gaan zorgen. Daarom werd er ondermeer nagedacht over de ontwikkeling van een snellere en sterkere goederenloc dan de E 50.
In eerste instantie wilde men de Baureihe E 50/150 gaan aanpassen, maar dat zou volgens een onderzoek alleen een sterkere en géén snellere loc opleveren. Een alternatief was een nieuwe Co’Co’-loc te maken die voorzien zou zijn van de betrouwbare WB 372-22 motoren, die ook in de Baureihe 110/112/139/140-locs hun werk deden. Alleen zouden er dan in de nieuwe loc geen vier maar zes van deze motoren geplaatst worden. Voor het onderstel zou men dan gebruik kunnen maken van de opgedane kennis bij de ontwikkeling van de innovatieve Baureihe 103. De WB 372-22 motoren waren in de loop der tijd al verder aangepast en beschikten inmiddels over een vermogen van 1050 KW. Omdat deze motoren en de benodigde elektrische onderdelen zwaarder waren dan die van de E 50, moest er op andere punten gewicht bespaard worden. Een nieuw onderstel - gebaseerd op die van de Baureihe 103 - zorgde al voor een flinke gewichtsbesparing. Verder vormden (anders dan bij de eenheidslocs) bij de Baureihe 151 het brugframe en de lockast geen zelfdragend deel meer. Maar net als bij de Baureihe 103 en Baureihe 181/184 bestond de bovenbouw uit afzonderlijke delen (twee bestuurderscabines en drie motorcompartimenten) die bovenop het brugframe werden geplaatst. Door middel van deze bouwwijze werd de nieuw loc niet alleen sterker (6300 - 4500 KW) en sneller (120 km/h - 100 km/h), maar ook lichter (118 t - 128 t) dan de E 50/150.
In 1969 kregen AEG-Telefunken en Krupp de opdracht om met de ontwikkeling van de nieuwe goederenloc te starten. Door de keuze voor beproefde technieken en onderdelen kon dit in relatief korte tijd afgerond worden. Diezelfde keuze maakte het ook onnodig om enkele prototypen te ontwikkelen. Zo kon al op 21 november 1972 loc 151 001 als eerste van 12 voorserie-exemplaren aan de DB overhandigt worden voor testdoeleinden.
Nog voor in oktober 1973 de laatste van die voorserie-locs was afgeleverd, had de DB al 63 serielocs besteld. Niet veel later kwam er nog een bestelling voor nog eens 95 exemplaren binnen. Precies een maand na de overdracht van de 151 170 was op 12 oktober 1977 het laatste exemplaar uit een serie van 170 gereed: de 151 162. De DB heeft daarna nog even een verdere bestelling van 15 exemplaren (151 171 t/m 185) overwogen. Omdat echter de ontwikkeling van de nieuwe Baureihe 120 al was gestart, heeft men het hier bij gelaten.
Door de geweldige kracht van de Baureihe 151 werd de nieuwe loc uiteraard vooral gebruikt in het zware goederenverkeer. Toch hebben deze locs ook reizigerstreinen getrokken, variërend van sneltreinen, regiotreinen tot nachttreinen. Ook voor expres-goederentreinen kon je de Baureihe 151 aantreffen. In het goederenverkeer hebben deze locs verder naam gemaakt door in dubbeltractie (en voorzien van speciale automatische koppelingen) ertstreinen te trekken met een totaalgewicht tot 6000 ton!
Bronnen:
- Eisenbahn Journal [1]
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Bijzonderheden/Opmerkingen
De Baureihe 151 is er in diverse kleurstellingen geweest:
- Groen/Zwart : Vanaf 1972
- Beige / Oceaanblauw : Vanaf 1975
- Oriëntrood : Vanaf 1990
- Verkeersrood : Vanaf 1997
Literatuur
- poorwegen; diverse jaargangen. Gerrit Nieuwenhuis, Richard Latten. Uitgeverij de Alk BV, Alkmaar.
Externe Verwijzingen
Diverse E-locs Baureihe 151
- Diverse Grootspoor afbeeldingen E-loc Baureihe 151
De 151 158-3 rijdt als losse lok door Ingolstadt Hbf 
Loc 151 002-3 bij Osterfeld-Süd 
Loc 151 023-9 bij Oberhausen Osterfeld-Süd 
Loc 151 134 Oberhausen West 
Loc 151 134-4 met een containertrein richting Keulen-west 
Loc 151 149-2 staat opgesteld te Duisburg Ruhrort havens
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
Märklin H0 modellen
|
Märklin Z modellen
|
.png){kind=small}
|
|
