Badische VI b: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '<small> {| class="wikitable" style="float:right; width:45%;border color#4682B4" ! colspan="5" style= "background:#b24c4c; color:white" |'''Badische VI b<br/>BR 75.<...') |
k |
||
Regel 86: | Regel 86: | ||
---- | ---- | ||
{{Navigatie-grootspoor-BadStB}} | {{Navigatie-grootspoor-BadStB}} | ||
+ | {{Navigatie-grootspoor-DR(1920-1945)}} | ||
{{Navigatie-grootspoor-DR(1945-1993)}} | {{Navigatie-grootspoor-DR(1945-1993)}} | ||
{{Navigatie-grootspoor-DB(1949-1993)}} | {{Navigatie-grootspoor-DB(1949-1993)}} |
Versie van 9 sep 2018 09:09
Badische VI b BR 75.1-3 (DR) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Spoorwegmij's | Großherzoglich Badischen Staatsbahn Deutsche Reichsbahn (DR) | ||||
Bouwserie | VI b1-5 | VI b6-7 | VI b8-9 | VI b10-11 | |
Bedrijfsnummers | 15...360 DR: 75 101 - 136 75 141 - 161 75 171 - 179 75 181 - 190 |
45...379 DR: 75 191 - 195 75 201 - 216 |
51...812 DR: 75 221 - 233 75 251 - 258 |
1133 – 1152 1193 – 1214 DR: 75 261 - 302 | |
Fabrikanten | Maffei MBG Karlsruhe |
MBG Karlsruhe | |||
Aantal gebouwd | 74 stuks | 23 stuks | 34 stuks | 42 stuks | |
Bouwjaren | 1900–1903 | 1904, 1906 | 1907, 1908 | 1921, 1923 | |
Asvorm | 1’C1’ n2t | ||||
Wiel diameters | Drijfwielen: Ø 148 cm Voorloop: Ø 99 cm Achter: Ø 99 cm | ||||
Lengte loc incl. tender | 11.764 mm | ||||
Keteldruk | 13 kg/cm2 | ||||
Verdampingsoppervlak | 116,21 m² | 113,92 m² | 114,17 m² | 116,91 m² | |
Dienstgewicht | 65,3 t | 64,2 t | 64,3 t | 67,3 t | |
Max.snelheid | 80 km/h | ||||
Vermogen | 550 pk | ||||
Uitdienst | 1933–1965 |
Stoomlocomotief Badische VI b
De Badische VI b was de eerste Duitse tender locomotief met een as-indeling 1'C1 '. De locomotief werd ontwikkeld door Maffei voor de Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen (Bad.StB.) om ingezet te worden op de Höllentalbahn.
Ontwikkeling en Bedrijf
Op 1 april 1902 was de Höllentalbahn geclassificeerd als een hoofdtraject van 6,5 kilometer met een hellingspercentage van 55 ‰. Voor de steile gedeeltes waren de van een tandrad voorziene locomotieven van de Badische Ix a beschikbaar. De snelheid van deze locomotieven was echter te laag voor het toegenomen verkeer op dit traject. De nieuwe Badische VI b locomotieven moesten de gehele route afleggen en moesten alleen op het steile gedeelte door de tandradlocomotieven worden geduwd.
Op basis van de ervaring in Oostenrijk met de locomotieven van de Bouwserie kkStB 30 met een as-indeling 1'C1 ', hebben de Badische Staatseisenbahnen 15 locomotieven van dit type besteld bij Maffei. De locomotieven hadden belangrijke voordelen ten opzichte van de gelijktijdig geleverde locomotieven van de Badische VI a met as-indeling 1'C. Zo hadden de locomotieven nagenoeg dezelfde rij-eigenschappen in voorwaartse en achterwaarts bedrijf. De locomotieven werden niet alleen op de Höllentalbahn gebruikt, maar tevens op het volledige netwerk in Baden. Hierdoor mocht de maximale asdruk van 13,5 t niet worden overschreden.
De Badische VI b locomotieven konden een trein van 80 ton trekken met een snelheid van 145 km/h en een trein van 135 ton met 30 km/h op een helling van 20 ‰. Vanwege zijn universele inzetbaarheid was de locomotief ook te vinden in express goederentreinen en lichte sneltreinen. De berekende tractie was ongeveer 49 kN en de locomotief had een vermogen van ongeveer 550 pk.
Na de eerste afleverserie vervolgde Maffei de verdere productie van de locomotieven bij de Maschinenbau-Gesellschaft Karlsruhe. Tegen 1908 werden 116 locomotieven geleverd in acht afleverseries. In 1921 en 1923 werden nog eens 42 locomotieven aangekocht door de Deutsche Reichsbahn. De locomotieven werden op bijna alle treindiensten op alle grote en kleinere routes gebruikt. Negen locomotieven moesten na de Eerste Wereldoorlog als herstelbetaling worden overgedragen. De locomotieven werden afgestaan aan de Franse Réseau ferroviaire d'Alsace-Lorraine en aan België. In België werden ingedeeld in de reeks "North Belge" in de serie 80 en later bij de NMBS als een serie 49. 1928 waren nog steeds alle locomotieven in het gebied van de Reichsbahndirektion Karlsruhe in dienst. De eerste terzijde stellingen vonden plaats in 1933. Tot 1935 liep de voorraad terug naar 139 locomotieven. Van 1935 tot 1937 werden vijf locomotieven verkocht aan de Oldenburger Bahn. Na hun nationalisatie in 1941 kregen deze locomotieven hun oorspronkelijke naam terug. In 1938 werd ook een locomotief verkocht aan de Hohenzollerische Landesbahn.
Van de 131 locomotieven werden 122 stuks opgenomen in het bestand van de Deutsche Reichsbahn, waar ze werden ingedeeld als bouwserie 75.1-3. In 1921 en 1923 werden samen nog eens 41 exemplaren gebouwd. Na de 2e wereldoorlog belanden nog 117 stuks bij de Deutsche Bundesbahn (DB) en 7 stuks bij de Deutsche Reichsbahn in de DDR. Bij de DB werden de laatste locomotieven van deze bouwserie in 1962 ter zijde gesteld en bij de Deutsche Reichsbahn in 1965.
Waar zijn deze locomotieven nog te zien?
Bronnen:[1]
Verwijzingen
Intern
Extern
Diverse Stoomlocomotieven Badische VI c
Bronnen, Referenties en/of Voetnoten
|
Modellen
|
Grootspoor rijdend materieel Großherzoglich Badische Staatseisenbahnen (Bad.StB.)
|
|
|
Spoorwegmaatschappijen Duitse Keizerrijk
|